Gemeenten aan de vrijwillig vuurwerkvrije zones
Zeker dertien grote gemeenten experimenteren dit jaar met vrijwillige vuurwerkvrije zones. Ook een aantal kleinere gemeenten doen mee. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant.
Experimenteren
De gemeenten die meedoen volgen het voorbeeld van Den Haag. Daar konden inwoners vorig jaar vuurwerkvrije zones aangeven. Voor zo’n zone levert de gemeente wel de markeringsborden, maar wordt er niet gehandhaafd. In de meeste gemeenten kunnen buurtbewoners een zone aanvragen. Zo hopen de burgemeesters zonder hoge kosten de overlast en risico’s van vuurwerk verder terug te dringen.
In steden als Almere, Groningen, Rotterdam en Tilburg wordt niet gehandhaafd, maar wel geëxperimenteerd met de vrijwillig vuurwerkvrije zones. In bijvoorbeeld Alkmaar, Amsterdam, Den Haag, Leiden en Utrecht wordt wel gehandhaafd. Ook kleinere gemeenten zoals Oegstgeest, Borne en Leidschendam-Voorburg hebben al bekendgemaakt dat ze dit jaar de vuurwerkvrije zones gaan uitproberen.
Gevaarlijkste nacht van het jaar
Zowel de politie als veel burgemeesters zouden het liefst zien dat er een landelijk verbod komt op consumentenvuurwerk – vooral op het knalwerk en de vuurpijlen. De Oudejaarsnacht is met honderden gewonden en gemiddeld één vuurwerkdode de gevaarlijkste nacht van het jaar, stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Daarnaast wordt er voor miljoenen euro’s schade aangericht en zijn er tientallen incidenten met geweld tegen agenten.
De handhaving van vuurwerkvrije zones bleek in het verleden een probleem te vormen. Agenten zijn namelijk dusdanig druk met andere zaken dat het controleren van vuurwerkvrije zones praktisch onmogelijk is.
Een landelijk verbod op vuurwerk gaat het Kabinet te ver, heeft minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) afgelopen zomer besloten.