IJsontbijt, unicorn en peerhoorn: ijsseizoen is los!
Het ijsseizoen is officieel begonnen! Het werd ingeluid met een ijsontbijtje, „keer wat anders dan drie bruine bammen met kaas en een beker melk.”
Parade-ijs
Hoe wil je je eitje, gebakken of bevroren? Het zou zomaar een vraag in de nabije ijstoekomst kunnen zijn. Dinsdagochtend was er al een voorproefje tijdens het ijsontbijt op de Bakkersvak in Gorinchem, het jaarlijkse event voor banketbakkers en een waar brood-, koek- en bladerdeegwalhalla. Inclusief een ijsparadijs, met vitrines vol parade-ijs in alle kleuren van de regenboog met ruby-roze als nieuwe binnenkomer, hoorntjes in alle smaken en druk maar tevreden rondlopende mannen en een paar vrouwen in lange witte jassen. Dokters noch ijsmeesters („die zitten in Friesland”), maar de 21 SVH Meesterijsbereiders, die hier voor alle andere ijsminnenden en koude lekkernijliefhebbers iets origineels bedachten.
Keer wat anders
„Keer wat anders dan drie bruine bammen met kaas en een beker melk”, klinkt het aan de lange ontbijttafel, wanneer op papieren boerenbont-placemats de dienblaadjes worden geserveerd met daarop het ontbijt. Koffie, frambozen met granola, jus d’orange, peperkoek, een perfect zachtgekookt eitje… Allemaal van ijs. Verwonderd wordt alles van alle kanten eerst goed bekeken, voorzichtig aangeraakt en vaak ook snel even voor eeuwig vastgelegd, waarna rap daarna de houten lepel -of de vinger- erin gaat. „Het is yoghurtijs met mango!” roept iemand blij verrast uit na een hap van het eitje. „Ik dacht ook al…”
Hier de beelden van het ijsontbijt:
Het duurt niet lang voordat de grote heb-jij-weleens-deze-smaak-gemaakt-strijd losbarst (winnaar: asperge) en op de hoek een discussie tussen een aantal ijscomannen over glutenvrije hoorntjes en die wel of niet duurder dan de normale te maken. „Hoezo moet ik de dupe worden van al die allergieën van iedereen tegenwoordig? Ze betalen maar mooi vijftig cent extra.” Zijn Brabantse ijsbroeder is het daar niet mee eens, „service van de zaak bij mij, ze kunnen er toch niets aan doen dat ze allergisch zijn?” Overigens zijn die goedkope hoorntjes wel een beetje passé, vinden ze allemaal, „zelfs kinderen willen nu zo’n luxe hoorn.”
Eenhoorn-ijs
Tussen de vegan worstenbroodjes en de red velvetkoeken op de beursvloer, vergapen mensen zich aan de ijsvitrines, waarachter de nieuwste ijssmaken prijken als ware Swarovski-kristallen en op gekleurde lepeltjes worden uitgereikt. Pompoen, unicorn, zoete aardappel en chai bij groothandel Laan Heiloo, maar ook de oude vertrouwde in nieuwe jasjes bij Dawn Foods.
Meesterijsbereider en patissier Rob van der Maas is eigenlijk al met pensioen, maar staat nog vol jongensachtige bravoure achter de ijskraam, druk bezig met citroencrunch over het doorgaans wat saai uitziende citroenijs te strooien, „je moet je blijven onderscheiden, hè.” Hij gelooft niet zo in ‘dat gezonde ijs’ met minder vet en minder suiker, verklapt hij. „Ik ga niet mee in die trend. Ik vind ijs een impulsartikel, een echt verwenmomentje en daar moet je gewoon vol van genieten.”
„Weet je uit hoeveel likjes een gemiddelde bol bestaat? En wist je dat ijs het enige is dat je op min zestien kunt eten?” Theo Clevers is voorzitter van het Gilde van de Meesterijsbereiders en zit vol ijsweetjes. Het begon allemaal in het Limburgse Grubbenvorst toen hij ‘even twee weken’ voor zijn vader moest invallen in hun horecazaakje. „En dat was 33 jaar geleden.” Hij kreeg de smaak te pakken en inmiddels bestaat hun ijsimperium uit zeven ijsrestaurants in het zuiden van het land. Het ontbijtje staat nog niet op het menu, „maar wie weet binnenkort, volgens mij vonden de mensen het wel wat.” Het blijven vernieuwen, ligt hem wel en dit ijsseizoen kunnen we onder meer ‘minder, minder’ verwachten. „Minder vetten, minder suiker, maar het moet wel lekker blijven, anders verkopen we het niet.”
Moeilijke kiwi
Een van zijn motto’s: van álles kun je ijs maken. Nou ja, bij wijze van spreken dan, „we worstelen nog steeds met de kiwi, een hele moeilijke vrucht om ijs van te maken.” Voor de paw paw-plant draaide hij onlangs zijn hand niet om. ,,Valt onder de ugly fruits” en hij toont een foto van een inderdaad niet heel fraai uitziende fruitsoort die wordt gezien als een afvalproduct. Doodzonde al die verspilling, verzucht hij, „in ijs wordt toch alles gepureerd, zie je niets van.” Dus hij pureerde de paw paw: „het was heerlijk.”
Met zijn twintig ijskompanen gaat hij jaarlijks op studiereis. Zo was er de zoektocht naar de schaars geworden pistachenoot op de Etna, „nu begrijp ik waarom pistache zo duur is, het staat ook al lang niet meer standaard op het ijsmenu in de salons.” Twee keer per jaar wordt vergaderd over hun grote gezamenlijke liefde, waar ze allemaal toch zo warm van worden. „We hebben het mooiste vak dat er is.”
Waar volgens de enthousiaste ijsman ten slotte nog wel een grote ijsslag in te behalen valt, is ijs als troosteten. „Nederlanders scheuren nog steeds het liefst een zak chips open als ze een dipje hebben, terwijl in Amerika meteen naar de vriezer wordt gesneld voor een grote bak chocolade-ijs, vooral bij liefdesverdriet.” Hij snapt dat helemaal, zo besluit hij. „Ik zeg altijd maar zo: op zomerse dagen fris ijs, op donkere dagen warm ijs, als je begrijpt wat ik bedoel.”