Consumentenvertrouwen gedaald, maar wat betekent ‘t?
Dat het consumentenvertrouwen een grootste daling in ruim zeven jaar laat zien, wil nog niet zeggen dat er minder wordt gewinkeld. Sterker nog: er wordt meer gekocht. Dat blijkt allebei uit cijfers van het CBS.
Hoewel je zou denken dat de wekelijkse shop-sessies per direct uit de agenda’s geschrapt worden, gebeurt het tegenovergestelde. In november vorig jaar hebben we met z’n allen zelfs twee procent meer besteed dan in november 2017. Wat betekent een dalend consumentenvertrouwen nu precies?
„Dat betekent eigenlijk twee dingen”, legt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van CBS uit. „De consument heeft niet alleen minder vertrouwen gekregen in zijn eigen individuele financiële situatie, maar ook in de algemene economische situatie."
Hij geeft een toelichting op het onderzoek: „Tijdens het onderzoek worden er verschillende vragen gesteld, zoals het inschatten van de economische situatie het komend halfjaar, de bereidheid om iets te kopen of bijvoorbeeld of in hoeverre mensen het een gunstige tijd vinden om nu grote aankopen te doen", legt hij uit. „Aan de hand van de uitkomsten maken we een rekensom waarbij we alle mensen die aangeven positief te zijn, aftrekken van alle mensen die minder positief zijn en daar komt dan een getal uit. Om precies te zijn was er in december nog sprake van een vertrouwen van +9 en dat is nu gedaald naar +1."
Econoom Mathijs Bouman wijst twee factoren aan die volgens hem een grote rol spelen bij de afname van het vertrouwen van de consument. „Er is de afgelopen tijd veel slecht nieuws geweest dat aangeeft dat het niet goed gaat met de economie; de harde Brexit, de handelsoorlogen van Trump, de angst voor een volgende recessie”, vertelt hij. „Daarnaast is er de nodige hysterie geweest rondom de btw-verhoging en verhoging van de energierekening. Terwijl dit gewoon teruggeven wordt door de inkomstenbelasting te verlagen.”
Meer letten op prijs-kwaliteit
Zodra het koopgedrag van de consument afneemt en men dus minder koopt, worden vooral sporadische uitgaven een halt toegeroepen. „Een nieuw bankstel is leuk om te kopen, maar zodra mensen het financieel slechter hebben, is dat het eerste dat wordt uitgesteld”, zegt Bouman. „Zodra mensen er financieel beter voor staan of erop vooruit gaan, is het wel direct het eerste dat ook gekocht wordt.”
Wordt er dan toch besloten om een nieuw bankstel of nieuwe auto aan te schaffen, dan het liefst wel van een merk. „Zodra het vertrouwen van de consumenten minder wordt, gaan mensen meer letten op de prijs-kwaliteitsverhouding", zegt Peter Verhoef, hoogleraar marketing van de Rijksuniversiteit Groningen. „Ook blijven kopers graag bij hun vertrouwde bekende merk, omdat ze liever geen risico’s nemen als het niet goed met de economie. Mensen zijn minder optimistisch, durven minder snel een aankoop te doen en zijn hierdoor selectiever in hun aankopen."
De redenen om overstag te gaan, die zijn verschillend. „Het kan zijn dat we onze behoefte om het nieuwste model te hebben, willen bevredigen. Natuurlijk worden we ook verleid door reclames in de media en in de winkels zelf wat maakt dat we sneller een (impuls)aankoop doen. En een merkbroek is natuurlijk een stuk aantrekkelijker als je hem met korting kunt kopen."
Feyenoord
Of het afnemende vertrouwen een omslag is richting pessimisme, vindt Van Mulligen lastig te voorspellen. „Het is nog even afwachten wat het dalende consumentenvertrouwen gaat doen met de economie. Uiteindelijk komt er altijd een tijd dat het economisch minder zou gaan of dat er zelfs sprake zou zijn van een krimp. Wanneer dit precies is, weten we eigenlijk nooit."
Bouman sluit zich daarbij aan: „Dat valt eigenlijk niet te voorspellen en áls je al wil weten hoe het met de economie gaat, dan kun je beter peilen in het bedrijfsleven, dan bij de consument." Als consument zijnde heeft hij vertrouwen in de economie. „Mijn vertrouwen in de koopkracht staat nog steeds stevig overeind. Maar als econoom ben ik bang dat het een minder florisant economisch jaar gaat worden dan we denken, vooral omdat er internationaal afbreuk wordt gedaan aan de open markten en samenwerkingen.”
Verhoef: „Het herstellen van het vertrouwen van de consument gebeurt niet in een maand, dat kan langer dan een jaar duren. Kijk maar naar begin 2016, toen duurde het een jaar voordat het hersteld was. De economie kun je niet vergelijken met voetbalclub Feyenoord. Daarvan denk je misschien na drie goede wedstrijden dat ze kampioen kunnen worden. Consumentenvertrouwen heeft langer tijd nodig."