Vooral 55-plussers willen extra hard gaan
Steeds meer mensen kiezen voor elektrisch en op een speed-pedelec ga je extra hard.
Ruim 17.000
Nederland telde op 1 juli 2019 bijna 17,2 duizend speed-pedelecs, bijna 62 procent meer dan twee jaar eerder. Vooral 55-plussers gaan steeds vaker voor zo’n extra snelle elektrische fiets, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
45 km/uur max kan-ie, maar je moet wel in het bezit zijn van een bromfietsrijbewijs en een helm dragen. „Steeds meer mensen gebruiken de speed-pedelec in plaats van een brommer of zelfs auto”, weet Martijn van Es van de Fietsersbond. Goed nieuws natuurlijk, „want het rijdt veel schoner.” Maar de extra snelle e-fiets in de stad op een smal fietspad, is wel iets waar zij moeilijk bij kijken, evenals vele fietsers. De speed-pedelecs lijken wat dat betreft wel wat op Mephisto-schoenen slash sluippantoffels die menig leraar vroeger droeg. „Je hoort ze gewoon niet aankomen en kunt er goed van schrikken!” Vandaar ook dat de ‘speed-pedeleccers’ op de rijbaan moeten wanneer de fietspaden niet breed genoeg zijn, al voelen veel snelle fietsers zich daar op hun beurt weer niet zo veilig bij. „Maar je gaat snoeihard op zo’n ding en je hebt ruimte nodig om in te halen.” Overal bredere fietspaden gaat niet over een nacht ijs, „een goede oplossing zou wat ons betreft zijn om de snelheid binnen de bebouwde kom naar 30 km/uur terug te halen.”
Ook dertigers op de e-bike
Twee derde van de particuliere bezitters van een speed-pedelec is tussen de 45 en 65 jaar oud en de afgelopen twee jaar schaften 55- tot 75-jarigen er relatief het vaakst een aan. Op 1 juli 2017 stonden iets meer dan 3,5 duizend snelle e-bikes op naam van een 55- tot 75-jarige, twee jaar later waren dat er bijna 6,5 duizend: een toename van 82 procent. De Fietsersbond ziet op hun website ook veel interesse vanuit dertigers en veertigers, zeker nu volgend jaar een lease-plan komt. „Voor de werkende categorie wordt zo’n fiets dan erg interessant.”
De meeste speed-pedelecs zijn geregistreerd in de provincie Utrecht, waar ook de grootste toename is. In Limburg zijn de minste snelle e-bikes en ook in Zeeland groeit het aantal traag. Logisch wel, licht Van Es toe. „Vooral bij woon-werkverkeer tussen twee plaatsen die niet te ver van elkaar vandaan liggen, gedijd de speed-pedelec goed.” Amersfoort-Veenendaal bijvoorbeeld, of Utrecht-Hilversum, „terwijl in Zeeland de afstanden tussen plaatsen vaak weer te groot zijn.”
Zelf ziet hij ook zeker een stijging in het aantal extra snelle e-fietsen in het straatbeeld, vooral op de invalswegen naar de stad, al draagt lang niet iedereen de verplichte helm. Waarschijnlijk omdat er nog niet altijd een goede controle op is, beaamt hij. „Een brommer herken je van een afstand, maar zo’n speed-pedelec niet, en voor je het door hebt, is-ie weer voorbij.”
„Maak vooral eerst een proefrit”, adviseert Van Es namens de Fietsersbond aan geïnteresseerden. „Kijk goed of het iets voor je is, want zo’n snelle fiets past lang niet bij iedereen. Het kan ook té hard gaan.”