Redactie Metro
Redactie Metro Nieuws 10 apr 2019
Leestijd: 1 minuut

Het aantal dierproeven in Nederland stijgt

Er vinden in Nederland steeds meer dierproeven plaats. In 2017 werden er in totaal 530.487 dierproeven voor Europese registratie geregistreerd; een stijging van 17,9 procent ten opzichte van 2016. Van dit aantal zijn muizen, ratten, kippen en zebravissen de grootste doelgroep.

Opvallend is dat ook het aantal medische experimenten met honden en katten stijgen. In 2016 ging dit om 656 honden en 89 katten, in 2017 steeg dit aantal tot 909 honden en 200 katten. Je leest het goed: een stijging van bijna vijftig procent in één jaar tijd. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Het onderzoek

De meeste dierproeven werden uitgevoerd voor de volgende doelen: fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (41,7 procent), en toegepast en omzettingsgericht onderzoek (26,7 procent).

Uit de gegevens blijkt dat bij 89,5 procent van de dierproeven de dieren tijdens of in het kader van de proef zijn doodgegaan of gedood. Bij 10,5 procent van de dierproeven blijven de dieren na afloop in leven.

Noodzaak?

Of een dierproef echt noodzakelijk is, wordt in Nederland „transparant, zorgvuldig en gedegen" beoordeeld. Daarvoor zorgt het geldende vergunningsstelsel dierproeven. Dat schrijft Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in reactie op een rapport van de NVWA.

De toename is opvallend omdat het kabinet streeft naar meer dierproefvrij onderzoek in Nederland. Volgens Schouten is die overgang wel gaande. „Nieuwe methoden, zoals met menselijke stamcellen, bieden mogelijkheden die er vroeger niet waren", meldt ze de Kamer in een brief.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.