100 jaar vrouwenkiesrecht: emancipatie voltooid?
Dit jaar is het 100 jaar geleden dat vrouwen in Nederland kiesrecht verkregen én zich verkiesbaar mochten stellen. Enerzijds moeten we dat vieren, anderzijds valt er nog een hoop te bereiken volgens de feministische bewegingen in Nederland.
Van 1919 naar 2019
Ruim dertig jaar lang hebben verschillende vrouwenbewegingen actie gevoerd om te mogen stemmen en zich verkiesbaar te mogen stellen. „Het is niet zo dat vrouwen de straat op gingen en dat daarop werd gereageerd met een soort ‘vooruit dan maar’”, legt historicus en voorzitter van de Feministische Evolutie Leiden Rosanne Schot uit.
„De vraag over burgerschap, wie we als volwaardige burgers zagen en wie invloed mochten uitoefenen werd gesteld. Daarin moet je het Koninkrijk der Nederlanden niet vergeten. Nederland heerste over een koloniaal rijk waarbij stemrecht was verbonden aan onderscheid in klasse, sekse en ras. Het duurde nog tot 1948 tot vrouwen in Suriname mochten stemmen.”
Met honderd jaar kiesrecht voor vrouwen zou je misschien verwachten dat het nu wel snor zit. „Je zou het hopen inderdaad”, zegt Devika Partiman, oprichter van Stichting Stem Op Een Vrouw, een initiatief dat kiezers oproept op vrouwen lager op de kieslijsten te stemmen. „Maar we vergeten nog wel eens dat daarvoor eeuwen waren dat burgers niks te zeggen hadden. Pas enkele honderden jaren mochten de mannen meepraten. Cultuurverandering gaat heel traag. We zijn teveel gaan denken dat alles zichzelf oplost nu vrouwen ook stemrecht hebben.”
Emancipatie voltooid?
„We zijn nog niet gelijk", denkt ook Madeleijn van den Nieuwenhuizen, onderzoeker aan de Columbia University en beheerder van het mediakritische Instagramaccount @Zeikschrift. „Nederland is een van de meest progressieve landen ter wereld, maar ook een land waar vrouwen onder andere economisch nog niet gelijk zijn aan mannen.
Sinds de motie Tendeloo uit 1955 mogen vrouwen niet meer ontslagen worden als ze trouwen of zwanger worden. Toch ligt de verwachting van zorg vaak disproportioneel bij de moeder. Die gaat vervolgens part-time werken, bestijgt minder gauw topfuncties en heeft minder koopkracht. Zo verworden sociale ongelijkheden tot economische ongelijkheden.”
Het betekent gelukkig niet dat het vrouwenkiesrecht niks heeft uitgehaald in Nederland. „Zonder vrouwenkiesrecht hadden wij elkaar nu niet op deze manier gesproken”, benadrukt Partiman. Dankzij het vrouwenkiesrecht is bijvoorbeeld de Wet Handelingsonbekwaamheid afgeschaft. Vrouwen mocht niet zonder toestemming van hun echtgenoot of vader een bankrekening openen of een huis kopen. Ook werden vrouwen jonger dan 45 eervol ontslagen de dag na hun huwelijk, om huisvrouw te worden.
Schot: „Het kiesrecht voor vrouwen werd gezien als toegang om te ageren tegen bredere zaken. In de mannelijke politieke cultuur was daar geen plek voor.” Er werd nogal wat paniek gezaaid, weet Schot: „Mensen werden banggemaakt dat er een verschuiving van de macht zou ontstaan. Dat vrouwen de huiselijke situatie niet meer zouden accepteren, wild zouden worden en hun gezin zouden verlaten. Er werd echt een doembeeld geschetst. Dat viel uiteindelijk best mee. Het zijn overigens dezelfde argumenten die zijn gebruikt toen vrouwen gingen fietsen en koffie gingen drinken. Alles wat enige vorm van vrijheid voor vrouwen zou betekenen werd gezien als een bedreiging van de maatschappelijk orde.”
Werk aan de winkel
Ondanks honderd jaar kiesrecht, moet er nog een hoop gebeuren. „Allereerst moeten we echt betere data verzamelen, we moeten precies weten waar de ongelijkheid zit”, zegt Partiman. „We weten hoeveel vrouwen er in de verschillende organen zitten, maar als het om andere hokjes gaat, wordt het moeilijker. Er is een groot gebrek aan onderzoek en dat is een probleem. We moeten weten wie er niet worden vertegenwoordigd. Er zitten bijvoorbeeld geen zwarte Nederlanders in de Tweede Kamer.” Gelijkheid gaat wat alledrie de vrouwen betreft ook verder dan de man-vrouwverhouding. Het gaat ook over migrantenvrouwen of vrouwen met een handicap.”
„Complexe problemen vereisen altijd meerdere oplossingen”, zegt Van den Nieuwenhuijzen. „Het varieert. Van jezelf blijven pushen om te leren op individueel niveau, door het lezen van boeken of kijken van documentaires, tot bewustzijn in taalgebruik. We doen nu vaak of het kiesrecht ons gegeven is. Dat is niet zo, vrouwen hebben er keihard voor moeten vechten. De verhalen van ongelijkheid – ook over vrouwen in koloniale gebieden die nog steeds niet mochten stemmen – die moeten we meer vertellen. Laten we meisjes én jongens tijdens de geschiedenisles leren hoe dit gegaan is en wat er nog te doen is.”
Schot vult aan: „Er moet een nieuwe maatschappelijke urgentie ontstaan die druk legt op het politieke bestel. De politieke arena is belangrijk, we moeten weer weten dat we zelf invloed kunnen uitoefenen. Nu is het voor veel mensen iets dat ver van ze af staat. Politiek heeft voor veel mensen een negatieve lading, het lijkt meer om de vorm dan de inhoud te gaan. Ze voelen zich niet welkom. De politieke vertegenwoordiging van vrouwen zou veel serieuzer genomen moeten worden. Er blijven nu issues op te tafel liggen omdat men ze simpelweg niet belangrijk acht. Ook wordt er beleid doorgevoerd wat een disproportioneel negatief effect heeft op vrouwen. Het gevoel dat vrouwen zich vertegenwoordigd voelen.”