Opmars jeugdboa: ‘we zijn géén nepagentjes!’
Je komt ze steeds meer tegen, op straat en in de krant: de jeugdboa, in hun blauwzwarte jack met Handhaving erop. ,,We zijn géén afgekeurde agenten.” Ze kennen de taal van de straat, en niet alleen door het laatste nummer van Boef.
Boks ouwe
Een laatste teug wordt uit het energiedrankblikje genomen en op de grond gegooid, naast de zes andere. Iemand zit op een stilstaande scooter en rolt een joint. Hij claxonneert naar twee ‘kegs’ die voorbij lopen en vanonder z’n grote capuchon knikt hij naar het tweetal in blauwzwarte jacks op de fiets, ,,daar heb je ze weer…” Iets later staan de jeugdboa’s bij het groepje. Alles goed? Handen worden geschud, en zelfs een enkele boks wordt gedaan. Na een praatje, wijzen de jeugdboa’s op het afval op de grond. Wel even opruimen hè?
Buitengewoon
Zomaar een potentiele scène met als locatie een probleemwijk en hoofdrolspelers de jeugdgroep en de jeugdboa’s, die de regie weer in handen willen krijgen. Met wat humor, veel interesse, maar ook een waarschuwing waar nodig, benaderen de buitengewone ambtenaren het groepje dat door de gemeente wordt bestempeld als overlast veroorzakende hangjongeren en waarvoor ze de jeugdboa’s hebben ingezet, als aanvulling op de politie en jongerenwerkers.
Noordwijk
Als je erop gaat letten, kom je het woord steeds vaker tegen in nieuwsberichten, meestal gecombineerd met hangjongeren en probleemwijken. Vorige week nog in het Noordwijkse Boerenburg, maar als je daar over wil schrijven, moet je bij de communicatieafdeling van de gemeente Noordwijk zijn, zo wordt verteld, want ze maken onderdeel uit van een keten. De jeugdboa wordt ingezet om de overlast terug te dringen van jeugdgroepen, en dit kan variëren van afvaldumpers tot drugsdealers. De groepen worden in kaart gebracht, eventueel ontwricht en waar mogelijk oplossingen bedacht.
Mooi man!
,,Het is een prachtig mooi vak.” Een van de breinen achter de jeugdboa’s, is Patrick Smelt. Hij is onder meer politieagent en jongerenwerker geweest en schreef het boek Straatcultuur. Samen met Winny van der Wal, eveneens voormalig (wijk)agent, zette hij Straatcontact.nl op, waaruit het fenomeen jeugdboa zo’n zes jaar geleden werd geboren. Smelt legt het vol enthousiasme uit met vele theoretische begrippen en voor een leek ietwat ingewikkelde niet heel veel zeggende termen, maar waar het op neerkomt is dat ze verschillende methodieken en trainingen hebben ontwikkeld, waarmee een ‘gewone boa’ zich in een jaar kan specialiseren tot jeugdboa.
He rooie…
Of de jongeren hen wel serieus nemen? Tja. Niet altijd natuurlijk, ,,ze proberen je te testen.” En ook wel te pesten. ,,Hé nepagentje”, horen ze vaak. ,,Afgekeurd voor het echte werk?” Of als iemand een opvallende tattoo heeft, of rood haar, grote voeten of neus, wordt daar iets over gezegd. ,,Je kunt het wel vergelijken met een gemiddelde schoolklas waarin ook van alles wordt geroepen en uitgeprobeerd op het schoolplein, kijken hoe ver ze kunnen gaan.” Heel ver in principe, verbaal dan, want de jeugdboa laat zich niet gek maken. Als dat namelijk zou gebeuren, en boos wordt op een jongere ‘of hem zelfs flipt’, dan is het hele moment weg, ,,een band opbouwen en vertrouwen winnen kun je dan wel vergeten.”
Ibesh
Veel dingen worden verkeerd begrepen door de buitenwereld, weet hij intussen wel. Zo is Ibesh een woord dat je om de oren vliegt, op de straten in bepaalde wijken. Politie in Marokkaanse straattaal. Niets meer, niets minder, ,,maar als je dat niet weet en denkt dat het negatief wordt bedoeld en ze hierop aanspreekt, heb je de poppen aan het dansen.”
Boef
Ondanks dat ze ‘niet van de straat’ zijn, kennen ze wel de taal van de straat, vervolgt jeugdboa-coach Smelt. Hoe? Simpel: door goed te luisteren en gewoon te vragen, wanneer je met ze praat. Bij de ouders thuis (,,daar gedragen ze zich vaak heel anders dan op straat”), of in een buurthuis bijvoorbeeld, ,,vinden de jongeren juist alleen maar leuk, om hun taal te kunnen overbrengen.” En hij heeft nog een bron, zegt hij met een knipoog ,,luister gewoon het nieuwste nummer van Boef en je bent weer helemaal bij!”
Interesse
Als het contact is gelegd, is het tonen van interesse en het doorvragen van groot belang. Dat bleek laatst nog in het buurthuis, vervolgt hij, waar een aspirant jeugdboa in gesprek was met een jongen. ,,Hij barstte in huilen uit toen ze oprechte interesse toonde en meer van hem wilde weten.” Zo gaat het natuurlijk lang niet altijd en gebeurt het ook vaak dat jongeren totaal niet welwillend zijn, of zelfs agressief worden als ze de boa’s in hun blauwzwarte jack weer aan zien komen fietsen. Gelukkig staan ze er dan niet bij als jan met de korte achternaam en al hebben ze er dan geen in de hand, ze hebben wel een stok achter de deur. ,,De mogelijkheid om door te pakken.” Dus mét bevoegdheden om jongeren eventueel te kunnen beboeten, een thuisgesprek aan te gaan of zelfs op te pakken, ,,en dat weten ze.”
Verbeterpunt
Hun bevindingen geven ze aan binnen de lokale keten. ,,Als zo’n jochie laat blijken dat-ie geholpen wil worden, geven wij dat door aan een jongerencoach.” Maar daar gaat het vaak mis, ,,er gaat te veel tijd overheen, waardoor hij weer afhaakt.” Omdat hij dan weer te veel wordt beïnvloedt door het negatieve kopstuk van z’n hanggroep bijvoorbeeld, die vaak zeer bepalend is voor de groepsdynamiek. Gemiste kans en Smelt zucht even, ,,de samenwerking tussen instanties kan zo veel beter.”
Halfvol
Je kunt wel stellen dat jeugdboa’s iets willen veranderen in de maatschappij. ,,Klinkt beetje wollig misschien, maar het is zo dat we allemaal een verschil willen maken.” Het zijn de halfvolle glazen-types, want een optimistisch geloof in een betere toekomst is hun gemeenschappelijke deler. Evenals het willen helpen van mensen. De vraag naar jeugdboa’s door gemeentes stijgt en de organisatie is dan ook op zoek naar nieuwe jeugdboa’s. Op de vraag of het een idee is om vroegere probleemjongeren en/of die met een migratieachtergrond als jeugdboa in te zetten, zodat nog gemakkelijker contact kan worden gelegd, wordt neutraal gereageerd. Kan zeker, ,,maar we kijken niet naar kleur, geloof of achtergrond, mensen moeten een boa bevoegdheid hebben en daarnaast vooral veel zin erin hebben.” Een harde huid is ook wel handig, want er komt wel eens een scheldwoord of wat voorbij en ze moeten van fietsen houden, ,,daar zitten we nogal veel op.”
BoA hè?
Nooit saai, omschrijft hij zijn vak. Vorige week had-ie nog iets grappigs. ,,Stond ik op straat met wat jongens die telkens boa hè, riepen als ze wegliepen.” Hij dacht: zitten ze me nou te fucken? Na de zoveelste boa hè, besloot hij ernaar te vragen. ,,Bleek het iets heel anders te betekenen. We Bellen Of Appen hè?”