Opvallend veel ongewenst gedrag tegen zorgpersoneel
Ongewenst gedrag tegen medewerkers in de zorg lijkt een groter probleem dan gedacht. Medewerkers in de zorgsector hebben meer te maken met ongewenst gedrag van klanten of patiënten dan medewerkers in andere sectoren. Dat blijkt uit onderzoek naar arbeidsomstandigheden in 2017 door het CBS en TNO.
Ruim de helft van het zorg- of welzijnspersoneel zegt een of meerdere keren geconfronteerd te zijn geweest met ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, pesterijen, geweld of andere onprettige ervaringen tijdens het werk.
In de ICT zit dat anders, daar hebben medewerkers het minste last van ongewenst gedrag door niet-collega’s. Zeven procent van de ICT’ers repte van onaangename incidenten op dat vlak.
Intimidatie en fysiek geweld
De meest voorkomende vorm van ongewenst gedrag op het werk door niet-collega’s is intimidatie; 19 procent van de werknemers krijgt hiermee te maken. Maatschappelijk werkers (54 procent) hebben het meeste last van intimiderend gedrag door klanten of patiënten. Daarna volgen gespecialiseerde verpleegkundigen (51 procent) en artsen (50 procent).
Politiemensen en brandweerlieden hebben het vaakst te maken met lichamelijk geweld door mensen van buiten de werkvloer (47 procent). Verpleegkundigen (38 procent) en sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders (33 procent) worden ook geregeld geconfronteerd met fysiek geweld.
Beter beleid nodig
Vakbonden CNV en FNV stellen dat het beleid in Nederland tegen geweld en intimidatie onvoldoende werkt of niet bekend is. Ze willen dat Nederland zich achter een internationaal verdrag schaart om ongewenst gedrag op de werkvloer uit te bannen en zijn daarom een petitie gestart. In juni is er een top van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de Verenigde Naties waarop het onderwerp aan de orde komt.
Volgens CNV en FNV zijn werkgeversorganisaties huiverig voor meer wet- en regelgeving en lijkt minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet overtuigd van de noodzaak van een internationaal verdrag. Maar volgens Kitty Jong, vicevoorzitter FNV, moet Nederland „echt zo’n verdrag steunen, zodat veiligheid voor iedereen op de werkvloer, ongeacht leeftijd, afkomst, gender en seksualiteit, gegarandeerd wordt".