Splinter Chabot: ook brak binnen de lijntjes kleuren
Metro vroeg Splinter Chabot naar het belang van Europa en de aankomende Europese verkiezingen. De 23-jarige voorzitter van de Jongerenorganisatie voor Vrijheid en Democratie (JOVD) en zoon van schrijver en dichter Bart is daar glashelder over: „In sommige landen moeten ze vechten voor stemrecht, gênant als je er hier dan niet eens de moeite voor neemt om te gaan stemmen.”
Wat betekent Europa voor jou?
De Europese Unie vind ik een heel belangrijk orgaan. In Nederland zijn we gewend dat je mag stemmen en zeggen wat je wil. Zelfs als er iemand in het stemhokje over je schouder mee zou kijken dan kan je zelf beslissen waar jij zin in hebt, zonder repercussies. We leven nu in grote vrijheid en vrede, je mag je best realiseren hoe bijzonder dat is, want als je kijkt naar de geschiedenis van Europa, zie je dat ons continent gevormd is door strijd en oorlog.
Daarbij is Nederland in zijn eentje geen wereldmacht, daar is samenwerking voor nodig. Tegen bijvoorbeeld Rusland of China kan je anders nooit opboksen in een conflict. Ik herinner mij de muntwissel nog uit de Donald Duck. Daar kreeg je stickertjes bij die je op de guldens kon plakken, zo konden kinderen vast wennen aan hoe het nieuwe geld eruit ging zien. Als je nu naar Duitsland gaat bijvoorbeeld kan je betalen met dezelfde munt en heb je geen extra roamingkosten. Dat maakt het allemaal wel heel makkelijk.
Welke onderwerpen vind jij belangrijk?
Ik denk dat er een boodschappenlijst is aan onderwerpen die je niet in je eentje op kan lossen. Het indammen van klimaatverandering, bijvoorbeeld. Het is net als een straat: als de een zijn auto wel wast maar de ander niet, dan blijft het toch een smerig aangezicht. Op Europees niveau moet zo ook worden samengewerkt. Dat zie je ook met het vluchtelingenbeleid bijvoorbeeld, leg het maar eens uit aan Italië of Griekenland als je daar je handen van af zou willen trekken. Of terroristen, die hebben lak aan grenzen en regels, daar moet je samen sterk tegen zijn.
Waarom moeten we naar de stembus?
De Europese verkiezingen hebben sowieso een dramatische opkomst. Ik las vanochtend dat in Tsjechië en Slowakije achttien en dertien procent van de stemgerechtigden maar ging stemmen, dat slaat echt nergens op. Het is ook een probleem voor de geloofwaardigheid van zo’n instituut. De leden van het Europees Parlement zijn toch een volksvertegenwoordiging. In Nederland is het iets beter gesteld, maar met een opkomst van zo’n 40 procent nog steeds ruim minder dan de helft. In andere landen moeten ze vechten voor stemrecht, dan nemen we hier niet eens de moeite om te gaan? Gênant.
Maar weinig jongeren stemmen. Waarom is dat slecht?
Omdat zij degenen zijn die hier het langst zullen leven. Ook vinden zij andere onderwerpen belangrijk, als groep moet je dan wel gaan stemmen en jouw vingerafdruk afgeven. Als je niet gaat stemmen, mist er een bepaalde kleur. Die wil je uiteindelijk wel allemaal vertegenwoordigd zien.
Stemmen is een luxeproduct, dat realiseren we ons veel te weinig. Zie iedere stem als een gekleurde ballon. Hang jouw kleur erbij want hoe meer ballonnen, hoe leuker het feestje. Zelfs als je brak bent kan je binnen de lijntjes kleuren, geen enkele reden dus om niet te gaan.
Heeft de politiek een imagoprobleem?
Laat ik het zo zeggen: als je de portretten van de mannelijke politici achter elkaar zet en je knipt de hoofden eraf, dan lijken ze allemaal op elkaar. Er zijn te veel woordvoerders, spindoctors en adviseurs. Politici worden door hen teruggebracht tot mensen in witte overhemden met alleen nog een beetje kleur in de das. Van mij mogen de personen erachter meer zichtbaar worden. De politiek gaat over alles in de samenleving. Ik denk soms: joh, zeg gewoon wat je vindt of voelt.
Wat zie jij graag anders?
Het huidige systeem van debatteren creëert een negatieve sfeer. ‘Jij wilt hier een komma, ik een punt. Daar gaan we over knokken.’ Je kan ook gewoon met een voorstel komen en het daar samen over hebben, dan wordt het een stuk positiever. Vaak als er een probleem is doet iedere partij alsof zij het antwoord paraat hebben, alsof het proces al af is. De politiek mag zich meer richten op het stellen van een goede vraag die helpt bij het vinden van een passende oplossing en daar samen naar zoeken.