Halsema vindt aanwezigheid revolver in ambtswoning geen publieke zaak
„Mijn huis is geen publieke plek”, benadrukte burgemeester Femke Halsema zaterdagmiddag tegen een cameraploeg van de Amsterdamse stadszender AT5.
Volgens oppositiepartijen in de Amsterdamse raad zou de aanwezigheid van een onklaar gemaakt revolver in de ambtswoning de zaak van het privé naar het publieke domein hebben verplaatst. Ze ging zaterdag in op de vragen die FvD, VVD, Partij van de Ouderen, Partij voor de Dieren en DENK hadden ingediend de kwestie.
Ambtswoning of privé-woning?
Halsema meent echter dat dit niets aan de hele zaak verandert. De Amsterdamse ambtswoning heeft volgens haar weliswaar een publiek deel op de benedenverdiepingen waar gasten worden ontvangen en ontvangstruimtes zijn, maar dit is niet waar de rekwisietenverzameling van haar partner lag opgeslagen. Deze lag namelijk op de bovenverdieping waar Halsema en Oey met hun gezin wonen, waardoor het een privé-zaak blijft.
Mocht de politie en OM het nodig vinden om de zaak nader te inspecteren, dan is dat aan hen. Dat is tot dusver niet gebeurd en daarom zou een politiek debat in de publieke sfeer over de kwestie houden niet op zijn plaats zijn, aldus Halsema.
Dit debat in de publieke sfeer komt er echter wel. Op donderdag 26 september gaat Halsema verder in op de vragen vanuit de oppositie tijdens een commissievergadering in de Stopera.
Partner en zoon
De 15-jarige zoon van Halsema werd een aantal maanden geleden aangehouden nadat hij samen met een vriend met brandblussers aan het spuiten was in een verlaten woonboot. Bij zijn aanhouding is een vuurwapen in beslag genomen. Waar dit wapen vandaan kwam, was lange tijd een mysterie. Volgens Halsema zou het gaan om privékwestie met een imitatiewapen en hiermee zou de kous af zijn.
Dit veranderde echter toen Robert Oey, de partner van Halsema, zich over de kwestie uitsprak. Oey, die als regisseur werkt, vertelde aan NRC Handelsblad dat het om een rekwisiet ging uit zijn verzameling. Volgens hem was het een antieke revolver die weliswaar onklaar was gemaakt, maar desondanks niet is te classificeren als ‘nepwapen’. Of er nog meer verboden wapentuig lag opgeslagen in de woning, liet hij in het midden omdat hij niet wist ‘wat er precies in al die dozen zat’.