Duizenden scholieren hebben verkeerd VO-advies gehad
Duizenden basisscholieren hebben een advies voor het voorgezet onderwijs gekregen dat niet klopt. Dat heeft het onderwijsministerie bekendgemaakt. De adviezen zouden mogelijk te hoog gegrepen zijn voor ze. Er moet opnieuw naar de beoordelingen worden gekeken, maar de testen hoeven niet opnieuw gemaakt te worden.
Verkeerd advies
Dit voorjaar deden 175.000 kinderen een eindtoets. Van alle incorrecte toetsadviezen (19.854) is het overgrote deel te hoog uitgevallen (18.288). Een groep van 1566 leerlingen heeft een te laag toetsadvies gekregen. Dat schrijft onderwijsminister Arie Slob aan de Tweede Kamer.
De uitkomst van zo’n toets kan ervoor zorgen dat het eerdere, leidende advies van de leraar wordt aangepast: het advies valt dan hoger uit. Bij de beoordeling van twintigduizend toetsen zijn fouten gemaakt. In de meeste gevallen maakten de fouten niet uit voor het advies, maar een nog onbekend aantal kinderen moet er rekening mee houden dat ze beter niet naar het vwo kunnen, maar naar de havo. Het zou om ongeveer 11 procent van alle groep 8-leerlingen gaan. Niet alle leerlingen hebben ook daadwerkelijk een verkeerd advies gekregen, omdat het oordeel van de leerkracht erg zwaar weegt.
De te hoog beoordeelden hebben een toetsadvies gekregen dat één toetsadviescategorie te hoog was. Zij hebben bijvoorbeeld een vwo toetsadvies gekregen, terwijl zij eigenlijk een havo/vwo toetsadvies hadden moeten krijgen, aldus de bewindsman.
De scholieren met een te laag toetsadvies hebben allemaal een pro/vmbo bb toetsadvies gekregen, terwijl zij eigenlijk een vmbo bb/vmbo kb toetsadvies hadden moeten krijgen, schrijft Slob. "Een onjuist toetsadvies hoeft niet te leiden tot een onjuist eindadvies", benadrukt hij. „De school heroverweegt immers naar aanleiding van een hoger toetsadvies het schooladvies en stelt dan eventueel naar boven bij."
Oorzaak niet bij toetsaanbieders
De fouten zijn gemaakt bij de beoordelingen van de toetsen die zijn aangeboden door andere aanbieders dan CITO. Het gaat om de IEP Eindtoets, ROUTE 8, Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets. Volgens het ministerie ligt de oorzaak van het probleem niet bij de toetsaanbieders.
Op 15 mei constateerde de bij het proces betrokken Expertgroep Toetsen PO, een onafhankelijk adviesorgaan voor het ministerie van Onderwijs, dat ze met verkeerde waarden heeft gerekend. Daardoor kwamen de waarden van de Centrale Eindtoets en die van andere toetsaanbieders niet overeen, wat wel de bedoeling was. De minister laat onderzoek doen naar het incident, zegt hij.