Urgentie mensenhandel groeit, maar slachtoffers zijn onzichtbaar
Politieke partijen PvdA en CU willen jaarlijks tien miljoen euro extra uittrekken om mensenhandel te bestrijden. Is dat genoeg?
„Tien miljoen is wel het minimale dat geïnvesteerd zou moeten worden”, zegt Tamme de Leur, expert mensenhandel. Hij is directeur van MetaStory instituut en voorzitter van SVIAM, twee organisaties die zich inzetten voor de bestrijding van mensenhandel. „Het is een mooi begin, maar zelfs met het dubbele zou je niet alle slachtoffers vinden.” Volgens hem is er naast veel geld, ook veel kennis en vooral veel samenwerking tussen organisaties nodig.
Professor Conny Rijken, hoogleraar mensenhandel aan de Tilburg University, deelt die mening. „De aanpak van mensenhandel is breed. Het is een combinatie van preventie, politieacties en opvang. 10 miljoen is dan niet heel veel. Er is geen precies prijskaartje aan te hangen, maar het is vooral van belang dat zo’n investering structureel is en niet incidenteel. Er moet op lange termijn geïnvesteerd worden om dit probleem aan te pakken.”
Onzichtbaar
Mensenhandel is vaak onzichtbaar, maar volgens voorzichtige schattingen gaat er jaarlijks zo’n 35 miljard euro in om. Dan moet je denken aan gedwongen prostitutie, orgaanhandel en arbeidsuitbuiting. Het is aan de politie en marechaussee om dat probleem bij de wortel aan te pakken. Maar er is veel te weinig geld.
Het gaat de afgelopen jaren volgens De Leur slechter met de bestrijding van mensenhandel. „De afgelopen jaren heeft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel zo’n 1260 vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel gesignaleerd. Maar we denken dat er minstens 6000 slachtoffers van mensenhandel zijn in Nederland, waarvan de meesten dus niet gezien worden. Er is te weinig geld om alle slachtoffers te vinden en te redden. Kon je maar mensen met een ketting om hun nek zien lopen, dan weet je wie de slachtoffers zijn en kun je ze redden.”
„Onder de slachtoffers bestaat een grote groep die buiten beeld blijft”, zegt Rijken. „Dat zijn met name Afrikaanse slachtoffers. Maar ook slachtoffers die op minder toegankelijke plekken worden uitgebuit, zoals in privéwoningen, zijn minder zichtbaar. Het is voor de opsporingsdienst erg lastig om achter de voordeur te kijken, mochten ze al een aanleiding hebben om dat überhaupt te doen.”
Een derde Nederlandse slachtoffers
Het stereotypebeeld van mensenhandel – Oost-Europese of Aziatische vrouwen op de Wallen – klopt niet, benadrukt De Leur. „Een derde van de slachtoffers komt uit Nederland. Ik heb ze gezien, meisjes van 13 of 14 die ten prooi zijn gevallen aan een loverboy en die al jaren uitgebuit worden. Maar ook jongens en mannen die gedwongen in de prostitutie werken, of die drugs moeten verhandelen.” Daarnaast betekent mensenhandel niet altijd gedwongen prostitutie. Ook bij nagelstudio’s, slachterijen of massagesalons komt het voor.
Weinig acties
Het is een goede en logische gedachte dat er geld naar de politie gaat voor dit probleem, vindt Rijken. „Er is veel expertise daar verloren gegaan, de opleiding op de politieacademie is uitgekleed. Politieagenten beschikken over te weinig kennis over dit onderwerp en worden niet breed genoeg opgeleid qua mensenhandel.”
De Leur is het daarmee eens. Er zijn wel gespecialiseerde teams binnen de politie en de marechaussee, zegt hij, maar die hebben nog lang niet de slagkracht die ze nodig hebben. „Op dit moment zijn er te weinig acties tegen mensenhandel. Er moet nodig geld bij, want de cijfers gaan omlaag. Voorheen vonden we veel meer slachtoffers. De urgentie is gegroeid, maar het gaat juist stukken slechter.”
Signalen
Om zelf iets tegen mensenhandel te kunnen doen, moet je allereerst weten wat de signalen zijn. „Als je je ogen eenmaal open hebt, dan begint het”, zegt De Leur. Verschillende signalen zijn als iemand bijvoorbeeld de taal niet spreekt, ergens alleen onder begeleiding komt of zijn eigen paspoort niet in bezit heeft, maar dat iemand anders daar de controle over heeft. „Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak niet de controle over hun eigen leven. Mensenhandelaars doen er alles aan zodat niemand iets merkt.”
CORRECTIE: In een eerdere versie van dit artikel stond dat er jaarlijks zo’n 35 miljoen euro omgaat in mensenhandel. Dit klopte niet, het gaat om een schatting van 35 miljard euro.