Nederlander kent eigen land amper
Broodjes kroket, jointjes en tulpen. Als het om Nederland gaat weten wij Nederlanders we waar we in het buitenland om bekend staan. Maar hoe goed kennen we ons eigen land nou eigenlijk?
Van de samenstelling van onze bevolking tot duurzame energie. Uit internationaal onderzoek van Ipsos blijkt dat onze eigen kennis vies tegenvalt. ,,Nederland scoort niet heel goed maar ook niet heel slecht. We zitten een beetje in de middenmoot”, aldus Sjoerd van Heck, onderzoeker bij het Ipsos.
Aan het onderzoek deden ruim 28.000 mensen uit 37 landen mee. Ze kregen vragen over onder andere seksuele intimidatie, werkloosheid, migratie en duurzame energie voorgelegd. De deelnemers moesten daarbij schattingen maken over groepen bestaand uit 100 mensen. Hierbij moesten zij inschatten, in welke mate de stellingen over de verschillende onderwerpen binnen een groep tot uiting komen. Dat leidde tot een aantal opvallende uitkomsten bijvoorbeeld op het gebied van seksuele intimidatie.
Seksuele intimidatie
Want wat blijkt nu? We denken dat seksuele intimidatie in Nederland veel minder vaak voorkomt dan eigenlijk het geval is. We denken namelijk dat maar 38 van de 100 vrouwen vanaf haar 15e te maken heeft gekregen met seksuele intimidatie. In werkelijkheid gaat het om 73 van de 100 vrouwen. Nogal een wereld van verschil dus. Nederland is echter niet het enige land dat de situatie te rooskleurig inschat. Alle deelnemende landen hebben een vertekend beeld, maar Denemarken spant de kroon.
Het aantal Deense vrouwen dat te maken heeft gekregen met seksuele intimidatie is bijna drie keer zo hoog als de bevolking denkt. Daarmee staan de Denen nog maar net boven de Nederlanders. Twee landen die een stuk meer ‘zelfkennis’ hebben op dit gebied zijn Roemenië en Spanje. Zij zitten nog steeds iets onder de werkelijkheid, maar lang niet zover als de andere landen. Een onderwerp waar we ook geen kaas van hebben gegeten is duurzame energie.
Duurzame energie
Met onze windmolenparken in de Waddenzee, zonnepanelen op de daken van onze huizen en auto’s die rijden op biobrandstof denken we dat we aardig duurzaam bezig zijn. Toch maken we lang niet zoveel gebruik van duurzame energie als we zelf denken. Nederlanders denken dat een kwart van de totale energie die we consumeren duurzaam is. In werkelijkheid is nog geen 5 procent van ons energieverbruik duurzaam. Hiermee zijn we echter niet de grootste overschatters. Dat zijn namelijk onder andere de Belgen, de Britten en de Amerikanen. Een ander vraagstuk waarbij wij Nederlanders een flater slaan is immigratie.
Met immigratie werd in het onderzoek gedoeld op mensen die niet in het land geboren zijn waar ze nu wonen. Bijna alle landen scoren op dit gebied veel hoger dan de werkelijkheid. Ook in Nederland denken we dat we twee keer zoveel immigranten hebben dan we daadwerkelijk hebben. Ons laatste pijnpunt na seksuele intimidatie, duurzame energie en immigratie is werkloosheid.
Het zit zo: We denken dat er veel meer werkloze mensen zijn die werk zoeken dan dat er daadwerkelijk zijn. Van de 100 Nederlanders zijn er maar 5 werkloos en werkzoekend niet 18. Als je dit vergelijkt met de inschattingen van bijvoorbeeld Mexico en Brazilië, doen we het nog best netjes. Zo schat Mexico bijvoorbeeld bijna 20 keer zo hoog als het werkelijke aantal. We mogen dus wel even opgelucht ademhalen, want er zijn lang niet zoveel werkloze werkzoekenden als we zelf denken.
Economie
Er zijn echter niet alleen maar dompers. Over bepaalde onderwerpen weten we namelijk best veel. Bijvoorbeeld de grootte van onze economie. We behoren niet tot de topstudenten, zoals de deelnemers uit Saudi-Arabië, die precies hun positie op de ranglijst van ‘s werelds grootste economieën weten te raden, maar slecht doen we het echter ook niet. We schatten namelijk dat onze economie op plek 20 staat, terwijl dat in werkelijkheid plek 18 is. En op een lijst waar plek 1 voor de grootste en plek 200 voor de kleinste economie staat, is dat best redelijk. Ook op het gebied van de vaccinatie van kinderen maken we goede inschattingen.
In Nederland kunnen kinderen onder de 12 maanden een serie vaccinaties krijgen die door de Wereldgezondheidsorganisatie aanbevolen wordt. Hierbij moet je denken aan injecties tegen ziektes als Difterie, Tetanus, Kinkhoest, Polio en de Mazelen. De vraag is dan: hoeveel mensen hebben hun kind ook daadwerkelijk in laten enten tegen deze ziektes? Precies dit vraagstuk kregen de deelnemers aan van het onderzoek voorgelegd. Zij moesten inschatten als je 100 kinderen van minder dan 12 maanden oud neemt, hoeveel van die kinderen dan ingeënt zijn. Waar in werkelijkheid 94 van de 100 kinderen ingeënt is, zaten we er niet ver vanaf met 81 van de 100 kinderen.
Kortom, sommige vraagstukken schatten we veel beter in dan andere vraagstukken. Sjoerd van Heck legt uit waarom: ,,Over sommige onderwerpen maken mensen zich veel drukker dan over andere onderwerpen. Immigratie en werkloosheid zijn onderwerpen waar we vaak persoonlijke ervaringen mee hebben. Daarom overschatten die onderwerpen. Seksuele intimidatie is iets waar men wellicht niet makkelijk over praat, en duurzame energie raakt ons een stuk minder. Daarom zijn we eerder geneigd die onderwerpen te onderschatten.”