Eigenaar rode Clio: ‘Ren voor uw leven’
De 54-jarige Frans Hoogendijk haalt een dag na de schietpartij in Utrecht opgelucht adem. Hoogendijk stond stil voor het rode licht bij 24 Oktoberplein toen een man in paniek naar hem riep dat hij moest rennen voor zijn leven.
En dat deed hij. Zonder te aarzelen stapt Hoogendijk uit zijn auto, met de sleutels in het contact en de motor nog draaiende gaat hij er vandoor. Niet veel later weet Gökmen Tanis met de auto van Hoogendijk aan de politie te ontsnappen.
Slechte film
Aan het AD laat Hoogendijk weten nog in een roes te verkeren. „Het is werkelijk ongelooflijk wat ik heb meegemaakt.” Hoogendijk vertelt dat hij de deuren van de tram zag opengaan, waarna mensen in paniek wegrenden. „Ik dacht aan een bom en sprong uit mijn auto. Die liet ik met draaiende motor en openstaand portier achter. Samen met de man die me had gewaarschuwd rende ik zo hard weg als ik kon. Achter me hoorde ik van dichtbij enkele schoten.”
Pas als ze de hoek om zijn stoppen Hoogendijk en de andere man met rennen. „Mijn metgezel was helemaal in paniek, ik heb hem nog getroost. Daarna ben ik weer teruggelopen om te zien wat er precies aan de hand was.”
De politie en hulpverleners zijn inmiddels ter plaatse. „Ik had het gevoel alsof ik een hele slechte film terecht was gekomen. Ik keek naar de plek waar mijn auto moest staan, maar die was weg. Daar begreep ik helemaal niets van.”
Bizar
Uit getuigenverklaringen blijkt vervolgens dat Gökman Tanis er met zijn auto vandoor is gegaan. „Ik ben daarna met de politie meegegaan naar het bureau en zij hebben me van alles gevraagd over mijn auto. Ik heb overigens geen moment het gevoel gehad dat zij mij ook als verdachte zagen. Vanaf het begin was duidelijk dat ik er niets mee te maken heb.”
Hoewel zijn auto later op maandag ergens in Utrecht wordt teruggevonden, heeft Hoogendijk zijn auto nog niet terug. „De politie heeft ‘m nog nodig in het kader van het onderzoek. Het is bizar dat mijn auto zo’n grote rol heeft gespeeld in dit hele verhaal.”
Ontsnapt aan de dood
Het voelt voor Hoogendijk alsof hij ontzettend veel geluk heeft gehad. „Een automobilist die ook voor het verkeerslicht stond is wel geraakt door een kogel. Dat had mij dus ook kunnen overkomen.” Daar komt nog eens bij dat het de tweede keer in zijn leven is dat hij ontsnapt aan de dood. In 2016 had hij op Brussels Airport moeten zijn ten tijde van de aanslag op de luchthaven. „Mijn vlucht was uitgevallen. Hoeveel geluk kan een mens hebben?”