Minder vlees, meer noten: hoe begin je daarmee?
Het roer moet om. Minder rood vlees en suiker, meer groenten en fruit. Een vaak gehoorde kreet, maar volgens het EAT-Lancet-rapport is het nu menens. Als we niet iets veranderen aan ons dieet en de voedselproductie, komen we in de problemen in 2050. Volgens de onderzoekers is het anders niet mogelijk om dan nog op een gezonde manier te leven en de aarde in leven te houden.
Twee appeltjes per maand
Hoewel er een tamelijk desastreus beeld wordt geschetst, gaat het wat betreft het eten lang niet slecht met Nederland. Uit de voedselconsumptiepeiling 2012-2016 van het RIVM blijkt dat er toen al een verbetering in het Nederlandse voedingspatroon te zien was. Er werd meer fruit en groente gegeten, terwijl vlees minder geconsumeerd werd. Ook bleven de suikerhoudende dranken vaker in de koelkast staan. Toch is er volgens het RIVM nog veel gezondheidswinst te halen.
Er wordt dan bijvoorbeeld wel meer fruit gegeten dan in de periode 2007-2010, maar dan hebben we het over twee appeltjes per maand. Wat betreft het vlees zitten we op ongeveer 100 gram per dag. In het rapport zou je uitkomen op iets meer dan 30 gram per dag, voornamelijk kip.
Dus we zitten op de goede weg, we zijn er alleen nog niet helemaal. Dat beaamt Caroline van Rossum, voedingsexpert bij het RIVM. „We zetten de afgelopen jaren stappen in de goede richting. Willen we nog gezonder en duurzamer worden, moeten we vooral doorzetten.” Er is een trend te zien waaruit blijkt dat we minder vlees eten, aldus Van Rossum. „Maar of dat komt omdat we met z’n allen minder vlees zijn gaan eten of dat een selecte groep heel fanatiek is weten we nog niet.” Dat wordt nog onderzocht.
Waar begin je?
Stel, we zien (eindelijk) massaal in dat er iets moet gebeuren, waar begint dat dan? Een rapport kan je wel vertellen dat je minder rood vlees moet eten, maar hoe pak je dat aan? Daar komt Astrid Postma om de hoek kijken. Ze is expert voeding en gezondheid, werkzaam bij het Voedingscentrum.
Dat er iets moet veranderen, daar is ze het mee eens. „We eten nu te veel producten die veel van onze planeet vragen en als we ervoor willen zorgen dat we onze planeet duurzaam behandelen en iedereen genoeg eten kunnen geven, moeten we iets veranderen.”
‘Iets veranderen’ klinkt alsof je gelijk geen biefstuk meer mag eten, maar dat is volgens Postma niet het geval. „Natuurlijk helpt het als je geen vlees meer eet, maar bijvoorbeeld geen koekjes of snoep eten draagt ook bij.” Het produceren van een koekje heeft veel meer bewerking nodig dan bijvoorbeeld een banaan, wat dan ook het betere alternatief is.
Kleine stapjes
Klinkt misschien wat moeilijk, maar volgens Postma is het heel makkelijk om te beginnen met bijdragen. „Het is niet zo dat je van de ene op de andere dag veganist wordt: het draait allemaal om kleine stappen zetten. Ingrijpend veranderen lukt niet, dat is moeilijk en de kans dat het mislukt is groot. En dat werkt weer demotiverend”, aldus Postma. Daarom adviseert ze vooral om klein te beginnen. Want, „elk stapje helpt, hoe klein ook”.
Ook al doe je het nog niet elke dag maar kies je één keer voor iets anders, dan maak je volgens haar al een betere en gezondere keuze. Al is het maar twee glazen cola op een dag in plaats van drie. Of twee koekjes in plaats van de hele rol. „Als je het lastig vindt om je vlees-eten aan te pakken, probeer dan eens te kijken naar de vleeswaren. Smeer je boterham eens met humus in plaats van leverworst.”
Verder raadt Postma aan om realistische en concrete doelen te maken. „Niet: ik ga minder vleeswaren eten. Maar: morgen neem ik mijn lunch mee en dan doe ik pindakaas op mijn brood. En zorg natuurlijk dat je dan ook pindakaas in huis hebt”, lacht ze.
„Laat je ook vooral inspireren door lekkere recepten. Het is niet zo dat eten zonder vlees of met meer noten niet lekker is. Ontdekt vooral wat je lekker vindt.”