Tim van der Steen
Tim van der Steen Nieuws 18 mrt 2019
Leestijd: 5 minuten

Gameverslaafd kind? Ga met hem in de clan

Hoe krijg ik het excessieve gamegedrag van mijn kind in bedwang? Die vraag levert veel ouders momenteel nachtmerries op. Zo moeilijk hoeft dat vaak niet te zijn gelukkig. Neem een voorbeeld aan Martine de Ridder. „Ik vind gamen zelf ook leuk. En omdat ik vaak win, willen de jongens bij mij in de clan. Doordat ik kan meepraten, ben ik een hit op het schoolplein.”

Videospelletjes zijn in de ogen van de meeste mensen onschuldig tijdverdrijf. Toch kan dit zich wél tot een probleem ontwikkelen. Bram Bakker werkt als psychiater in de verslavingszorg en signaleert dit ook: „Verslaving heeft wel te maken met een bepaalde aanleg. De meeste volwassenen die ik behandel, hebben ook een opa of broer die verslaafd is. Ouders met bijvoorbeeld een drankprobleem hoor je dan vaak zeggen: ’Mijn zoon heeft het met gamen.’ Dit heeft te maken met een gebrek aan vermogen om te remmen.”

Vluchten voor de realiteit

Bakker benadrukt wel dat overmatig gamen vaak een zichtbaar resultaat is van onderliggende problematiek. „Ik denk dat we lijden aan mateloosheid in gedrag. Er is zo ontzettend veel aanbod. De verleiding om ergens in te verdwijnen, is heel groot. Bij verslaving nemen mensen afstand van de werkelijkheid, omdat die te heftig is. Dat gebeurt bij gamen natuurlijk ook. Dat is niet erg als je het kan doseren. Maar als je vervolgens alleen nog kunt kalmeren door te gamen, heb je wel een probleem.”

Hoewel de risico’s van gamen vanuit de zorg worden erkend, staat de behandeling van gameverslaving nog in de kinderschoenen. Een officiële diagnostiek is er nog niet; wél veel bezorgde ouders die zelf conclusies trekken. Volgens Bakker levert dat een wildgroei aan zelfbenoemde deskundigen op, want je hoeft er geen diploma voor te hebben. „Hang een bordje met expert gameverslaving op je deur en de ouders gaan zich melden.”

18 uur per dag gamen

Jeugdzorg is op dit moment ondergebracht bij de gemeente. Als de situatie echt niet meer handelbaar is, kunnen jongeren worden doorgestuurd voor een klinische behandeling. Dit is echt de laatste halte, hier komen de meest extreme gevallen terecht. Yes We Can Clinics is op dat gebied erkend, en de grootste speler in de Nederlandse markt.

Jan Willem Poot, oprichter van Yes We Can Clinics, deelt de zorgen van Bram Bakker. „Het probleem is gigantisch. Wij behandelen jongeren met gedrag- en verslavingsproblemen van 13 tot 23 jaar oud. Dit zijn er zo’n 750 op jaarbasis. Daarvan hebben er ongeveer 150 ook een gameverslaving. Die komen regelmatig binnen rond hun veertiende en zijn dan al drie jaar lang 18 uur per dag aan het gamen. En dat is echt geen uitzondering.”

Pyjamadagen

Zo ver hoeft het natuurlijk niet te komen. De vriend van Martine de Ridder (30) had al twee zoons uit een eerdere relatie. Die zijn inmiddels negen en dertien, en net als Martine verzot op gamen. Dat levert leuke situaties op. „Ik ben best goed, daarom willen de jongens bij mij in de clan”, zegt Martine. „Op het schoolplein ben ik een hit omdat ik er over kan meepraten. Het is ook wel eens voorgekomen dat ze stiekem ’s nachts gingen spelen. Omdat ik zelf ook online was, kreeg ik daar een melding van. Daar hebben we het toen wel even over gehad.”

Dat Martine zelf meedoet, betekent niet dat er geen regels zijn. Geen telefoons aan tafel of in de slaapkamer bijvoorbeeld en doorgaans niet langer dan een uur per dag spelen. Bij verjaardagen gaan alle apparaten in haar tas, ook die van haar zelf. „Het sociale contact is belangrijk, het aankijken van volwassenen tijdens een gesprek bijvoorbeeld.” Maar de boog is niet altijd gespannen. „Soms hebben we een pyjamadag. Joggingbroek aan, kliekjes eten en alleen maar ontspannen. Op zo’n dag mogen ze spelen hoeveel zij willen. Dat vinden de jongens geweldig. Grappig genoeg zijn ze er dan na een uur of drie toch echt klaar mee.”

Gezonde nieuwsgierigheid

Die spelletjes zijn natuurlijk niet alleen maar negatief. Dit erkent ook Krista Okma, opvoedkundige en moeder van een gamende zoon (13). Okma: „Gamen moet je niet demoniseren, het heeft ook veel leuke kanten. Het leren oplossen van puzzels, samenwerken, een verbeterde hand-oog coördinatie en het sociale aspect bijvoorbeeld. Maar alleen maar gamen is niet goed voor je ontwikkeling. Dat weten kinderen zelf ook dondersgoed. Als je hen zelf vraagt wat zij een normale schermtijd vinden, komen ze vaak met strengere regels dan je zelf had bedacht.”

Een groot deel van de angst voor videospelletjes komt door onbegrip van ouders. Okma: „Ik hoor hen vaak zeggen: ’Ik snap er niets van en vind het ook niet interessant, dus laat ik het maar.’ Eigenlijk gek wanneer je als ouder geen interesse toont in iets dat voor je kind zo belangrijk is. Kinderen kunnen het doorgaans prima uitleggen en vinden dat waarschijnlijk nog leuk ook. Gezonde nieuwsgierigheid is wel op zijn plaats. Bij een voetbalwedstrijd ga je als ouder ook kijken.”

Noodzakelijk kwaad

Doordat Martine zelf meespeelt, kan zij zich gemakkelijk verplaatsen in de leefwereld van jonge gamers. Zij begrijpt waar het over gaat, ook welke gevaren er op de loer liggen. Hierdoor kan zij er ook gemakkelijker met hen over in gesprek. Okma: „Als je het alleen als noodzakelijk kwaad ziet, mis je ook de aansluiting. Uiteindelijk is communicatie met je kinderen het enige dat je overhoudt aan het einde. Dat doe je door oprechte interesse te tonen in hun leefwereld. Vanuit die positie kun je veel beter het gesprek voeren, ook over moeilijkere dingen.”

Psychiater Bram Bakker: „Je verdiepen in de leefwereld van je kind is heel goed. Helaas zijn ouders daarvoor vaak te druk. Zij horen liever wat het kost om het probleem op te lossen en zitten vervolgens zelf op hun telefoon, of aan de witte wijn.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.