Amarins de Boer
Amarins de Boer Nieuws 12 dec 2018
Leestijd: 3 minuten

‘Misschien zit je droomklant wel naast je in ‘t OV’

Minutenlang naar buiten staren, scrollen door je Instagramfeed of gewoonweg even je ogen dicht doen. De tijd doorkomen in de trein doen we allemaal anders. Maar wáárom zou je al die momenten die je tóch uit moet zitten, niet netwerkend doorbrengen?

Daarvoor pleit netwerkexpert Judith Smits. „We leven in een netwerkeconomie en netwerken de hele dag. Behalve in het openbaar vervoer”, zegt Smits verbaasd. „Terwijl er om je heen allemaal hele interessante mensen zitten.”

Smits (40) schreef het boek De FUNfactor, waar ze beschrijft hoe je jouw eerste indruk versterkt en met plezier netwerkt. De trein is daar bij uitstek een goede plaats voor, zegt ze. „Stel je bent accountmanager en je hebt een droomklant in gedachte. Het kan zomaar zijn dat degene die naast je zit bij dat bedrijf werkt. Daar kom je nooit achter, tenzij je gewoon dat gesprek aangaat.”

Hoe dan?

Maar hoe doe je dat dan? Als je naast iemand gaat zitten die in zijn telefoon is gezogen, is het misschien lastig, geeft Smits toe. „Daarom is de allereerste stap dat jij je mindset moet veranderen. Je moet zélf de meerwaarde zien van het in contact komen met anderen.”

Stap twee, vervolgt ze, is oogcontact maken. „Doe dat het liefst voordat mensen hun telefoon pakken. Als je de aandacht hebt, begin je met stap drie: small talk. Het maakt niet eens zoveel uit wat je zegt, het gaat erom dat je contact maakt. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: heb jij ook zo moeten haasten? Of: Ik hoop dat de zon straks weer gaat schijnen. Dan komt het gesprek vanzelf op gang.”

Of je nu receptioniste, communicatiemedewerker of accountmanager bent, het levert altijd wat op, benadrukt Smits. „En aan het eind van de rit is het goed om een connectie met elkaar te maken, bijvoorbeeld via LinkedIn. Dat kan heel makkelijk door elkaars QR-code te scannen via de app.”

Niet iedere dag

Volgens Smits hoef je echt niet iedere dag dat je in de trein zit te netwerken. Het werkt wel goed om voor jezelf een doel te stellen, adviseert ze. „Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat je iedere week 1 nieuwe connectie maakt. Als je veertig weken per jaar met de trein reist, heb je er veertig nieuwe connecties bij, zonder dat het je extra tijd kost.”

Of het nog uitmaakt of je ’s ochtends of ’s middags dat oogcontact maakt? Nee, zegt Smits. „Het kan beide keren. ’s Ochtends is het een energiek begin van de dag, ’s avonds een fijne afsluiting.”

„Natuurlijk kan een spelletje op je telefoon ontspannend zijn, maar het is zo goed om af en toe de uitdaging in de trein aan te gaan en actief proberen contact te maken. En zie dát als een spel.” Zie het als iets leuks, voegt ze toe. „Denk niet: wat zal hij of zij wel niet van mij denken dat ik zomaar een gesprek begin? Veel mensen vinden het alleen maar leuk om in contact te komen met anderen. En als dat niet zo is, merk je dat snel genoeg aan hun lichaamstaal.”

Connectiecoupé een idee?

We vroegen de NS of de connectiecoupé misschien een idee is. „We staan altijd open voor nieuwe ideeën”, zegt NS-woordvoerder Anita Middelkoop. Maar, zo benadrukt ze, er zijn al een meet & greet-zones in treinen. „Die zones zijn bedoeld voor ontmoetingen. Er zijn loungebanken en stoelen staan daar vaker tegenover elkaar opgesteld, zodat het gemakkelijker is om een gesprekje te starten.”

Maak een selfie!

Metro helpt je graag een handje om te netwerken in de trein. Gebruik bijvoorbeeld als openingszin: ‘Heb jij het stuk over netwerken in de trein ook gelezen?’. Houd je aan het einde van de reis een leuke connectie over? Maak dan samen een selfie en stuur die op naar [email protected]. Je maakt daarmee kans op haar boek!

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.