Boeren en waterschappen blij: eindelijk slecht weer
De maartse buien zorgen voor vreugde bij boeren en waterschappen. Maar of het genoeg is om de het tekort van afgelopen zomer te compenseren, is nog maar de vraag.
Vanuit de beleving voor Nederland is het nooit leuk dat je slecht weer krijgt, maar wij zijn hier heel blij mee, zegt Dirk-Siert Schoonman, bestuurslid van de Unie van Waterschappen. „Deze maart is een goede maand, er is nu al meer gevallen dan dat er valt in een gemiddelde maand in maart. En de voorspelling is dat er nog meer gaat vallen, dus maart levert een goede bijdrage aan het herstel.”
Grondwatervoorraden
De waterschappen merken nog altijd de gevolgen van de extreme droogte van afgelopen zomer. En de effecten van de droogte vormen ook een risico voor deze zomer. De kans bestaat dat de grondwatervoorraden deze winter niet overal in Nederland voldoende zijn aangevuld waardoor die dit voorjaar niet op peil zijn.
Een natte week als deze is daarom heel gunstig, zegt Jaco van Wezel, meteoroloog bij Weeronline. „Normaal is er in maart een wateroverschot van 180 millimeter, nu is er een tekort van 83 millimeter. Maar twee weken geleden was dit tekort nog 130 millimeter. Het natte weer in maart tot nu toe heeft er dus voor gezorgd dat het tekort flink is afgenomen."
Maar of het voldoende zal zijn, is sterk de vraag. Het grondwater staat nog steeds laag. De Unie van Waterschappen kijkt met spanning uit naar het groeiseizoen, dat start op 1 april. Het zou kunnen betekenen, zegt Schoonman, dat in sommige gebieden de boeren het groeiseizoen direct starten met een beregeningsverbod. „Dat is ongebruikelijk.”
Uitdagingen
Vooral in de hoge delen van Nederland zie je dat de grondwaterstanden nog niet zijn aangevuld. Noord-Brabant, Twente en de Achterhoek staan voor een uitdaging. Maar ook in Zeeland, West-Brabant en Zuid-Holland maken ze zich zorgen, daar is de grond verzilt door het lage grondwaterpeil. Verzilting komt omhoog door het Noordzeewater – er is voldoende tegendruk van zoet water nodig om dat tegen te gaan.
Als boeren en natuur nu met een achterstand beginnen, kun je snel last krijgen van schade, benadrukt Schoonman. „Daar zijn we wel bezorgd over.” Dat de grondwaterstanden nu zo laag zijn, geeft volgens hem ook duidelijk aan dat het weer steeds extremer wordt. „De buien die voor 2050 voorspeld zijn, kennen we nu alleen nog maar als hoosbuien. En de droogte zal steeds langer duren. Daar moeten we over nadenken.”
Twee aspecten zijn in ieder geval van belang, zegt hij. „In het landelijk gebied moeten we met de bodem aan de slag, zodat het meer water kan bufferen. En de stedelijke gebieden moeten vergroenen, zodat er minder kans is op hittestress en bij hoosbuien de straten niet meteen blank staan.”
Regenton
Maar we kunnen zelf ook wat doen. „Burgers kunnen hun steentje bijdragen door de tegels in de tuin te vervangen door groen en regen op te vangen in de regenton, zodat je geen leidingwater nodig hebt om je tuin te onderhouden.”
Het waterschap zorgt er nu voor dat we droge voeten hebben, en voldoende en schoon water. „Maar politieke partijen kunnen na 20 maart ook zeggen dat de waterschappen meer of minder moeten investeren in het beperken van klimaatveranderingen”, zegt Schoonman. „Denk aan biogas dat we kunnen terugwinnen of warmte dat we kunnen terugwinnen uit sloten. Maar dat zal je dan ook terugzien op de belastingaangifte op de Waterschappen.”