Anne Kersten Nieuws 15 mei 2019, 08:00

Leestijd: 6 minuten

‘Die Duncan kan me eigenlijk gestolen worden’

Dinsdagavond mag dan de officiële Eurovisie Songfestivalaftrap zijn geweest, het Nederlandse spektakel barst donderdag pas los. Dan betreedt Duncan Laurence in de tweede halve finale het podium en laat hij zijn Arcade horen. De Nederlandse fans zijn er helemaal klaar voor.

­„Ik kijk hier al lang naar uit”, vertelt de 26-jarige Werner. Al sinds jongs af aan volgt hij het Songfestival, maar pas sinds de deelname van Anouk is hij echt „blijven plakken”. „Toen begon ik het echt serieus te volgen en de data in mijn agenda te blokken.”

Voor de halve finale is hij nog niet klaar, maar de voorbereidingen voor de finale zijn wel alvast getroffen. „Ik heb een afspraak op donderdag staan, dus ik denk dat ik het ga moeten terugkijken. Maar voor de finale ben ik wel helemaal klaar.” Maar wat als Duncan Laurence helemaal niet doorgaat naar de finale? „Duncan kan me eigenlijk gestolen worden. Ik kijk echt voor het geheel eromheen”, aldus Werner. „Het is overigens best een leuk nummer hoor, maar ik houd me echt niet bezig met of we gaan winnen of niet. Het gaat me echt om het spektakel.”

Entertainment

Op zaterdagavond zit hij dan ook voor de buis klaar met een groepje vrienden. „Dan doen we een bingo of een suf afstreepdingetje.” Echt entertainment vindt hij het. „Lekker een avondje je ongezouten mening geven, heerlijk.” Naast de bingo wordt er ook uitgebreid geanalyseerd. „We kijken bijvoorbeeld naar alle vooroordelen over landen. Bijvoorbeeld: hoe dieper in de Balkan, hoe dieper de decolleté kan. Heel oppervlakkig, maar zo lekker fout. Ik houd ervan.”

Anders dan Werner is 100% NL radio-dj Barry Paf wel helemaal gek van Duncan Laurence. „Ik denk dat ik dit jaar voor het eerst meer fan ben van de artiest dan van het Songfestival.” Hij is dan ook helemaal #TeamDuncan. Dat komt dan misschien vooral omdat de dj hem nog kent van de Voice of Holland, waar de zanger in 2014 aan meedeed. „Toen hoorde ik hem zingen en dacht ik al ‘Jezus wat is hij getalenteerd’. Die man is echt waanzinnig goed.”

Gemotiveerder dan ooit

Fan van het Songfestival is ‘ie eigenlijk altijd al geweest. „Dat heb ik van huis uit meegekregen”, vertelt de 39-jarige Paf. Dit jaar gaat het toch wel wat dieper dan bij voorgaande jaren. „Ik ben gemotiveerder dan ooit en leef echt mee met Duncan, maar ik maak me wel een beetje zorgen over die podiumact met die bol.” Toch vindt hij het niet ‘erg’ dat hij meeleeft met de drama van het spektakel. „Het is fijn om je op te kunnen winden over liedjes, clips en jurken. Het is een manier om weg te komen uit de problematiek van de huidige samenleving.”

Het Songfestival wordt dan ook maanden van te voren in zijn agenda geblokt. „Dat staat er standaard al in joh”, lacht Paf. Het liefste zou hij afreizen naar het land waar het Songfestival gehouden wordt, maar dat is tot nu toe niet gelukt. „Ik kon het niet combineren met mijn werk, maar nu ik bij 100% NL werk heb ik goede hoop dat ik volgend jaar misschien als verslaggever naar het Songfestival mag.” In zijn programma is er veel aandacht voor het Songfestival en Duncans avontuur, maar toch is Paf wel een beetje jaloers op de mensen die wél in Tel Aviv staan. „Ik had er echt graag bij willen zijn. Als je daar bent, is het toch anders dan vanuit de radiostudio.”

Naar voren dringen

Dat het er op locatie heel anders aan toe gaat, kan de 46-jarige Harald beamen. Hij is al tien keer afgereisd naar het buitenland om het Songfestival mee te maken. Vorig jaar stond hij nog vooraan in Lissabon. „Dat is een kwestie van op tijd zijn, een beetje naar voren dringen en je ellebogen gebruiken”, lacht hij. Helemaal vooraan sta je overigens gewoon in een vak, waar je van te voren kaarten voor kunt kopen. Achteraan was Harald dus sowieso al niet geëindigd.

„In Lissabon hing vorig jaar zo’n leuke sfeer”, vertelt de fan. „Overal zijn feestjes en in bijna iedere kroeg is het Songfestival te volgen. Je ontmoet er veel nieuwe mensen, die het allemaal leuk vinden en waar je dus automatisch iets mee gemeen hebt: de liefde voor het Songfestival.” Die verbondenheid trekt Harald. „De gemeenschap rondom het Songfestival is gewoon heel erg gezellig.”

Maanden voor de uiteindelijke halve finale begint het al te kriebelen. „In december eigenlijk al, dan begint de kaartverkoop en worden de eerste plannen gemaakt.” Als Harald en zijn vrienden kaarten kunnen bemachtigen, wordt er een vlucht of hotel geboekt. „Dat begint maanden van te voren al te leven.”

Op de fiets

Dat begint al met het lezen van de blogs, het bijhouden van de polls en het volop speculeren. „Dat speculeren hoort erbij, dat onderdeel is de lol van iedereen”, vindt Harald. „Je moet alles natuurlijk wel met een korreltje zout nemen, want die polls worden bijvoorbeeld al opgesteld voordat de artiesten überhaupt op een podium hebben gestaan.”

Donderdag kijkt Harald niet – zoals gebruikelijk – in de kroeg, maar thuis. „Het is nu zo populair geworden dat het waarschijnlijk te druk is in de kroeg. We willen het wel serieus kunnen volgen.” Niet zomaar kijken dus, maar heuse lijstjes bijhouden en volop speculeren wie hoeveel punten krijgt en wie doorgaat.

Tel Aviv zat er dit jaar overigens niet in, hoewel Harald graag gewild had. „Het is zo duur dit jaar. Een kaartpakket voor drie shows kost duizend euro. Dat is nog exclusief vlucht en verblijf. Als Duncan dit jaar nou even wint, kunnen we volgend jaar op de fiets.”

Tips voor de ultieme beleving?

„Probeer aan het begin van de act je ogen dicht te doen”, aldus Paf. „Het Songfestival is een total experience, maar met alleen de audio hoor je alles heel anders. Als iemand vals zingt, valt hij véél sneller door de mand. En na een minuut open je gewoon je ogen en kun je volop genieten van alle vlammen, danspasjes en windmachines.”

Ook Harald heeft een tip: „Kijk van te voren alvast naar alle fimpjes op Youtube. Als je de nummers al een keer hebt gehoord, is het altijd leuker dan wanneer je er blanco in gaat. Sommige nummers moet je nu eenmaal twee keer luisteren voordat je ze gaat waarderen. En geniet verder vooral bij het kijken.”