Volwassenen spelen te weinig en dat is zonde
Door te spelen leren we omgaan met complexe situaties en emoties. Daarom moedigen we het aan bij kinderen. Waarom vergeten we dit als we volwassen zijn?
Nadat ik vorig jaar stopte met roken, kocht ik van het bespaarde geld als eerst een skateboard. Eigenlijk wilde ik dit al langer, ik beleefde er vroeger mateloos veel plezier aan. Dat ik binnen zes maanden mijn pols zou breken, mocht de pret niet van drukken. Nog steeds, niet trouwens.
Kans op letsel
„Alsnog minder schadelijk dan sigaretten”, verzekerde de arts mij lachend terwijl hij mijn arm ingipste. In het afgelopen jaar blies ik meer hobby’s van vroeger nieuw leven in. Recent verscheen in Psychologie Magazine een uitgebreid artikel dat omschreef dat we vooral moeten blijven spelen op latere leeftijd, blijkbaar doe ik toch iets goed.
Die gebroken pols is een van de aanwijsbare redenen dat er op latere leeftijd minder gespeeld wordt: risico. Tijdens spel (en sport) loop je een verhoogde kans op letsel. Verder kost het energie en tijd natuurlijk.
Homo Ludens
Het boek Homo Ludens stamt uit 1938. Dit standaardwerk over de spelende mens van Johan Huizinga heeft de pensioengerechtigde leeftijd dik overschreden, toch blijft de inhoud onverminderd relevant. Huizinga stelt dat mensen in de basis spelende wezens zijn en dat alles wat wij cultuur noemen uit spel voortvloeit.
Spel kent verschillende definities, allicht komt die van Lenore Terr het dichtstbij. De psycholoog omschreef het in haar boek Why Adults Need To Play (1999) als ‘een activiteit met plezier als grootste doel’. Denk aan je favoriete sport of het bespelen van een muziekinstrument. Dit levert voor de één puur plezier op, voor een ander is het alleen maar frustrerend en voor een derde misschien zelfs werk.
Spelen als kind
Als kind spelen we om de wereld om ons heen te ontdekken. Het is goed voor socialisatie, we leren omgaan met problemen en beleven er ook nog eens plezier aan. Aan spelen hangt een lange lijst met voordelen. We kunnen er makkelijker door leren, niet voor niets worden er steeds meer spelelementen in het onderwijs geïmplementeerd. Op latere leeftijd lijken we de speelsheid wel te verliezen.
„Ons leven zit vol activiteiten, maar het vrije spel verdwijnt steeds meer”, zegt orthopedagoog Pim van der Pol. Volgens hem leeft hierover bij speldeskundigen een grote zorg. Dat het vrije spel verdwijnt is jammer, want juist daarmee leer je omgaan met de werkelijkheid die zo indringend is.
Cruciaal
Volgens speeldeskundige Froukje Hajer zijn kinderen en spelen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zij is wel van mening dat voor volwassenen hetzelfde geldt: „Spelen is cruciaal voor de ontwikkeling, al noemen we het bij volwassenen vaak anders. Denk aan de campagne van Heel Holland Bakt, dat is ook spelen met ingrediënten.”
Hierbij staat wel voorop dat je je eigen wereld kan creëren. Hajer: „Het is cruciaal dat mensen, kinderen én volwassenen zelf blijven nadenken en creatief bezig zijn.” Als je alleen door apparaten wordt geleefd of je door Netflix laat vermaken, is dat niet het geval. Van der Pol is het daarmee eens: „Kinderen moeten vooral de tijd krijgen om hun spel te ontwikkelen. Wat volwassenen betreft: probeer je speelse blik te behouden.”
Stuart Brown staat internationaal bekend als autoriteit op het gebied van spel. Hij sprak meer dan 6000 mensen over hun speelgeschiedenis voor zijn boek Play: how it shapes the brain, opens the imagination, and invigorates the soul. Hij ondervroeg onder anderen moordenaars in een Texaanse gevangenis, die bleken maar weinig te kunnen spelen vroeger. Veel kunstenaars en Nobelprijswinnaars speelden nu nog steeds, die waren er mentaal veel beter aan toe.
Speel je nog?
Ga voor de grap eens na hoe jij vroeger speelde en stel jezelf de vraag: waar werd ik het meest gelukkig van? Ga vervolgens eens na of daar nog steeds elementen van aanwezig zijn in jouw dagelijks leven. Voor mij was dit het skateboard, maar dit is natuurlijk voor iedereen anders. Ik ben benieuwd.
‘We stoppen niet met spelen omdat we ouder worden, we worden ouder omdat we stoppen met spelen.’
– George Bernard Shaw