Verbod zal designerdrugs niet direct terugdringen
Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) en minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) zijn bezig aan een wetsvoorstel waarin designerdrugs verboden worden. Daarnaast moeten hele groepen grondstoffen waarmee deze drugs worden gemaakt, ook worden verboden.
In De Telegraaf zei Blokhuis vrijdag: „Daardoor hoeven we niet meer achter de feiten aan te hollen. De markt was ons steeds te snel af. Zodra we een drug op de lijst van verboden stoffen hadden gezet, werd de samenstelling ietsjes veranderd en was het niet langer illegaal.” Voorbeelden van dit soort drugs zijn onder andere 2C-B, 4-FA (4-FMP), Benzo Fury (5-APB, 6-APB), mephedrone (4-MMC, miauw miauw) en methoxetamine (MXE).
Drie belangrijke invloeden
Maar gaat verbieden ook echt wat opleveren? „Er zijn drie punten die invloed hebben op gebruik”, legt Alex van Dongen, verslavingsdeskundige bij Novadic Kentron uit. „Betaalbaarheid, beschikbaarheid en marketing, dus het imago van een middel.
In Nederland wordt veel XTC gebruikt. Logisch, het is goedkoop, heeft een goed imago en de beschikbaarheid is goed – in Nederland wordt veel XTC geproduceerd. Ga je designerdrugs verbieden, dan neemt de toegankelijkheid af en het imago wordt minder aantrekkelijker en zullen mensen er in ieder geval niet sneller naar grijpen.”
Niet ineens stoppen
Dat betekent niet dat het gebruik ineens zal stoppen, voegt Daan van der Gouwe van het Trimbos-instituut toe. „XTC is al jaren verboden maar het gebruik was nog nooit zo hoog als nu. Een verbod zal het gebruik dus in eerste instantie niet beïnvloeden. Maar nu zijn middelen vrij verkrijgbaar en vrij te verkopen. Er zijn talloze websites waar je designerdrugs op kunt kopen. Dat kan niet meer wanneer je de stoffen opneemt in de opiumwet. Het aanbod is anders en daardoor het gevoel bij gebruikers ook. Nu kan een gebruiker denken: het is legaal dus het kan geen kwaad.”
Neveneffecten
Ook zijn er niet alleen maar positieve effecten. Van der Gouwe test bij het Trimbos-instituut drugs van gebruikers. De samenstelling van de genotsmiddelen worden door het instituut onderzocht zodat mensen weten wat ze gebruiken. „Wat je bijvoorbeeld wel ziet, is dat designerdrugs als ze eenmaal verboden worden, minder zuiver worden. Een paar jaar terug is er veel te doen geweest om de drug 4-FA. Na het verbod is het gebruik afgenomen. Maar de zuiverheid van het middel is ook verwaterd. We testen deze drug nog steeds regelmatig, voorheen was het pure 4-FA. Nu zit er van alles in. Middelen die minder schadelijk lijken, maar ook middelen die schadelijker lijken. Het verbieden van stoffen heeft dus óók ongewenste neveneffecten, het kan zijn dat er schadelijker middelen op de markt komen. Middelen waar we nog niks van weten. De gebruiker ervan is dus zijn eigen proefkonijn!”
Jarenlang debat
Of reguleren een oplossing zou zijn, weten beide heren niet. Van der Gouwe: „De cannabisregulering is nog steeds niet van de grond na jaren debat. En ook het debat over XTC is nog steeds gaande. Het reguleren van designerdrugs is nog nergens in de wereld geprobeerd, meestal wordt er een generieke wetgeving op toegepast.”
Van Dongen: „De toegankelijkheid wordt in principe alleen maar groter als je reguleert, maar toch zal ook een verbod niet direct tot minder gebruik leiden. Het is nu al niet zo dat mensen door verleiding (bijvoorbeeld door het in een etalage van een winkel te zien) designerdrugs kopen terwijl ze dit eigenlijk niet van plan waren. Ook zal niet op elke designerdrug direct gehandhaafd worden zodra het verboden is. Echter, het zal dan wel mogelijk zijn zodra het nodig is. Bijvoorbeeld als er een heel gevaarlijke nieuwe drug op de markt komt. Daar kan nu nog niks tegen gedaan worden. Als deze wet erdoor komt wel, het is vooral preventief.”
Terugdringen van de vraag
Het Trimbos-instituut zet zich nu vooral in op het terugdringen van de vraag. „Door de effecten en vooral de risico’s (voor zover bekend) te benoemen, willen we de vraagkant beïnvloeden”, licht Van der Gouwe toe. „In Nederland is er al veel objectieve informatie, maar dat kan altijd beter. Zeker als het om designerdrugs gaat. Een aantal lijken onschuldig, maar kunnen ook levensgevaarlijk zijn. Er zijn bijvoorbeeld ook alternatieven voor heroïne, die vaak sterker zijn en langer werken. In Amerika zijn er al veel incidenten gerapporteerd, ook fatale incidenten. Een mogelijk verbod op middelen kan zorgen voor een afname in de vraag. Dat moeten we flankeren met goed advies en goede informatie.”