Boa’s zien op tegen oud en nieuw
De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa) maken zich op voor oud en nieuw. Ze zijn bang. Ze moeten namelijk steeds meer vuurwerkvrije zones handhaven, zonder middelen om zichzelf te verdedigen als ze daardoor in het nauw komen.
Mislopen
Gewonden worden dan ook niet uitsloten, laat Eric Lakenman van de Nederlandse Boa Bond (NBB) weten aan het Algemeen Dagblad. „Dit kan zomaar ergens mislopen”, zegt hij. Boa’s zijn in Nederland in sommige gevallen uitgerust met een wapenstuk, anderen hebben handboeien. Vorig jaar werd er nog gesproken over het plan om boa’s standaard uit te rusten met wapenstok, pepperspray en bodycam, maar zo ver is het nog niet.
Problematisch is het ‘lappendeken’ dat ontstaat door de verschillende vuurwerk beperkende maatregelen in gemeenten. Doordat vuurwerk op de ene plek verboden wordt, kan op de andere plek juist meer overlast ontstaan en meer politie-inzet nodig zijn. De politie mist de extra capaciteit die nodig is om het toenemen aantal vuurwerkvrije zones te handhaven, dus worden boa’s ingezet.
Lange vijf minuten
„We staan voor een stevige uitdaging", aldus Ruud Verkuijlen, programmamanager Geweld tegen Politieambtenaren. Hij wil politiemensen veilig door de jaarwisseling loodsen, maar ook zorgen dat hulpverleners en boa’s hun werk veilig kunnen doen. Dat wordt ingewikkelder doordat ‘een lappendeken’ aan vuurwerk beperkende maatregelen door gemeenten ontstaat. Verkuijlen laat weten dat de politie te hulp zal schieten als boa’s in het nauw komen, maar Lakenman vreest alsnog voor de positie van de boa’s: „Vijf minuten kunnen heel lang duren als je echt in de knel zit."