Vier vragen over Stichting Achterblijvers
De groep die hun kinderen en kleinkinderen terug wil halen uit Syrië, wordt per 17 april ingeschreven als stichting. Zo hoopt de groep ouders serieuzer genomen te worden.
Al twee jaar heeft een groep ouders wiens kinderen naar het voormalige kalifaat trokken, regelmatig contact met elkaar. Zij willen dat hun kinderen worden teruggehaald en berecht. Ook willen ze hun kleinkinderen uit de overvolle kampen halen. Dat meldt De Volkskrant maandag.
Om hoeveel mensen gaat het?
Volgens de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gaat het om veertig volwassenen en 65 kinderen. Daarvan is niet iedereen meer Nederlander, in 2017 werd er van vier Syriëgangers het Nederlanderschap ingetrokken. Hoeveel van deze vier onder de eerder genoemde veertig Syriëgangers vallen, is niet bekend.
In totaal trokken er vanuit Europa zo’n vijfduizend tot zesduizend mensen naar Syrië om zich aan te sluiten bij IS. Er waren ongeveer 280 Nederlanders die zich bij het Kalifaat aansloten. De cijfers verschillen overigens. Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid zijn er sinds het begin van de Syrische burgeroorlog in een periode van twee jaar 169 Nederlanders naar Irak en Syrië vertrokken om als jihadist te vechten. Deskundigen vermoeden dat het misschien wel om 300 tot 500 mensen gaat, omdat familie van een jihadist dit vaak verzwijgt.
Wat wil de stichting dat er met de Syriëgangers en hun kinderen gebeurt?
Het is niet zo dat de ouders van de Syriëgangers verwachten dat de kinderen weer teruggaan naar hun oude leven. Tegen De Volkskrant zegt Hoessein, prominent lid van de stichting: „Natuurlijk moeten onze kinderen hier voor het hekje komen voor wat ze daar hebben gedaan en om te voorkomen dat ze hier iets gevaarlijks gaan doen. Maar wij willen niet dat onze kleinkinderen, net als de kinderen van NSB’ers zeventig jaar geleden, moeten boeten voor de daden van hun ouders.”
De Kinderombudsman wil dat de kinderen – de kleinkinderen van de leden van de stichting dus – worden opgehaald uit Syrië. In april 2018 publiceerde de ombudsman al een rapport. „Hun ouders zijn afgereisd naar het kalifaat en hebben hun kinderen daarmee in groot gevaar gebracht. Een deel van hen zit vast in kampen in Syrië. Verschillende bronnen geven aan dat deze kinderen verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. […] En ook in de kampen waar zij nu leven, zijn de omstandigheden slecht”, aldus de Kinderombudsvrouw.
Waarom wil de Nederlandse overheid deze mensen niet terughalen?
Het heeft nogal wat voeten in de aarde om de vrouwen en kinderen waar het om gaat terug te krijgen. In januari liet minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) weten dat de overheid zich niet actief zou inspannen om de kinderen terug te halen. In maart liet hij ook weten dat Nederland zich niet in het strijdgebied begeeft omdat het gevaarlijk en onverantwoord is.
Op dit moment is het zo dat moeders zelf naar de Nederlandse ambassade of consulaat moeten komen met hun kinderen. Omdat het te onveilig is in de regio, kunnen de vrouwen en hun kinderen niet worden opgehaald uit de kampen waar ze vastzitten. Als ze een Nederlandse post bereiken, zal de marechaussee ze begeleiden naar Nederland, waar ze direct vast worden gezet. De kinderen worden opgevangen door de Kinderbescherming.
Worden de Syriëgangers in Nederland berecht?
Ja, de vrouwen worden ook direct vastgezet als ze in Nederland aankomen. Het Openbaar Ministerie (OM) wil in elk geval tien vrouwen die in de kampen zitten vervolgen. Als dit gaat gebeuren, moeten de vrouwen naar Nederland worden gehaald.
De Volkskrant sprak de moeder van één van de Syriëgangers. „Ik zeg ook zeker niet dat ze zo de maatschappij in kan. Ze heeft vierenhalf jaar in dat gebied geleefd, ze zal zichzelf daar zijn kwijtgeraakt in het gedachtengoed van IS. […] Eenmaal achter slot en grendel zal ook beoordeeld kunnen worden of ze gevaarlijk is.”