Voedselverspilling neemt af, toch gooien we nog een maand aan eten weg
Ondanks het goed gaat met de economie, verspillen we minder voedsel. En dat is een verrassende uitkomst, zeggen deskundigen.
De winkelwagen is soms groter dan de maag en dus gooiden we het afgelopen jaar in Nederland per persoon nog ruim 34 kilo eten weg. Maar, blijkt uit onderzoek van het Voedingscentrum in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat is zeven kilo minder dan drie jaar geleden. Daarnaast spoelden we elf liter minder drinken weg via de gootsteen en het toilet.
„We waren bang dat de uitkomsten door de positieve economische ontwikkeling misschien zouden tegenvallen”, zegt voedingswetenschapper Corné van Dooren, die het onderzoek heeft uitgevoerd. „Maar dit is een goed teken.”
Van Dooren was vooral verrast over de grote daling bij verspilde koffie. Hij denkt dat het te maken heeft met het grotere aanbod van apparaten die enkele kopjes bieden. Maar ook de daling van groente en fruit vindt hij opvallend. „We hebben niet onderzocht wat de redenen zijn, maar ik heb wel een verklaring. Zo bieden supermarkten vaker kleinere en ook kwalitatief betere verpakkingen.”
Uniek
Ook Toine Timmermans, voedselverspillingsexpert bij Wageningen University & Research is te spreken over de cijfers. Dit is het resultaat waar we al jaren op hoopten, zegt hij. Timmermans is al twintig jaar bezig met het onderwerp voedselverspilling. „De consument verspilt in vergelijking met restaurants, supermarkten en boeren relatief het meest. Het is daarom fijn dat we nu eindelijk resultaat zien én op koers liggen voor de doelstelling om voedselverspilling in 2030 te halveren.” Ofwel 1 miljard kilo minder voedsel dat in de vuilnisbak wordt gegooid.
Timmermans noemt de cijfers zelfs ‘uniek’. „We zien in andere landen ook wel dat voedselverspilling daalt, maar dat hangt dan altijd samen met economische crisis. Je kon daardoor niet goed zeggen of mensen bewust hun gedrag veranderen. Het mooie aan dit is dat het aantoonbaar is door beleid.”
Influencers
Naast slimmere verpakkingen heeft ook de campagnevorm invloed gehad op de cijfers, denkt Timmermans. „Toen er tien jaar geleden beleid kwam op dit onderwerp, lieten we in commercials beelden zien van verspild afval. Nu weten we dat dat niet werkt, omdat mensen zich daar niet altijd in kunnen herkennen. In plaats daarvan richten we ons op positief beleid. We laten zien, met behulp van onder meer influencers, dat het normaal is dat je geen voedsel weggooit. En ondertussen hebben mensen het gevoel dat ze iets concreets kunnen doen tegen klimaatverandering.”
Ondanks we minder voedsel verspillen, valt er nog wel winst te behalen. Niet alleen voor de grond- en landgebruik en de energie die bij de productie komt kijken, maar ook voor onze portemonnee. Want omgerekend staat die 34 kilo gelijk aan 120 euro per persoon per jaar. Dat is ongeveer een tiende van wat de gemiddelde Nederlander aan voeding uitgeeft, ofwel meer dan een maand aan eten gaat de prullenbak in.
Onderin de koelkast
Om verspilling tegen te gaan, kun je gebruik maken van nudges, zegt Lars Tummers, hoogleraar Publiek Management en Gedrag aan de Universiteit Utrecht. Dat zijn kleine duwtjes om gedrag te veranderen. Zo zouden fabrikanten bijvoorbeeld niet één uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moeten zetten, maar een range, zegt Tummers, die onlangs het boek Nudging schreef. „Als je op de verpakking zet dat het product tussen 3 en 15 oktober houdbaar is, gaan mensen eerst proeven, in plaats van klakkeloos op de datum af.”
Een andere tip: koop producten die niet al te lang houdbaar zijn. „Dan beperk je jezelf in de keuzevrijheid en vergeet je niet dat je die humus hebt gekocht.” En ruim, als je weer thuis, bent je koelkast logisch in. „Leg onderin en vooraan de producten die het minst lang houdbaar zijn. Het is daar koeler en daarnaast valt dat het beste op.”
En dat je ogen groter zijn dan je maag, gaat ook op voor het winkelkarretje. Tummers: „Pak daarom een mandje in plaats van een karretje. Die is sneller volgeladen, met als gevolg dat je minder (onnodige dingen) koopt.”