‘Ik haatte niet de Duitsers, maar het onrecht’
75 jaar geleden werd Nederland bevrijd. Veteranen Rudi Hemmes (96) en Piet Borsboom (100) over de Duitse bezetting, bevrijding en het herdenken.
Dit weekend was de aftrap van 75 jaar vrijheid in ons land. Het startschot voor de viering hiervan was afgelopen weekend op de kades van Terneuzen. Onder meer ons koningspaar, premier Rutte en regeringsleiders uit voormalig geallieerde landen kwamen bijeen om veteranen te eren en de Slag om de Schelde te herdenken. Dat was een van de zwaarste operaties tijdens de Tweede Wereldoorlog op Nederlands grondgebied, die mede de doorslag gaf voor de bevrijding van West-Europa.
Ook afgelopen donderdag werd al op bijzondere wijze stilgestaan bij 75 jaar vrijheid. In het Veteraneninstituut in Doorn ontmoetten ruim honderd Nederlandse Tweede Wereldoorlogveteranen elkaar. De jongste was 91, de oudste 102 jaar. Het was volgens het instituut de laatste keer dat ze met zoveel bij elkaar waren.
Belangrijk
„Zo’n bijeenkomst is geweldig”, zegt Piet Borsboom (100) uit Vlaardingen. Hij loopt achter de rollator langs een boekenkraam, de lunch is net achter de kiezen. „Je ontmoet hier allemaal bekenden. Ik zat in de zaal net naast een man van 102, naast hem zat ik ook bij een vorige bijeenkomst”, lacht hij. Borsboom, een kwieke man die de gebeurtenissen van bijna 75 jaar geleden nog helder voor de geest heeft, praat liever niet te veel over de oorlog. „Het is niet leuk om er over te vertellen”, zegt hij. Meteen erachteraan: „Maar wel belangrijk. Nu kan het nog.”
Straks, vervolgt hij, zijn het alleen nog maar verhalen van horen zeggen. „En die zijn niet altijd betrouwbaar en volledig. Ik werd bijvoorbeeld meer door de NSB’ers beschoten dan door de Duitsers, maar dat lees je nergens.”
Suiker in tanks
In de zaal zitten alleen maar oorlogshelden, alhoewel niet iedereen zich zo voelt. „Ik was gewoon een soldaat en deed mijn werk”, zegt Rudi Hemmes (96) nuchter. Hij was zestien toen de oorlog uitbrak. „Toen ik hoorde dat de Duitsers hier kwamen om de koningin te pakken, wilde ik direct de Duitsers het leven zo zuur mogelijk maken. Ik liep met suiker in mijn zakken en stopte die in benzinetanks.”
Maar Hemmes wilde meer. „We moesten die moffen aanpakken.” Hij besloot naar Engeland te gaan om vanaf daar tegen de Duitsers te vechten. Daar kwam hij bij de Prinses Irene Brigade om een aanval op Europa voor te bereiden. Hij vocht in 1944 in Nederland, tot aan de Waal. In februari werd hij teruggestuurd voor een officiersopleiding in Engeland. Daar hoorde hij ook van de bevrijding. „Dat was één groot feest. We waren hartstikke blij dat die moffen ons land uit waren.”
Onrecht
Na de oorlog ging hij naar een internationale militaire universiteit in Rome. „Daar maakte ik kennis met Duitsers en leerde ik dat niet iedereen voor Hitler was. Ik realiseerde me daar dat ik niet de Duitsers haatte, maar het onrecht.”
Inmiddels leven we 75 jaar in vrijheid. Hemmes benadrukt dat er op scholen meer over de Tweede Wereldoorlog zou moeten worden verteld. Regelmatig geeft hij gastlessen en hij merkt dat leerlingen vaak weinig weten over wat er zich destijds heeft afgespeeld. „Ik betreur dat”, zegt hij. Ook Borsboom vindt dat er meer de vrijheid kan worden stilgestaan. „Vrijheid is het grootste bezit van de mens.”