Nutri-Score moet ons gezonder maken
Vanaf deze week vind je een A, B, C, D of E op sommige producten in de supermarkt. Het zoveelste nieuwe logo of een goede ontwikkeling?
Hak en Iglo zijn de eerste Nederlandse producenten die mee doen met de Nutri-Score, het stoplichtensysteem dat ervoor moet zorgen dat we gezonde producten van ongezond gaan onderscheiden. A (groen) betekent gezond, producten met de letter E (rood) kun je beter laten staan. De score is een totaaloordeel gebaseerd op onder meer het aantal calorieën, suiker, zout, vet en vezels.
Het voedselkeuzelogo komt uit Frankrijk, waar het keurmerk twee jaar geleden werd ingevoerd. Voedingsmerken mogen zelf kiezen of ze mee willen doen, maar het slaat aan: inmiddels doen zo’n honderd producenten mee. Het logo komt in ons land niet uit de lucht vallen; het is een gevolg van het Nationaal Preventieakkoord waarin staat dat Nederland gezonder moet worden. Volgens de Consumentenbond kan de Nutri-Score hierbij helpen.
Is het label een goede stap vooruit of hebben we zo langzamerhand te veel keurmerken die gezond, bewust, duurzaam of goedkoop moeten definiëren?
Er zijn inderdaad veel te veel keurmerken, zegt Elif Stepman van voedselwaakhond Foodwatch. „Voor consumenten is het ingewikkeld. Een logo dat alle informatie, zoals duurzaamheid, eerlijke handel en nutritionele waarde kan samenvatten is helaas nog niet uitgevonden en ontzettend complex.” Tot we zover zijn kan volgens Stepman een eenduidig voedsellogo als de Nutri-Score wel in één oogopslag duidelijk maken of een product gezond is of niet. „Het is een sterk logo, omdat het wetenschappelijk en onafhankelijk is.”
Gratis reclame
Maar Stepman plaatst wel een aantal kanttekeningen. „Een keurmerk werkt alleen als het verplicht wordt. En de Nutri-Score kun je alleen verplichten als er een Europese overeenstemming wordt bereikt, en dat zal voorlopig nog wel duren.” Verplicht je het niet, dan is de kans op cherry picking groot, denkt Stepman. „Voor een merk als Hak is het dan gratis reclame en de boosdoeners, junkfoodproducenten zoals Coca-Cola, kunnen er dan gewoon voor kiezen niet mee te doen.”
Volgens Niels Bontje, manager bij Iglo, valt dat wel mee. In Frankrijk is het niet verplicht en ook daar zie je dat inmiddels veel producenten meedoen, zegt hij. „Het is gek als het keurmerk er niet op staat, omdat het toch ook argwaan wekt.” De producent, die vooral bekend is van de vissticks, is enthousiast over het keurmerk. „Het heeft ons aangezet om kritisch te kijken naar onze producten en ze hier en daar aan te passen, zodat ze een hogere score krijgen.”
Boordevol vitamines
Nu heb je er vaak een dagtaak aan om te ontdekken of iets gezond is of niet en ben je afhankelijk van de kleine lettertjes op de verpakking. Daarnaast kunnen producten nu misleidend zijn, doordat ze ‘vezelrijk’ worden genoemd of ‘boordevol vitamines’ zitten, zegt Stepman. „We hebben onderzocht dat er producten zijn die zo’n gezonde claim hebben, maar wel Nutri-Score E. Het keurmerk kan dat voorkomen.”
Op dit moment onderzoekt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport samen met onder meer de Consumentenbond en het Centraal Bureau Levensmiddelen wat de beste opvolger van het ‘vinkje’ gaat zijn. Dat keurmerk werd in 2016 afgeschaft, omdat het te ingewikkeld zou zijn. Drie logo’s worden momenteel besproken. Naast de Nutri-Score is het Britse verkeerslicht een optie, een voedingskeurmerk waar suiker, zout, vetten en verzadigde vetten allemaal een aparte stoplichtkleur krijgen. Stepman: „Dat kan handig zijn voor mensen die bijvoorbeeld geen suiker mogen, maar wordt voor de consument wel minder overzichtelijk.” Een andere gegadigde is de Keyhole, een concept uit Zweden. Gezonde producten krijgen een sleutel-symbool op hun verpakking, ongezonde niet.
Druk op de ketel
Het is een ingewikkelde keuze, zegt Stepman. Maar haar voorkeur gaat uit naar de Nutri-Score, omdat Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en België zich daar positief over hebben uitgesproken. „Als Nederland daar ook voor kiest zijn we een stapje dichterbij om het te verplichten in heel Europa.” Daarnaast blijkt uit onderzoek in Frankrijk dat consumenten door de Nutri-Score gezonder zijn gaan eten.
Ondanks het ministerie nog geen keuze heeft gemaakt welk voedingskeurmerk het wordt, zijn een aantal Nederlandse producenten dus al wel begonnen met de Nutri-Score. Dat is misschien wat gek, zegt Stepman, maar tegelijkertijd ook goed. „Het ministerie kan wel wat extra druk op de ketel gebruiken.”
Hoe wordt de Nutri-Score bepaald?
Op basis van de voedingswaarde en gebruikte ingrediënten krijgen producten een aantal punten. Negatieve punten voor ongezonde voedingstoffen, positieve punten voor gezonde. Op basis hiervan krijgt een product een letter A, B, C, D of E. Er kan niet mee worden gesjoemeld, omdat iedere producent het aantal gram, suiker, etc. in een tabel moet invullen, die automatisch een score berekent.