5 vragen over het Kinderpardon
Na flink overleg in de coalitie is er maandag geen stop gezet op het uitzetten van asielzoekers. Tot groot verdriet van CDA en D66, die graag hadden gezien dat er een pauze zou worden ingelast zolang er gesprekken over de verruiming van het Kinderpardon werden gevoerd. De twee partijen leverden afgelopen weekend een plan in bij de staatssecretaris van asiel Mark Harbers (VVD) om de regels te versoepelen.
Het plan wordt gesteund door de ChristenUnie, PvdA, Partij voor de Dieren en Denk en heeft daarmee een meerderheid in de Kamer. De VVD blijft fel tegenstander van het plan en pleitte in 2018 zelfs nog voor een strikter asielbeleid. Vijf vragen over het Kinderpardon.
1. Wat is het Kinderpardon?
Het Kinderpardon is een regeling uit het regeerakkoord waarin vastgelegd is dat kinderen van asielzoekers en alleenstaande minderjarigen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen, niet uitgezet kunnen worden. Het Kinderpardon werd in 2012 aangenomen nadat een meerderheid van de Twee Kamer voor stemde.
2. Waarom worden gezinnen dan toch uitgezet?
Simpel gezegd omdat er niet gestrooid wordt met verblijfsvergunningen. Om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning gelden zulke strenge regels waar asielgezinnen met moeite aan kunnen voldoen. Uiteindelijk krijgen ze geen verblijfsgunning, vallen buiten het Kinderpardon en worden dus uitgezet.
3. Om hoeveel kinderen gaat het eigenlijk?
Nu valt 92 tot 98 procent van alle asielkinderen en hun ouders buiten het Kinderpardon, blijkt uit het jaarbericht Kinderrechten 2018, van hulporganisaties Unicef en Save The Children. Om precies te zijn gaat het in totaal om 740 kinderen, dat bracht NOS vlak voor de kerst naar buiten nadat zij om opheldering hadden opgevraagd bij het ministerie van Justitie en Veiligheid
4. Welke voorstellen doen CDA en D66?
De partijen hebben in het plan meerdere voorstellen gedaan die ervoor moeten zorgen dat asielgezinnen makkelijker aan een verblijfsvergunning kunnen komen. Zo zou de immigratiedienst (IMD) een oogje dicht moeten knijpen zodra er een ‘koffieafspraak’ gemist wordt. Nu zijn gezinnen verplicht om mee te werken aan hun eigen uitzetting en wordt het missen van een afspraak als weigering gezien waardoor ze geen aanspraak kunnen maken op het pardon. Ook zou de wachttijd volgens de twee partijen aangepast moeten worden en zal er een voorrangspositie verleend moeten worden aan asielgezinnen met kinderen.
5. Welke uitzonderingen zijn er geweest?
Vers in ons geheugen staat natuurlijk de zaak rondom de Armeense kinderen Lili (12) en Howick (13). In september vorig jaar sprong Nederland in de bres voor de tieners die wegliepen uit het pleeggezin waar zij woonden. De moeder van de twee kinderen werd in augustus 2017 uitgezet. Omdat huidig staatssecretaris van asiel Mark Harbers zich zorgen maakt over de veiligheid van de kinderen neemt hij een eigen besluit (discretionaire bevoegdheid): de kinderen mogen toch blijven.
Voor de toen 13-jarige Vietnamese Tri Pham en zijn ouders was het in april 2016 groot feest, toen ze hoorden dat ze mochten blijven. De jongen werd geboren in Nederland, maar kwam niet in aanmerking voor het Kinderpardon, omdat het gezin zich niet aan de meldplicht hield. Ook hier maakte toenmalige staatssecretaris asiel Klaas Dijkhoff gebruik van zijn vetorecht en nam een eigen besluit.
Gláucio en Márcia (toen 13 en 18) uit Angola en hun moeder kregen in 2015 het verlossende woord te horen. Het gezin dat toen al vijftien jaar in Nederland woonden, viel niet onder het Kinderpardon vanwege de situatie van hun vader. Hij zou mogelijk ernstige oorlogsmisdaden hebben gepleegd of hieraan mee hebben gewerkt. Doordat het gezin koos voor opsplitsing mochten de kinderen alsnog blijven.
Ook voor de Angoleese Mauro Manuel werd eerst in 2012 een uitzondering gemaakt. Met zijn 18 jaar viel hij niet meer onder het Kinderpardon en dus worden uitgezet. Om hem de kans te geven zijn studie af te maken, kreeg hij een verblijfsvergunning totdat hij afgestudeerd zou zijn. In 2013 werd besloten dat hij definitief mocht blijven omdat hij te geworteld zou zijn. Mauro werd op 9-jarige leeftijd door zijn moeder op het vliegtuig naar Nederland gezet en woonde sindsdien in een pleeggezin.