Buffer moet tekort op medicijnen voorkomen
Magazijnen vol medicatie moeten een tekort aan medicatie gaan opvangen. Steeds vaker is er een geneesmiddelentekort en dat moet anders.
Dat zegt minister Bruno Bruins van Medische zorg. Om dat voor elkaar te krijgen, gaan fabrikanten en groothandels medicijnen langer op voorraad houden. Als de toevoer van een geneesmiddel stokt, is er zo niet direct een tekort voor de patiënt.
Steeds meer tekorten
Geneesmiddeltekorten komen steeds vaker voor. Vorig jaar was een veelgebruikte anticonceptiepil er bijvoorbeeld maandenlang niet. De ruimere voorraad moet genoeg zijn voor vijf maanden. Hij gaat dat afspreken met alle betrokkenen en laat de inspectie erop toezien dat die afspraken ook worden uitgevoerd.
De aanleg van deze ‘ijzeren’ voorraad begint volgend jaar en duurt voor een gemiddeld geneesmiddel een jaar of twee. Zodra de magazijnen vol liggen, denkt Bruins 85 procent van de tijdelijke medicijntekorten te kunnen opvangen.
Minder verspilling
Sommige geneesmiddelen zijn niet meer bruikbaar als ze maanden worden bewaard. De betrokkenen gaan afspreken hoe ze verspilling kunnen voorkomen.
Bruins zegt met andere Europese landen te gaan bespreken of de productie van medicijnen en bestanddelen daarvoor niet weer vaker in Europa kan plaatsvinden. Nu gaat het geregeld mis met ingrediënten uit bijvoorbeeld China.
Samen betalen
De extra buffer kost ongeveer 25 miljoen euro. Dat moeten fabrikanten, groothandels, apothekers en zorgverzekeraars samen betalen, vindt de minister. Hij wijst erop dat de royalere voorraad hun ook geld scheelt. Ze hoeven bij nieuwe aanvoerproblemen straks niet meteen op zoek naar een vervangend middel, dat vaak ook nog duurder is.
Vorig jaar wist het kabinet 272 miljoen euro te besparen door af te dingen op dure nieuwe geneesmiddelen. Het jaar daarvoor was dat de helft. Toch lopen de kosten snel op, omdat deze medicijnen vaker zijn voorgeschreven.
Korting
Fabrikanten namen in 2018 bij dertig innovatieve geneesmiddelen genoegen met een lagere prijs, meldt Bruins. De korting bedroeg gemiddeld 36 procent. Het ging bijvoorbeeld om middelen tegen taaislijmziekte, spierziekte SMA, de ziekte van Pompe en behandelingen voor onder andere longkanker.
Toch is er vorig jaar flink meer uitgegeven aan deze categorie medicijnen dan het jaar ervoor. In 2018 was dat 482 miljoen, tegen 319 miljoen een jaar eerder. Dat komt doordat het assortiment groter wordt en meer patiënten ze gebruiken. Hoeveel korting er precies voor een medicijn is bedongen, mag de minister van de fabrikant doorgaans niet zeggen.