‘Kijk niet weg’: kinderen nog altijd te zwaar
Volgens CBS-cijfers die vandaag bekend zijn gemaakt, zijn er nog altijd veel kinderen en jongeren met (zwaar) overgewicht. „Kijk niet weg”, tipt lifestyle coach en voetbaltrainer Michiel Smit.
Helemaal stuk
Wanneer is een kind te dik? Een lastige vraag, maar ook weer niet, vindt lifestyle coach Michiel Smit. Staar jezelf in elk geval niet blind op het BMI, „mensen hameren daar altijd zo op, maar het zegt niet zo heel veel over je gezondheid.” Wel: als een kind na een half uurtje buiten spelen of 100 meter rennen al hijgend en helemaal stuk thuiskomt, „dat kan duiden op overgewicht, dat is niet normaal voor een kind.”
Een beter gewicht begint bij jezelf, maar in het geval van kinderen bij de ouder(s), waarbij gemakzucht vaak de boosdoener is. Te weinig aansporing tot beweging, „na een lange werkdag geven ze hun kind een tablet of spelcomputer” en te vaak even naar de McDonald’s of Burger King, verzucht de coach uit Wilp, „die blijven ook maar stijgen in aantallen.” En dat ondanks de healthytrend en alle #fitgirlsenboys, „dat zie je misschien wel veel in Amsterdam, maar nog echt niet in de rest van het land.”
Het is ook vaak jong slecht geleerd, oud slecht(er) gedaan. „Als je als kind nooit ziet dat je moeder een sinaasappel perst, maar wel vaak de frituur aan knalt, dan neem je dat vanzelf over.”
In het veld
Hij ziet kinderen met obesitas in zijn lifestyle coach praktijk, maar ook al in een stadium ervoor: op het voetbalveld, waar hij trainer is. „Je wilt niet weten hoeveel jongens er rondlopen met overgewicht als een malle!” Letterlijk ook lopen, „ze komen bijna niet vooruit, eentje slaat zelfs de warming-up over omdat hij het anders niet volhoudt.” Of een jongen die het door zijn gewicht aan zijn gewrichten heeft en twee keer in de week bij de fysio zit, „hoe ver kun je het laten komen?”
De fitte trainer ziet het met lede ogen aan, terwijl hij er in het verleden echt wel iets over zei tegen de ouders. Maar ja, haalt hij zijn schouders op, „mensen zeggen dan dat je je er niet mee moet bemoeien en ze bagatelliseren het, het kan zogenaamd altijd erger.” Het was heel anders in zijn tijd, blikt de begin dertiger terug en hij noemt het welbekende snoepzakje als voorbeeld. „Vroeger kreeg je een gulden mee voor na de wedstrijd, nu twee euro… Daar kun je veel meer snoepzakjes van kopen!”
Ook bij echte obesen -volgens het CBS met een BMI hoger dan 30- heeft hij zich tot de ouders gericht. „Ik kan het gewoon niet aanzien dat een jongen van veertien waarschijnlijk niet eens de 25 haalt als hij zo doorgaat.” Hij stelde een pakket samen en legde het voor, tegen een minimale prijs. Smit is meteen weer een beetje aangedaan als hij eraan denkt. „Ze hadden niets voor de gezondheid van hun kind over… Dat kan ik dus echt niet begrijpen. Wel geld voor de APK van je auto, niet voor een grote beurt voor je kind.”
Goud
Gelukkig zijn er ook ouders die wel aan de bel trekken. Hij helpt nu vijf extreem zware kinderen. Als eerste laat hij ze opschrijven wat ze willen bereiken en waarvoor ze zich schamen, onder andere. „Dat blaadje is goud waard.” Hij leest het ze voor als ze het even niet meer zien zitten. „Superconfronterend, maar het werkt wel.”
Hij begint met wandelen: een ‘rondje Wilpse Klei’, vol groen en boerderijen. Klinkt misschien alsof het geen zoden aan de dijk zet, of kilo’s van het lijf, „maar die kids hebben vaak nog nooit acht kilometer achter elkaar gelopen, trots dat ze zijn als we weer hij het beginpunt zijn!” Onderweg praat hij met ze over hun vriendjes, school, hun dromen. Zo wilde iemand graag tennissen, maar was er geen geld voor. De lifestyle coach is niet voor een gat te vangen en regelde lessen voor hem. „Dat kind explodeerde bijna van vreugde.” De eerste ballen gingen niet heel lekker, of snel, net als de jongen zelf, maar na een paar lessen lukt het wel. „Het zelfvertrouwen groeit en daar draait heel het plan om.” Want beter in je vel resulteert in afvallen, net zoals een burn-out of depressie juist obesitas in de hand werkt.
Hij wil het liefst iedereen gelukkig maken, vertelt de coach, wiens glas niet halfvol, maar juist heel vol zit, liefst met een speciaalbiertje op zijn tijd. „Daar word ik gelukkig van.” Hij ontwikkelde de ‘Smitmissie’, „een lifestyleprogramma voor iedereen met als doel om echt gelukkig te worden, want ja, dat kan écht.”
Bij kinderen is het heel belangrijk een sport te vinden die ze echt leuk vinden en om met ze te blijven praten. „Ik maak ze bewust van hun keuzes zonder de les te lezen, zodat ze sneller hun eigen levensstijl vinden.” Hij blijft constant erg betrokken -„zonder dat ik een stalker ben, hoor”- en elke twee weken is er een weegmoment. De kilo’s vliegen er zeker de eerste weken van af, maar nog belangrijker is de levenslust die weer terug is, het vertrouwen. „Dan kijk ik naar zo’n kind en denk ik: yes, we zitten op de goede weg.”
Kijk niet weg voor de situatie, tipt hij tot besluit zowel ouders van kinderen met obesitas als obesen zelf. „Begin gewoon ergens, dat is de eerste stap.” Anders kan het ook zomaar te laat zijn. De afgelopen vier maanden waren er drie aanmeldingen van mensen met obesitas, waaronder eentje van een middelbare scholier, die niet zijn op komen dagen. „Omdat ze zelfmoord hebben gepleegd, zo ver kan het soms gaan.”