Festivalflarden van een liefhebber
Metro’s Iris houdt van elektronische muziek, dansen, Raketjes en de vluchtige luchtigheid, allemaal te vinden op festivals. „Wat gaat de tijd toch altijd veel te snel…” #waarisdeafter
Ergens op een festival, zomer 2018
,,Ga je lekker?” vraagt een jongen die naast me is komen dansen. Het blijft toch wel dé openingszin, op de voet gevolgd door: ‘naar welke festivals ga jij nog deze zomer?’
Ik heb niet altijd even veel zin om te praten, zeker niet wanneer de dj echt heel lekker aan het draaien is. In plaats van een flauw afwimpelsmoesje of een geveinsd ‘ik heb last van mijn keel’ (kuch kuch), zeg ik het altijd maar gewoon eerlijk. ‘Ik ben even niet in een praatbui, maar in een dansbui, veel plezier nog!’ (high five)
Hardgaangast
Toch zijn vaak ook die kortstondige gesprekjes erg vermakelijk. Over de glitters op de gezichten van meisjes, die vaak lijken op derdegraads brandwonden. Over dé lekkerhardgaan-gast, op elke stage en in elke tent te vinden, hélemaal uit zijn naad en die je als vanzelf een dikke thumbs up geeft. Of: ,,wil je een echte bubblegum experience?” Een van míjn festivallievelingszinnen, waarna ik mijn pakje roze kauwgom uit mijn heuptas opduikel en iemand daarna zo’n acht tot tien hele fijne minuten laat beleven, weer even terugdenkend aan de grote kauwgomballen van weleer, daar in de hete kolkende technotent op een bpm’etje of 120 met zwetende feestgangers om ons heen.
Gelukkig hebben we de herinneringen nog
Ja, ik houd van de luchtige vluchtigheid, of de vluchtige luchtigheid, en eigenlijk ook wel van zwetende feestgangers die als een rode draad door een festivaldag slash minivakantie lopen en dansen. Festivalherinneringen en -flarden zijn er volop.
Awakenings 2009, die allereerste en waar ik er nog bijliep als een kerstboom (legerpetje, grote oorbellen en een roze broekje) en telkens bang was in de Dixi te vallen, al veranderen sommige dingen nooit. Mysteryland 2016, toen ik mijn liefde voor hardstyle ontdekte bij Q-Dance en waar ik Jan en Bart uit Uithoorn ontmoette, waarna meteen een Mysteryland-traditie werd geboren (zie jullie in augustus weer, links vooraan!)
DGTL 2019, waar gewoon alles klopte, van de zon tot mijn hart en Marcel Dettmann bij de stage in de vorm van een kerk. Raven op locatie: Exit in 2017 in Servië waar iedereen ook nogal Balk-aan was.
Of Mystic garden 2018 waar ik kwam, zag en de secret stage ontdekte, en niet meer weg wilde, maar wel moest, van de beveiliging. Maar ook Awakenings 2015, toen mijn telefoon werd gejat, of Awakenings 2017 toen ik mijn telefoon verloor. Tja. Het hele leven is festivallen en weer doorgaan, en misschien iets beter op mijn telefoon letten.
Zo’n beetje alle festivals, 2009 – heden
Een uurtje of zeven. Ik lik aan mijn derde Raketje, die dingen gaan er op dit soort dagen in als een banaan, die ik overigens ook net heb gegeten. Op het gras liggen mensen op hun rug naar boven te kijken (,,wow… zie jij daar ook een wolk in?”), elkaars hoofd te masseren en een enkeling poogt nog een ‘leuke groepsfoto’ te maken en deze meteen te posten #festivalsquadofhoeschrijfjedat?
De tijd vliegt en de op-een-en-twee-na-belangrijkste vragen poppen op: Bij welke dj gaan we afsluiten? En heeft iemand nog muntjes?
Dan is het ineens bíjna elf uur. Sommige mensen (type: verstandig) lopen al richting kluisjes ‘om de drukte voor te zijn’, anderen zoeken hun eerder gevonden festivalliefde op, of zoeken een nieuwe ‘voor het laatste nummertje’, de meeste liefhebbers knallen nog even goed door tot het eind. Zoals het hoort.
Enige festivalnadeel: om stipt 23 of 00 uur stopt het. Vergunningen enzo.
Nou. Ik wil nog niet naar huis en kijk omhoog, naar de nacht die nog onontdekt en lekker duister voor me ligt. Ik pak mijn telefoon erbij. Hé Siri, waar is de after?
FestivalVier
Vind jouw podium: metafoor van het leven natuurlijk, maar op festivals voldoet zelfs al een minuscule verhoging. Het is gewoon altijd lekker om de ruimte en een goed overzicht te hebben. Ik heb wel een podiumregel: niet praten of continu op je telefoon zitten of bier over me heen gooien -al is dat nog niet eens zo heel erg #biervlektniet-, maar tánzen ja!
Voor lensdragers: flesje oogdruppels mee. Wel grote kans dat je het bij de controle even in je oog moet spuiten, om aan te tonen dat het geen GHB of keta-spray (neusdruppels met ketamine) is. Geloof me: einde middag voelen die oogdruppels alsof er engeltjes in je oog tuffen zo lekker.
Oordopjes: De een zweert bij op maat gemaakte, ik ga nogal goed op Ohropax, gewoon te koop bij de drogist en in je handen kneedbaar tot de voor jou perfecte ‘dopjes’. Sterker nog: ik vind de muziek zelfs mooier klinken mét (minder schel) en je hoort eventuele borrelaars naast je minder luid praten (maar ga toch van dat podium af!).
Alleen op pad: ik ga regelmatig ook gewoon alleen naar festivals. Of naar de bioscoop, maar dat is weer een ander verhaal. Je kunt gaan, staan en dansen waar je wil. Je komt vaak genoeg vrienden tegen en je ontmoet altijd weer vreemden, die je nieuwe festivalvrienden worden.
Ps. Mijn festivalzomer volg je op @irishermans1 en leuke feesten-, partijen-, festival- en after-tips altijd welkom!