Tientallen jongeren blijven achter in buitenland
Tientallen kinderen worden jaarlijks in het buitenland achtergelaten. Meestal gebeurt dat omdat ouders worstelen met de opvoeding, blijkt uit onderzoek door Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) in samenwerking met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA) naar motieven van ouders.
Onhoudbare situatie
Het aantal meldingen steeg van 23 in 2015 naar 39 in 2018, schrijft het Algemeen Dagblad. Om hoeveel kinderen het daadwerkelijk gaat is niet bekend. Schattingen lopen uiteen van 170 naar 800 kinderen per jaar.
Het gaat om jongeren met een migratieachtergrond. Als de situatie thuis onhoudbaar wordt, laten ouders uit onmacht het kind achter in land van herkomst. Uit angst de grip te verliezen worden de kinderen – vaak tijdens de zomervakantie – onder valse voorwendselen meegenomen naar het land van herkomst. Daar worden ze zonder paspoort, geld en telefoon achtergelaten bij familie, in de hoop dat ze daar de ‘juiste manieren’ leren die passen bij cultuur en geloof.
Te veel verwesteren
Sommige ouders met een migrantenachtergrond vrezen dat hun kind te veel verwestert. De kinderen zijn hier geboren, spreken beter Nederlands, zijn mondiger, vrijer en zelfstandiger, en leren andere omgangsvormen. „De kloof is soms te groot", zegt KIS-onderzoeker Eliane Smits van Waesberghe. „Ouders botsen dan met hun kinderen over normen en waarden. Ze weten vaak niet wat hun kind buiten schooltijd doet en voelen zich machteloos omdat ze hun kind niet in het gareel kunnen houden."
Volgens de onderzoekers zijn de ouders zich niet bewust van de ernstige gevolgen die de achterlating van een kind kan hebben. „Zij (de ouders red.) zien achterlating als een tijdelijke oplossing voor de problemen thuis of als positieve vorm van heropvoeding. Voorkomen is beter. Bijvoorbeeld door ouders met een migratieachtergrond eerder én beter te ondersteunen bij opvoedingsvragen", zegt Diny Flierman (LKHA).