Persvrijheid onder druk?
Vanuit een kleine radiostudio aan de Weesperstraat worden dagelijks Sudanese levens gered. De acht redacteuren van Radio Dabanga zitten verstopt in een Amsterdamse kelder en worden door een netwerk van informanten voorzien van informatie over de situatie in Sudan.
Nadat deze is gefactcheckt, worden de bulletins de Sudanese ether in geslingerd. Voor veel luisteraars in het Afrikaanse land is deze informatie van levensbelang. Een groot deel van hen is analfabeet en kan geen krant lezen, via de radio horen zij waar het veilig is.
Sudan heeft geen vrije pers, vandaar de uitzendingen vanuit de Amsterdamse studio. Desondanks worden zij geregeld verstoord door het Sudanese regime. Die zenden stoorsignalen uit, waarop het station weer op zoek kan naar een nieuwe frequentie.
Dag van de persvrijheid
Vandaag is het de dag van de persvrijheid. Sudanese praktijken zijn hier niet voor te stellen. “Persvrijheid heeft óók in Nederland nog altijd veel onderhoud nodig”, zegt Thomas Bruning, initiatiefnemer van de Stichting Persvrijheid. “Denk aan de aanslagen op redacties van Telegraaf en Panorama.”
In juni vorig jaar reed een auto in op het Telegraafgebouw en een jaar eerder schoten criminelen een raketwerper af op het pand waar de redactie van Panorama huist. “Journalisten en hun werk, worden aangevallen. Hier in Nederland is geen sprake van censuur of gevangenschap, zoals je in Turkije, Rusland of Noord-Korea ziet; de dreiging komt van buiten. Veiligheid van journalisten is een zaak om je zorgen over te maken.”
Belangrijke pijler
Vrije pers is een belangrijke pijler voor een goed werkende democratie. Denk bijvoorbeeld aan de Teevendeal, toen aan het licht kwam dat het Openbaar Ministerie met drugsdealer Cees H. een schikking van 4.7 miljoen gulden had getroffen leidde dit tot het aftreden van verschillende ministers. Een nog bekender voorbeel: het Watergate-schandaal. Twee journalisten toonden aan dat de Amerikaanse president Nixon had afgeluisterd bij de democraten en hiermee de verkiezingen beïnvloed. Dit leidde uiteindelijk tot zijn vertrek. Goede berichtgeving zorgt ervoor dat burgers welingelichte beslissingen kunnen nemen. Ook zijn journalisten in staat om misstanden aan de kaak te stellen.
Persvrijheid houdt in dat journalisten hun werk kunnen doen zonder dat de overheid zich hiermee bemoeit, en zonder bang te zijn voor politieke vergelding achteraf. Reporters Without Borders houdt een lijst bij van alle landen en hoe het met de persvrijheid gesteld is. Ter vergelijking: van de 180 landen staat Sudan op plaats 175, Nederland op de vierde plek. Alleen Noorwegen, Zweden en Finland scoren beter. Dit heeft te maken met politieke vrijheid en zegt dus niets over bedreigingen door derden.
Julian Assange
Klokkenluider Julian Assange is deze week ook weer in opspraak gekomen. Los van eventuele persoonlijke misstanden en -daden heeft de godfather van klokkenluidersplatform WikiLeaks veel voor elkaar gekregen. Anonieme bronnen kunnen via de site informatie wereldkundig maken, hiermee is met name de VS geregeld in verlegenheid gebracht.
Een positieve ontwikkeling in Nederland is een nieuwe wet die het mogelijk maakt bronnen beter te beschermen. Bruining: “Dat raakt nieuwsconsumenten rechtstreeks. Als bronnen bang zijn om naar de media te stappen, is het publiek niet optimaal geïnformeerd.” Wanneer veiligheid niet gegarandeerd is, bestaat de kans dat ook journalisten een onderwerp mijden. “Ook in Nederland moet je daarbij stilstaan. Als we dit soort zaken niet in de gaten houden, kan dat leiden tot zelfcensuur.”
Vast in Turkije
Hoewel we er in Nederland dus relatief goed voorstaan, betekent dat niet dat we deze dag ongemerkt voorbij moeten laten gaan. Sommige landen waar we op vakantie gaan, hebben namelijk wél last van weinig persvrijheid. Neem bijvoorbeeld Turkije, een land dat ‘gezond’ lijkt. Bruining: „Daar zitten meer dan 100 journalisten vast vanwege hun werk. In Hongarije is bijna alle media in handen van de politieke partij die daar de macht heeft; Orbán. In deze landen zijn journalisten ook serieus beperkt in hun werkaamheden.”
Iemand die dit aan den lijve ondervond is onze eigen Ebru Umar. De columniste doet geregeld stof opwaaien met haar meningen, wat ook precies de taak is van een columnist. „Iedereen die jankt over dat je niets meer kunt zeggen in Nederland, doet precies dat: janken. Je mag én kunt hier alles zeggen, alles publiceren ”, zegt Umar. „Er zitten echter wel consequenties aan wat je publiceert, sommigen mensen vinden het een reden om je te bedreigen. Dat moeten zij weten, het laat mij redelijk koud. Ik mág schrijven, ik kán schrijven en ik word gepubliceerd. Lezers hebben de vrijheid om te reageren. Gelukkig maar.”
Dagelijks bedreigd
Dit levert haar bedreigingen op, al neemt zij die zelf niet meer serieus. „De een vindt het al een bedreiging als iemand zegt dat hij weet waar je woont, de ander als iemand zegt dat hij je doodmaakt. De eerste keer schrik je, de tweede keer leg je het al makkelijker naast je neer. Na een tijdje denk je: joh, flikker toch op. Ik raak inmiddels nergens meer van onder de indruk.”
Ebru Umar is Nederlandse van Turkse afkomst. Tijdens een verblijf in Turkije werd zij in 2016 gearresteerd. Umar: „Dat begon om een paar tweets, later kwam daar van alles bij: aanklachten wegens columns, interviews en zelfs een cartoon die ik niet zelf had getekend. Op een gegeven moment liepen er twaalf aanklachten.” Zeventien dagen duurde Umars landarrest voordat zij door inspanningen van TMG en de Nederlandse overheid weer terug naar Nederland kon. „Dat is anders voor de mensen die daar wonen, die kunnen nergens heen. Journalist zijn is in Turkije het gevaarlijkste beroep, je kan er je werk niet uitoefenen.”
Drugscartels
Toeristen merken daar over het algemeen bijna niks van. “In Turkije zie je veel verschillende kranten en media”, legt Bruining van Stichting Persvrijheid uit. „De lijn tussen ‘goed’ en ‘fout’ is vaak heel dun. Wanneer je de lijn overtreedt, is er pas echt gevaar. Je wordt ontslagen, bedreigd of zelfs gevangengezet. Kritische journalisten, zeker met een Koerdische, linkse of Gulen-invalshoek, kunnen hun werk bijna niet doen. Dat zie je als consument hooguit op tv, die vooral Erdogan-georiënteerd is. Niemand is kritisch op de leider van het land.”
Ook als de overheid er geen hand in heeft, zijn er factoren die de persvrijheid kunnen inboeten. De Mexicaanse drugscartels zijn hiervan een bloedig voorbeeld. Journalisten die over de criminelen verslag doen worden vaak gewelddadig omgebracht. Dit weerhoudt veel Mexicaanse media in hun berichtgeving. Hier in Nederland is het lang niet zover. De aanslagen op de Telegraaf en Panorama herinneren ons er aan dat het zaak blijft om de veiligheid van onze journalisten te bewaken.
Zelfcensuur
Dreigementen kunnen leiden tot zelfcensuur bij journalisten. Waar Umar negatieve of agressieve reacties gemakkelijk van zich laat afglijden geldt dit niet voor iedereen. Uit vandaag gepresenteerde onderzoeksresultaten blijkt dat de helft van de vrouwelijke journalisten te maken heeft met werkgerelateerde bedreigingen, intimidaties of geweld, 37 procent zelfs maandelijks.
Die bedreigingen komen onder meer van ‘gewone’ burgers, maar ook vanuit het bedrijfsleven en criminelen. Naast de psychologische gevolgen voor de journalisten, die variëren van slapeloosheid tot PTSS, leiden de dreigementen ook geregeld tot zelfcensuur bij de journalisten. Ondanks dat velen daar begrip voor zullen kunnen opbrengen, is het de taak van zowel uitgevers als overheid de persvrijheid van journalisten te garanderen én bewaken.