Aantal dierenvoedselbanken stijgt, ‘zo blij mee’
Baasjes die een huisdier hebben maar dat eigenlijk niet kunnen betalen, kunnen steeds vaker terecht bij een dierenvoedselbank. Op dit moment telt ons land 33 zulke banken.
Daniëlle Zweers (33) is gek op haar twee honden en twee katten. Maar vanwege financiële problemen kon ze op een gegeven moment niet meer voor haar dieren zorgen. De dierenvoedselbank bood uitkomst. Inmiddels komt ze daar zo’n anderhalf jaar voor brokken voor haar Chihuahua, Stafford en twee katten.
Dierenvoedselbanken zijn niet nieuw, maar wel steeds populairder. Waren er twee jaar geleden nog maar vijftien, inmiddels zijn dat er 33. Banken krijgen dierenvoeding van particulieren en vaak ook van dierenwinkels.
Zweers gaat naar de dierenvoedselbank in het Gelderse Dieren. Die bank zit daar nu zo’n anderhalf jaar en voorziet ruim vijfhonderd baasjes van hondenbrokken, kattenvoer en andere dierenvoeding.
‘Kind doe je toch ook niet weg?’
Mo Mansveld is bestuurslid van de dierenvoedselbank in Dieren. „Heel veel mensen die bij ons komen, hadden al een huisdier voordat ze in de financiële problemen zaten”, legt Mansveld uit. „Een gevolg is dat ze dan hun huisdier moeten verkopen.” En dat is gek, vindt ze. „Een kind doe je toch ook niet weg als je in de financiële problemen zit?”
Daarnaast kan een dier voorkomen dat mensen in een sociaal isolement raken, benadrukt Mansveld. „Heb je een hond, dan ga je naar buiten. Daar ontmoet je andere mensen. Dat is zo belangrijk voor mensen die verder soms weinig hebben.”
Zweers beaamt dat. „Ik ben heel blij dat ik mijn honden en katten dankzij de dierenvoedselbank kan houden. Anders hadden ze weggemoeten. En het zijn toch mijn maatjes en kinderen.”
Konijn in brand
Mansveld vindt het belangrijk dat ze er op deze manier ook voor de dieren kan zijn. „Als mensen vanwege financiële problemen niet meer voor hun huisdier kunnen zorgen, krijg je ook situaties waarbij mensen hun dier aan een boom binden of de fik erin zetten. Dat klinkt hard, maar is wel de waarheid. Vorige week werd er nog een konijn in de brand gezet, omdat eigenaren het dier niet langer konden onderhouden.”
De tijd die Mansveld als vrijwilliger in de dierenvoedselbank stopt is ruim veertig uur. Maar ze heeft het er met liefde voor over. „Ik heb een groot dierenhart en daarnaast ook een mensenhart. We zorgen niet alleen voor de dieren, maar kijken ook naar de eigenaren.” Zo stuurt ze regelmatig mensen door naar een schuldhulpverlener. En ook is in de dierenvoedselbank een kledinghoekje voor baasjes.
Ervaringsdeskundigen
Mansveld is blij dat steeds meer mensen de stap naar de dierenvoedselbank zetten. „Veel mensen durven niet om hulp te vragen. Ze schamen zich voor hun eigen financiële problemen, terwijl dat niet hoeft. Ons team bestaat uit allemaal vrijwilligers die dit ook hebben meegemaakt of meemaken.”