Slechtvalkjes goed geringd op dak van deze bank
Deze bank heeft eigen Nestflix dankzij webcam familie slechtvalk. Maandag werden de drie jonge slechtvalkjes bovenop ABN AMRO geringd en is hun geslacht bepaald. „Twee meisjes en een jongen… Wat mooi!”
Duif op menu
Als je op de Amsterdamse Zuidas goed op de grond kijkt, ontwaart zich daar een minislagveld, vol afgekloven duiven. Afzender: de slechtvalk. „Hun lievelingskostje”, weet Jos Blakenburg. Doordeweeks is hij huisarts in Assendelft, in zijn vrije tijd vogelaar en ringer. Zo’n 23 jaar geleden haalde hij zijn vergunning en sindsdien is de huisarts een goede bekende in het ringcircuit. De ABN AMRO is elk jaar een van de eerste, „slechtvalkjes worden hier vroeg in het seizoen geboren.”
Het ringen van de vogels is belangrijk voor onderzoek. Op deze maandagochtend staat hij op het dak van de bank, waar de nestkast van de slechtvalken zich bevindt met hierin ook de webcam, sinds 2012. „Ik was toen de enige die over het hek durfde te stappen.” Rob Kuilder heeft zijn abseil-outfit aan en is er klaar voor. Hij is een echte daredevil, lacht zijn dochter Melanie die vandaag is meegekomen. Rob werkt niet meer voor de bank, maar wordt samen met collega Kevin elk jaar nog gevraagd voor dé klus. Vindt-ie alleen maar leuk, „het zijn mooie beestjes, hoor.” En de kleintjes zijn erg schattig, beaamt hij, met hun pluizige witte vachtje en nog kleine pootjes. Maar lief zijn ze niet, „als je te lang wacht en ze al veren in plaats van dons hebben, dan kunnen ze je behoorlijk te grazen nemen.” Hij houdt zijn vingers omhoog, „ik heb hier ooit vier sneden in gehad.” Afzender: de slechtvalk.
Vliegende ratten
Genoeg gepraat. Op 80 meter hoogte stapt Kuilder over de reling en opent de nestkast. Een lucht die het midden houdt tussen een XL-kattenbak en dood vlees stroomt de neusgaten in. „Kijk, ze hebben goed gegeten.” Hij houdt een ringetje met daarin nog een stuk duivenpoot omhoog. Dat wordt straks goed de handen wassen: „Vliegende ratten, die duiven, ze dragen allerlei ziektes met zich mee.” Glazenwassers zijn erg blij met de slechtvalk, grijnst hij, „scheelt weer een hele hoop duivenpoep.” Wedstrijdduivenmelkers wat minder; regelmatig wordt een van hun lievelingen gepakt. Hij haalt zijn schouders op, „dat is de natuur, hè.”
Hij buigt voorover en pakt de eerste babyslechtvalk vast. Hij of zij -dat zal tijdens het ringen blijken – begint luid te piepen. Jos reikt hem een linnen Albert Heijn tas aan, waarop ‘tas vol lekkers’ prijkt – „maar dat mag ook een andere tas zijn, als het maar geen plastic is” – en Rob stopt de vogel er voorzichtig in. Nog twee te gaan. Veertjes dwarrelen in het rond en moeder valk komt poolshoogte nemen. Ze lijkt niet blij en met een blik op haar kroost, ontsnapt een klaaglijk gekrijs uit haar snavel. „Zou ik ook doen als ik haar was…” Een nieuwsgierige bankmedewerkster kijkt met grote ogen naar het schouwspel. „Heb jij kinderen?”
Ringuur
Met drie gevulde linnen tassen kan binnen ‘het ringuur’ beginnen. Een aantal bankmedewerkers komt een kijkje nemen, foto’s en filmpjes voor op hun Intranet worden gemaakt. Bewapend met zijn koffertje vol ringinstrumenten als een liniaal, schuifmaat en ringtang, en waarvan het te hopen is dat hij het koffertje niet per ongeluk omwisselt met zijn andere voor zijn huisartsbezoek. Samen met schoonvader Piet gaat hij altijd op pad. De rolverdeling is duidelijk: Jos neemt de vogels in zijn hand en meet, Piet noteert. „Ik doe even een zak over zijn kop”, zegt de ringman, die zelf een mat zilveren ring draagt, gedecideerd. „Dan wordt hij wat rustiger.” Of zij, blijkt niet veel later, wanneer hij het beestje weegt (840 gram) en onder meer de achtste handpen meet (78 millimeter). „Het is een dame, die zijn zwaarder en groter.”
„Ik heb een elfje nodig”, knikt de bevlogen vogelaar naar zijn schoonvader. „Of toch een dertien…” Piet reikt de ring aan, Jos pakt de rode tang erbij en het ringen kan beginnen. Ze vindt het duidelijk hoorbaar niet leuk, „ik hoop maar niet dat ze zo gaat poepen, dan straalt het zo mijn kruis in!” Gebeurt weleens, vaker in elk geval dan dat een vogel in zijn schoot bezwijkt. Is slechts één keer gebeurd in zijn twintig jaar als ringer, bij een buizerd. „Ik voelde hem in één keer slap worden, waarschijnlijk een heel zwak hartje.” Hij doet alles heel voorzichtig en praat tegen de vogels. „Sorry makker, maar ik wil het wel goed doen.” Op deze ring staat ARK, „ik heb ook een keer een ABN gehad, die vliegt nu ergens rond.” Als het goed is, „anders kunnen we dankzij de ringen altijd opzoeken of ABN ergens gevonden is, dood of levend.”
Frits…
„Hoe zou het eigenlijk met onze Frits gaan?” vraagt iemand zich hardop af. Het kan rekenen op meerdere ‘oh jaaaa’s’ en glimlachen op het gezicht bij haar collega’s. ‘Hun Frits’ was een van de eerste slechtvalkjes die in 2013 tijdens een ‘oefenvlucht’ op een vensterbank landde en niet meer verder kon. „Door een klein raampje hebben we stukjes kipfilet gegooid, net zolang tot hij weer aansterkte.” En de wijde wereld in kon vliegen. Al is ‘die wijde wereld’ niet zo heel wijd, weet Jos. „Ze komen op zijn verst tot België, of Duitsland.”
Na de eerste dame worden de andere twee geringd, buiten klinkt meermaals de bezorgde schreeuw van moeders. „Ik ben te laat… Wat is het geworden?” Een bankier komt aangesneld. Twee meisjes en een jongen. Hij zucht, „wat mooi…” Hij is niet de enige die de vogels op ‘de poot’ volgt. Dankzij de webcam in de nestkast zijn de slechtvalkjes een geliefd gespreksonderwerp bij de koffieautomaat en in de verschillende appgroepen. „Het is heel bijzonder om live mee te maken dat de natuur gewoon zijn gang gaat aan de Zuidas en nota bene op het gebouw waar ik zelf werk”, vertelt Marc Paul Stufkens, Strategic Issue Manager. „Het is fascinerend om op elk moment van de dag naar de opgroeiende slechtvalken te kunnen kijken.”
De baby’s worden weer in het nest gezet, moeder valk vliegt langs en haar gekrijs lijkt nu op een diepe zucht van opluchting. Het koffertje gaat dicht. Maar niet voor lang, want deze weken staan onder meer ook NUON en ING op het ringprogramma en vorige week heeft de huisarts slash ringman, die alles vrijwillig doet, al een paar ransuiltjes ‘met een hoge aaibaarheidsfactor’ geringd. Hij wrijft zich verheugd in de handen. „Het mooie seizoen is begonnen.”
250 paartjes
Dankzij de nestkasten op de daken van onder meer banken en energiebedrijven, neemt de populatie slechtvalken, de snelste roofvogel in ons land (en de rest van de wereld), toe. Ongeveer 250 broedparen zijn er nu, eigenlijk te veel voor het aantal kasten dat er is, weet ringer Jos Blakenburg. ,,Er wordt regelmatig geknokt om een plekje, de sterkste overwint.” Je ziet daarom ook steeds meer nesten op hoogspanningsmasten en in kraaiennesten, ,,maar die mislukken vaak, omdat de omstandigheden daar minder goed zijn.” ABN AMRO op de Zuidas is een van de locaties waar het goed gaat met de slechtvalk. Op de webcam kun je het reilen en zeilen van de familie slechtvalk volgen.
‘Pootnoot’ van Jos Blakenburg
De slechtvalken krijgen eigenlijk 2 ringen om: de standaard ring van het vogeltrekstation met 7 cijfers volgens protocol, op grond waarvan hij altijd teruggevonden kan worden in de database van het vogeltrekstation (en daar ook gemeld kan worden via de website) en daarnaast de kleurring met 3 heel goed afleesbare letters: deze zijn op de webcams goed af te lezen in de nestkasten en door vogelaars met telescoop of verrekijker en vogelfotografen met telelens. Deze kunnen aan de ringers rechtstreeks gemeld worden via de mail. De kleurringprojecten van alle Europese vogelsoorten zijn terug te vinden op www.cr-birding.org