Ze zijn jong, werken én zijn mantelzorger
Mantelzorg combineren met je andere dagelijkse werkzaamheden valt niet altijd mee. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat drie op de tien mensen die mantelzorg verlenen vinden dat het werk en mantelzorg niet altijd goed valt te combineren. Metro sprak drie jonge mantelzorgers.
Naam: Irene Kruijssen (27 jaar)
Zorgde voor: Vader Fred Kruijssen (overleden op 69-jarige leeftijd aan Alzheimer)
Werk: directiesecretaris
De vader van Irene kreeg veertien jaar geleden te horen dat hij Alzheimer had. Irene was toen dertien jaar. Haar vader heeft in het begin een aantal jaren in een verpleeghuis gewoond en 4,5 jaar geleden is hij weer thuis gaan wonen. Irene heeft samen met haar moeder en haar broers de volledige zorg opgenomen, totdat haar vader eind 2018 overleed. ,,Je kiest er niet voor om mantelzorger te worden, het overkomt je. Als iemand die heel dichtbij je staat de zorg en hulp nodig heeft, dan ga je daarvoor. Naarmate de ziekte van mijn vader zich verder ontwikkelde werd het zwaarder. Je merkt dat je als mantelzorgster langzaam met deze ontwikkeling meegroeit, en dat je zorg taken op je neemt, waarvan je aanvankelijk nooit had gedacht die te doen, zoals het wassen en naar bed brengen. Die handelingen zijn dan heel normaal, maar soms realiseer je je dan dat je een hele andere verhouding hebt tot je vader dan normaal. Dat zijn heftige momenten.” De eerste jaren dat Irene werkte als mantelzorger combineerde ze dat nog met een studie, inmiddels heeft ze een fulltime baan als directiesecretaris bij de Gemeente Amsterdam.
,,Normale mensen gaan in het weekend ontspannen en leuke dingen doen. Ze zijn dan maandag weer helemaal opgeladen voor het weekend. Mijn vader had veel extra hulp nodig waardoor ik in het weekend en in de avonduren vaak ook intensief bezig was.” Echt ontspannen kan volgens Irene daardoor best moeilijk zijn en ze geeft aan dat het als mantelzorger heel belangrijk is om je grenzen aan te geven. ,,Je wilt geen mensen teleurstellen en je probeert met man en macht een normaal leven te leiden. Dat is soms alleen best moeilijk. Je hebt een baan, thuis moet je zorgen voor je vader waarvan je weet dat hij niet lang meer zal leven. Die emotionele ballast draag je altijd met je mee, ook als je niet aan het mantelzorgen bent. Je weet dat dat er thuis iemand afhankelijk van je is en daardoor kun je jezelf snel wegcijferen. Er zijn best wat jonge mantelzorgers die een burn-out krijgen.”
Irene heeft een drukke baan, maar is toch altijd blijven werken. Soms waren er momenten dat ze thuis ging werken, zodat ze haar moeder kon helpen met de zorg. ,,Ik voelde me dan toch een beetje schuldig. Zowel naar mijn werkgever dat ik thuis moet werken en schuldig naar mijn moeder dat ik er niet volledig kon helpen met de zorg.” Naast fulltime werken en mantelzorgen wilde Irene ook leuke dingen doen net zoals haar leeftijdgenoten. ,,Het is niet leuk om vaak te moeten afzeggen en soms dan wilde ik wel mee gaan, maar dan was er net thuis een heftig moment geweest waardoor ik met mijn hoofd totaal ergens anders zat. Mijn vrienden zijn gelukkig altijd begripvol geweest.” Bij de Gemeente Amsterdam waar Irene werkt, hebben ze een ‘Gideonsbende’ opgericht. Andere werknemers kunnen dan vakantiedagen doneren, waardoor mantelzorgers geen extra verlofdag hoeven op te nemen. ,,Dat is heel fijn, want anders moet je elke keer een vrije dag opnemen als je bijvoorbeeld met je vader of moeder naar het ziekenhuis moet.”
Silvana Blijlevens (31)
Zorgt voor: Dochter Coco (7)
Privé: Secretaresse 28 uur per week
„Het is toch gewoon mijn dochter, daar hoor je toch voor te zorgen? Ik snap dat mensen dat denken. Mijn dochter heeft alleen net iets meer zorg nodig dan een ander kind van 7 jaar,” zegt de 31-jarige Silvana. Coco heeft het Rett-syndroom, zij kan niets zelf. Niet lopen, niet zitten, niet praten en niet zelf eten of drinken. Ongeveer 200 kinderen in Nederland hebben dat. ,,Coco is een heel vrolijk en enthousiast kind, ondanks dat ze niet kan praten.’’ Silvana heeft samen met haar ex co-ouderschap over Coco. Daarnaast werkt ze 28 uur per week als secretaresse. ,,Misschien is het daarom ook een stuk beter te combineren omdat mijn dochter dus de helft van de tijd bij mijn ex is. En ik heb gelukkig een hele flexibele baas, zij begrijpt het als ik soms thuis moet werken of vaker weg moet voor ziekenhuisafspraken met mijn dochter.”
Als Silvana op haar werk is, dan is Coco bij de dagbesteding. Een andere optie zou zijn dat ze op een instelling zou wonen, maar dat lijkt Silvana helemaal niets. ,,Vooral lichamelijk heb ik het soms zwaar. Coco wordt een stukje zwaarder en ik moet haar toch elke keer vanuit de rolstoel tillen.” Silvana probeert samen met haar vriend en zoontje van anderhalf een zo’n normaal mogelijk leven te leiden. ,,In december zijn we nog een week op vakantie geweest naar Italië. Het was de eerste keer vliegen voor mijn dochter.” Silvana heeft het geluk dat zij veel lieve familie en vrienden om zich heen heeft die haar graag willen helpen. ,,Dat is heel fijn want daardoor heb ik af en toe tijd om te sporten of om naar de kroeg te gaan. Juist die momentjes voor jezelf heb je extra hard nodig als je mantelzorger bent.”
Michelle van der Leij (20)
Zorgt voor: broer Jordi-Mike (22)
Privé: Student SPH
Jordi-Mike is zestien als hij tijdens zijn bijbaantje in een bollenschuur tien meter naar beneden valt. Het gevolg: ernstig hersenletsel. Zus Michelle wordt één van zijn mantelzorgers. „Het is mijn broer, dus ik ben met alle liefde mantelzorger voor hem”, zegt Michelle. Toch valt de combinatie met haar studie SPH niet altijd mee. „De vraag hoe het met mijn broer gaat, speelt toch altijd door mijn hoofd.”
In december vorig jaar werd een littekenweefsel in de hersenen van haar broer ontdekt, waardoor er meer functies bij hem uitvallen. Michelle helpt hem als ze thuis is zoveel als ze kan. Als hij een ongelukje heeft gemaakt, ruimt ze dat op, ze loopt achter hem aan de trap op en let erop dat hij voldoende drinkt en medicatie neemt. „Mijn moeder zorgt ook voor hem, maar ik wil haar ook niet te veel belasten.”
Michelle maakt zich wel veel ongerust over hem. „Laatst ging hij met de trein naar school, maar hij was zijn telefoon vergeten. Even later werd hij gebeld, dus ik nam op. Het was iemand van school, die vroeg waar hij was. Ik denk dan meteen: is er iets gebeurd? Gelukkig had hij gewoon wat vertraging en kwam alles goed.”
De zorg voor haar broer was inspiratie voor haar studiekeuze Sociaal Pedagogische Hulpverlening. „Ik merkte dat ik het zorgen voor iemand heel fijn vind. Vooral de specialisatie niet-aangeboren hersenletsel spreekt me aan.” Jordi-Mike heeft dat ook. Gelukkig gaat het inmiddels beter met hem, nu hij een operatie heeft gehad. „Maar het blijft altijd opletten.”