Quincy Brouwer
Quincy Brouwer Nieuws 20 nov 2019
Leestijd: 4 minuten

Bouwvakkers: zelden vervelend, altijd beleefd, soms opgesloten in Dixi

Bouwvakkers zijn de afgelopen tijd volop in het nieuws geweest. Maar wat vinden Nederlanders van de werkers uit deze sector, kloppen de vooroordelen en stereotypes? 

In een rapport van OfferteAdviseur dat woensdag uitkwam, is onderzocht naar wat Nederlanders over bouwvakkers en werken in de bouw denken. Respondenten werd onder andere gevraagd naar de aantrekkelijkheid van het beroep en het imago van bouwvakkers.

43 procent van de ondervraagden geeft aan weleens last te hebben van mensen uit de bouw. Dat kan zijn door fluiten, schelden, ’s ochtends te vroeg beginnen en hard roepen en -zingen.

Bouwvakkers: soms vervelend, altijd beleefd, soms opgesloten in Dixi
Shovelmachinist Marnix Deelen

Dat collega’s naar vrouwen fluiten, heeft shovelmachinist Marnix Deelen (28) in zijn elf jaar in de bouw nog nooit meegemaakt. Hij vindt dat zulk gedrag überhaupt niet door de beugel kan. Ook graafmachinist Coen Molendijk (25) heeft zoiets nog nooit meegemaakt. „We groeten mensen natuurlijk wel wanneer langslopen. Als het een mooie vrouw is, kijken sommige jongens wel twee keer. Maar niemand fluit of roept rare dingen.”

De klachten over vroeg beginnen, herkennen de mannen wel. „Ik begrijp het ook wel hoor”, zegt Deelen. „Als ik op zondagochtend lekker in bed lig, heb ik ook liever niet dat mijn buurman gaat klussen.”  Ook Molendijk begrijpt dat harde geluiden op de vroege ochtend niet altijd wenselijk zijn. „Ik had liever in de schoenen van die mensen gestaan, dan mijn eigen. Zij kunnen zich nog een keertje omdraaien, wij zijn in die vroegte al aan het werk”, grapt hij.

Meestal blijft het bij beleefde klachten, maar één keer maakte Deelen mee dat het echt te ver ging. „Ik kwam ’s nachts met een vrachtwagen een straat in rijden. Eén beer van een vent kwam toen naar buiten gestormd, hij was enorm agressief.” Deelen is daarop direct huiswaarts gekeerd. „Met ruzie maken kom je toch nergens.”

Vrij

Waarom de bouw zo vroeg begint, weten de mannen niet. Maar er zitten wel voordelen aan, ze zijn namelijk ook weer vroeg thuis. En dat maakt ruimte voor hobby’s „Het liefst ga ik na werk aan mijn auto sleutelen”, zegt Deelen. Samen met een aantal vrienden huurt hij een garage waar ze aan crossauto’s werken. Het vooroordeel dat bouwvakkers handige jongens zijn – drie kwart van de respondenten dacht dit – lijkt te zijn bevestigd, want ook Molendijk is niet vies van klussen na werktijd. „Ach, de meeste bouwvakkers zijn praktisch ingestelde jongens”, zegt hij. „Op de werkplaats leer je veel. Als er een kraantje lekt ergens in huis, is dat voor ons geen probleem.”

Bijna de helft van de respondenten vindt dat bouwvakkers meer vakantie verdienen. Er zijn weinig mensen die nee zouden zeggen tegen meer vrije dagen, maar de twee werkmannen behoren tot deze kleine groep. „Ik zou niet eens weten hoeveel vakantiedagen ik heb”, zegt Deelen. „Ik maak ze toch nooit op.” Hij heeft plezier in zijn werk. Het liefst werkt hij dan ook zoveel mogelijk. Vooral de variatie en de gezelligheid om je heen, is wat hem trekt in zijn beroep. „En je bent natuurlijk de hele dag lekker buiten.”

Bouwvakkers: soms vervelend, altijd beleefd, soms opgesloten in Dixi
Graafmachinist Coen Molendijk

Opgesloten in een Dixi

Ook Molendijk vindt de sfeer op de bouwplaats een positief aspect van zijn baan. „Het is gewoon mannen onder elkaar. We halen veel grappen uit op de werkplaats. Zo hadden we laatst bijvoorbeeld iemand opgesloten in een Dixi”, zegt hij lachend.

Maar er zit ook een serieuzere kant aan het werk. „Als je over tien jaar ergens langs rijdt, dan kan je zeggen dat jij dat hebt gemaakt. Dat is mooi, toch?”, zegt Deelen. Waarom het aantal jongeren dat in de bouw werkt afneemt en zelfs een kwart van de respondenten aangeeft begrip te hebben voor ouders die niet willen dat hun kind de bouw in gaat, vinden de mannen dan ook maar vreemd.

Volgens Molendijk komt het omdat de jeugd niet meer wordt gestimuleerd om met de handen te werken. Ook Deelen denkt het het daarmee te maken heeft, al begrijpt het het niet. In de bouw werken is volgens hem het mooiste dat er is. Daarom hij wil er dan ook het liefst zijn hele leven mee door. „Qua machines heb ik alles al gehad. Hogerop komen en richting voorman gaan of jongeren die in de sector willen werken helpen met hun opleiding, dat zie ik wel voor me in de toekomst.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.