Nieuwe spullen? Nieuwe inbraak
Eén op de vijf slachtoffers van een inbraak krijgt binnen een jaar weer ongewenst bezoek. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde donderdag nieuwe analyses over de Veiligheidsmonitor uit 2017, met daarin cijfers over inbraken in Nederland. Daaruit blijkt niet alleen dat slachtoffers van een inbraak zich onveilig voelen, ze plaatsen ook iets vaker alarmsystemen en rolluiken.
Toch vindt bij twintig procent al binnen een jaar weer een inbraak plaats. In ‘zeer stedelijke’ gebieden is de kans op een tweede inbraak het grootst: maar liefst 28 procent zou herhaaldelijk te maken hebben gehad met inbrekers. In ‘niet-stedelijke’ gebieden gaat het om 16 procent.
Modder in de keuken
Gill Barends (21) is zo’n slachtoffer van een herhaalde inbraak. Ze woont met vier andere meiden in een studentenhuis in Utrecht en is nu lichtelijk paranoïde. „De eerste keer ging iedereen uit, ik was toen toevallig bij mijn ouders. Eén van mijn huisgenoten ging eerder naar huis omdat ze moe was en zag toen modderige voetstappen in de keuken.”
De huisgenote „flipte helemaal” en belde meteen haar huisgenoten en de politie op. „Mijn laptop was gestolen, de camera van mijn vader en parfum… maar het naarste is gewoon dat ze aan je spullen hebben gezeten.”
Veel laptops
Veel tijd om bij te komen van haar heftige ervaring heeft Barends niet. „Mijn vader zei al, het kan best zijn dat ze nu nog een keer komen. Studentenhuizen zijn makkelijke doelen en er liggen vaak veel laptops.” Haar vader kreeg gelijk. Nog geen half jaar later is het -ondanks het installeren van een anti-inbraakstrip – weer raak.
„Ik was alleen thuis en had mijn kamerdeur op slot. Toen ik nietsvermoedend mijn kamer uit kwam, zag ik dat het glas uit de voordeur was geslagen. De buurvrouw zei later dat ze het had gehoord en de inbrekers had horen zeggen ‘dat het vorige keer ook heel makkelijk was’, dat is echt freaky.”
De studente is later verhuisd, maar is nog steeds bang. Als ze binnenkomt doet ze alle lichten aan, draait ze de deur meteen op slot en laat ze de sleutel erin zitten. Soms kijkt ze zelfs achter elke deur of er misschien iemand staat.
Nieuwe spullen
Sybren van der Velden, landelijk projectleider inbraak bij de politie laat weten dat best makkelijk te verklaren is waarom inbrekers terugkeren naar hetzelfde huis. Naast het feit dat sommige huizen in inbraakgevoelige wijken staan, mensen die op vakantie gaan nog steeds geen lichtschakelaar gebruiken en we de deur niet op slot doen als we even boodschappen halen, zijn inbrekers ook gewoon slim.
„Als er bij je ingebroken wordt, vervang je je gestolen spullen voor nieuwe spullen", zegt hij. „Dat weten inbrekers ook. Een paar maanden later komen ze terug om de nieuwe spullen op te halen.” Met het geld van de verzekering koop je na een inbraak misschien zelfs wel een nieuwere of betere televisie of laptop en gehaaide inbrekers stellen zich daarop in.
„Daarom is het ook zo belangrijk dat je maatregelen neemt als er is ingebroken”, gaat van der Velden verder. „Zorg in ieder geval dat de inbreker de tweede keer niet meer zo makkelijk binnenkomt als de eerste keer. Als je zelf niks doet, is de kans groot dat het weer gebeurt.”
Uit de Veiligheidsmonitor blijkt dat we ons al aardig bezig houden met het beschermen van ons paleisje. 42 procent van de mensen laat ’s avonds vaak het licht branden wanneer er niemand thuis is. Bijna twee derde van de Nederlanders heeft extra veiligheidssloten en 13 procent heeft thuis een alarminstallatie.
Opvallend is dat woningen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam minder preventieve voorzieningen – zoals een alarmsysteem of rolluiken – hebben dan het landelijk gemiddelde. In Zeeland, Oost-Brabant en Limburg zijn dat er juist meer.
Kijk in de wijk
Naast het voorkomen van een inbraak in je eigen huis, is het volgens de politie vooral ook belangrijk om op te letten wat er in je wijk gebeurt. Jij kent die het best, dus zie je iets verdachts, bel dan meteen 112 en voorkom zo een inbraak bij de buren. Heb je struiken rondom het huis? Zorg er dan voor dat deze kort zijn, zodat het huis voor de buren goed te zien is.
En als je spullen dan toch twee keer binnen een jaar weg zijn, ben je volgens het Verbond van Verzekeraars nog gewoon geloofwaardig. „Ja juist eigenlijk, omdat we vaker zien dat dit gebeurt", zegt een woordvoerder. „Sommige wijken staan ook bekend als inbraakgevoeliger, dus behalve mensen adviseren daar niet te wonen, kunnen we daar niks aan doen.”
Hogere premie
Blijft een inbreker jouw huis constant bezoeken, dan kan de verzekeraar wel vragen gaan stellen. „Als het een hele reeks is, dan zal de verzekeraar vragen of jouw huis misschien te aantrekkelijk is voor inbrekers. Heb je bijvoorbeeld genoeg gedaan om je huis te beveiligen? Is dat niet zo, dan kan een verzekeraar besluiten de premie of het eigen risico te verhogen.”
Maar na twee inbraken in een jaar hoef je je dus geen zorgen te maken over je geloofwaardigheid of de gevolgen voor je verzekering. „Je kan ook zes jaar lang niet aangereden worden en dan ineens twee keer in twee weken wel… tja, dat is gewoon vette pech en daar zijn verzekeringen voor.”
Het goede nieuws uit het rapport van het CBS is dat het aantal woninginbraken in ons land nog altijd daalt. Volgens de politie „een mooie ontwikkeling, maar elke woninginbraak is er een te veel.”