Keuzestress: waar ga je je master volgen?
Het regent masterdagen de komende weken: het is dan ook weer bijna tijd om je in te schrijven voor een master. Nog geen keuze gemaakt? Neem dan het volgende mee in je beslissing.
Selectief
De universiteit in Wageningen, Wageningen University & Research (WUR) is namelijk de meest selectieve universiteit. Meld je je daar aan, dan moet je bij meer dan 70 procent van de Wageningse masters aan extra eisen voldoen om te worden toegelaten. Dat staat in de Keuzegids Masters 2019, die dinsdag verschijnt.
Ook bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam komt bij meer dan de helft van de masters wat extra’s kijken. Bij de Universiteit Twente is dat bij zes procent van de masters, zij staan dan ook op de laatste plaats als het minst selectief. Extra toelatingseisen zijn bijvoorbeeld een cijfergemiddelde, een toelatingsgesprek of een assessment doorlopen.
Volgens de gids zijn masters met een selectief deurbeleid niet beter dan masters waar je met de juiste vooropleiding meteen binnenkomt. Na die extra toelatingseisen zijn de studenten net zo blij of kritisch als studenten die gelijk konden beginnen.
Kleinschaligheid = kwaliteit
Wat wel bijdraagt aan kwaliteit is kleinschaligheid. Masters met minder dan twintig eerstejaars scoren over het algemeen bovengemiddeld goed, waar masters met meer dan tweehonderd studenten een lagere score hebben.
In totaal hebben 132 opleiding een score van 75 punten of meer (op een schaal van 20 tot 100). Dat betekent dat zij zich een jaar lang een topopleiding mogen noemen. Dat is overigens wel iets minder dan vorig jaar. De Groningse master Nanoscience kreeg de allerhoogste score van 100 punten.