AIVD en MIVD kregen regelmatig onterecht toestemming
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD, hebben het afgelopen jaar voor ongeveer één op de twintig verzoeken voor bijzondere bevoegdheden, ten onrechte toestemming gekregen van de minister. Het gaat dan bijvoorbeeld om het observeren in een woning, een DNA-onderzoek of het tappen van de kabel. In 4,5 procent van de verzoeken van de AIVD en 5,8 procent van de verzoeken van de MIVD had de bevoegde minister al goedkeuring gegeven, maar floot de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) de diensten alsnog terug.
2159 verzoeken getoetst
De TIB heeft in de periode van 1 mei 2018 tot 1 april 2019 in totaal 2159 verzoeken getoetst, staat in het donderdag gepubliceerde jaarverslag. Hoeveel verzoeken er per dienst zijn ingediend mag niet bekendgemaakt worden. Dat is namelijk staatsgeheim.
De driekoppige TIB is 1 mei vorig jaar opgericht als deel van de omstreden nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de Wiv 2017. Als de geheime diensten bijzondere bevoegdheden willen gebruiken, geeft de TIB een bindend oordeel. De onafhankelijke controle is bedoeld als extra waarborg tegen onnodige schending van de privacy.
Met name over tappen op de kabel was veel te doen in de nieuwe wet. De diensten spreken van ‘onderzoeksopdrachtgerichte kabelinterceptie’, tegenstanders noemen het ‘de sleepwet’. Het is een bevoegdheid waarbij grote hoeveelheden data verkregen kunnen worden. Daarbij zit onvermijdelijk ook data van veel personen die niet in de aandacht van de diensten staan.
Proportioneel en niet zo gericht mogelijk
Hoe vaak de TIB zich het eerste jaar over een dergelijk verzoek heeft moeten buigen, is niet bekendgemaakt. Het gaat om tenminste twee verzoeken per dienst, maar hoeveel meer is niet duidelijk. Aanvankelijk werden alle verzoeken afgekeurd omdat deze volgens de TIB niet „proportioneel en niet zo gericht mogelijk" waren. Na onderbouwing en aanpassing van de reikwijdte, zijn de verzoeken alsnog – gedeeltelijk – goedgekeurd.
De AIVD benadrukt in een reactie dat de dienst moest wennen aan de nieuwe werkwijze en dat er extra maatregelen zijn genomen. Werd het eerste half jaar nog iets meer dan 1 op de 20 verzoeken afgewezen, sinds december is dat gedaald naar iets meer dan 1 op de 50. Dat komt omdat een nieuw intern team de verzoeken eerst „nog eens extra tegen het licht houdt" en vermijdbare fouten voorkomt, aldus de AIVD.