Theo doet aan ‘Afvalbak Duiken’: ‘Het is verslavend’
Van honderd Mona-toetjes tot aan een stofzuiger en zelfs een briefje van 50 euro. Theo Vreugdenhil (28), predikant van een multiculturele kerk en ZZP’er in de zonnepanelen, duikt wekelijks de vuilnisbakken in om zijn boodschappen bij elkaar te ‘skippen’. „Het is altijd weer een verrassing wat je vindt. Op den duur raak je er verslaafd aan.”
Per persoon gooiden we in 2016 41 kilo aan eten weg, in 2010 was dit nog 48 kilo. Een kleine verbetering, maar alsnog te veel. Ter vergelijking: een babynijlpaard weegt zo’n 45 kilo. Vooral (jonge)gezinnen maken zich schuldig aan de verspilling van voedsel, blijkt uit onderzoek van het Voedingscentrum.
#verspillingsvrij
Om voedselverspilling tegen te gaan is stichting Samen Tegen Voedselverspilling – bestaande uit onder andere de overheid, het Voedingscentrum, Universiteit Wageningen, Albert Heijn, Mac Donald’s en Rabobank – vandaag de campagne ‘Hoe #verspillingsvrij ben jij?’ gestart. De bedoeling van de meerjarige campagne is om consumenten bewust te maken van de verspilling van voedsel. Met de hashtag #verspillingsvrij delen influencers en mensen thuis hun eigen tips.
Volgens Vreugdenhil kan de campagne goed uitpakken, maar valt er nog meer te behalen op landelijk, politiek niveau. „Op een product staan twee data”, legt hij uit. „De TGT-datum, te gebruiken tot en de THT-datum, tenminste houdbaar tot. Doordat men die twee door elkaar haalt, wordt eten eerder dan nodig weggegooid. Als van de THT nu eens ‘adviesdatum’ van gemaakt zou worden, zou dat zoveel schelen. Natuurlijk is een ingeblikt pot bonen niet oneindig houdbaar, maar of je het nu een week of maand later openmaakt dat maakt echt niet uit. Hetzelfde voor chocolade; het is hooguit een beetje wit, maar smaakt er niet minder om.”
Voor hem is voedselverspilling tegengaan een levensstijl geworden. Hij begon zeven jaar geleden met het, uit Amerika overgewaaide, ‘Dumpster Diving’. „Het is eigenlijk niets meer dan goed voedsel redden uit de vuilnisbak”, vertelt de idealist. „Ik kan het gewoon niet aanzien hoeveel eten er weg wordt gegooid omdat er een deukje in zit, omdat het krom is of tegen de houdbaarheidsdatum aanzit. En dat terwijl ik zie hoe moeilijk sommige mensen rond kunnen komen.” Sharing is caring gaat dan ook hand in hand met zijn prullenbakken duik. „Elke zondag neem ik twee volle kratten mee naar de kerk waar ik werk”, zegt hij. „Voor de mensen die moeilijk rond kunnen komen. En thuis, in de woongemeenschap, staat een grote open kast waar iedereen voedsel uit mag pakken.”
Op de vraag wat hij allemaal buit maakt, opent hij zijn koelkast. „Acht blokken kaas, Heineken bier, boter, yoghurt, fruitdrankjes, fetakaas, salades en tomaatjes”, somt hij op. „Soms ga ik naar huis met wel acht boodschappentassen ramvol. Ik heb ook wel eens een stofzuiger en laptop gevonden.” Voor de overige 20 procent van zijn boodschappen, zoals hij zelf zegt, gaat hij naar de winkel. „Producten zoals rijst, pindakaas, vaatwastabletten en afwasmiddel vind ik haast nooit”, legt hij uit. „Dus die koop ik gewoon in de winkel.”Ziek van een product, dat is hij maar één keer geworden. „Ik had een middag diarree nadat ik ham over de datum op mijn brood had gedaan”, zegt Vreugdenhil. „Normaal kijk ik altijd en dit keer had ik niet goed gekeken, dus het was mijn eigen fout.”
Zwerver
Wekelijks gaat de skipper op ‘jacht’ bij vaste plekken. „Ik maak met de bakfiets een rondje langs supermarkten, groothandels, tankstations, maar ik rijd ook wel eens langs de Hema of Blokker”, legt hij uit. „Als ik een deal heb gesloten, dan haal ik de tas op en ben ik zo klaar. Als ik zelf ga speuren, dan ga ik van 20.00 tot 22.00 uur ‘avonds.” Hij krijgt wel eens rare blikken. „Sommige mensen vinden het vreemd of vies”, aldus de skipper. „Ze denken in eerste instantie dat je een zwerver bent als je in de vuilnisbakken staat te snuffelen. Ik ga daarom altijd het gesprek aan, leg uit wat ik aan het doen ben en ik laat zien wat ik allemaal gevonden heb.”
Met het diven voorkomt hij niet alleen dat goed voedsel weg wordt gegooid, maar hij bespaart ook flink wat knaken. „Per week skippen we als groep voor zo’n 450 euro”, illustreert hij het voorbeeld. „Zelf bespaar ik, ervan uitgaande dat een tas boodschappen voor mij, m’n vrouw en de twee kinderen zo’n 60 euro per week kost, 200 euro per maand.”
Dumpster Diven voor dummies
De ervaren Vreugdenhil heeft nog een aantal tips voor beginnende Dumpster Divers: „Trek niet je allerbeste kleding aan, maar echt vies is het niet”, begint hij. „Ga ‘s avonds, want dan voorkom je dat winkelend publiek aan de ene kant met hun karretje de winkel uitloopt, terwijl jij aan de andere kant in afvalbakken staat te graaien. Gebruik een hoofdlampje zodat je je handen vrij hebt. Klim geen hekken over, want dan ben je illegaal bezig. Laat het altijd netjes achter als je klaar bent. Ga in gesprek met groothandels of supermarkten, wie weet kan je er een deal uitslepen. Wees open over wat je aan het doen bent en ga het gesprek aan met voorbijgangers en tot slot verkoop nooit iets wat je gevonden hebt.”
Anti-voedselverspilling apps
Zie je het niet zitten om de prullenbakken in te duiken, maar wil je wel voedselverspilling tegengaan? Dan zijn dit 3 handige anti-voedselverspilling apps:
Too Good to Go: met deze Nederlandstalige app kun je in heel Nederland voor een prikkie eten ophalen bij hotels, restaurants, café’s en supermarkten ver weg of in de buurt. Van tevoren koop je via de app een voucher en daarmee ga je naar de locatie. Het is altijd een verrassing wat en hoeveel je precies meekrijgt. Om nog een stap verder te gaan, vragen sommige aanbieders om je eigen tupperware of tasje mee te nemen.
Thuisafgehaald: met deze app kan je zelfgemaakte gerechten (ver)kopen aan/bij mensen in de buurt. Kook je standaard teveel pasta, heb je boodschappen voor een heel weeshuis in huis gehaald of heb je een passie voor koken? Dan geef je in de app aan hoeveel je hebt gemaakt, hoeveel het kost en hoe laat de ander het kan ophalen. Fijn idee; je kan de aanvraag altijd eerst zelf goedkeuren voordat iemand op de stoep staat.
Slim Koken: deze app, opgericht door het Voedingscentrum, valt binnen het ‘voorkomen is beter dan genezen’ principe. In de app stel je zelf een weekmenu samen, waardoor je voorkomt dat je met te veel boodschappen thuiskomt. De app bevat een ‘digitale koelkast’, waar je overtollige producten in opslaat en daardoor een overzicht hebt wat er wanneer op moet. Ook geeft ze tips hoe je restjes kan gebruiken.