Minister geeft toe: er was geen toezicht op stint
„Dat kan ik beamen", reageerde minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) in het debat in de Kamer over het ontbreken van toezicht op de elektrische bolderkar. De stint mag niet meer de weg op na een ongeval dat aan vier kinderen het leven kostte.
Er was volgens haar geen andere optie dan schorsing. „Verkeersveiligheid staat bij mij voorop", zei de minister. De twijfels over de veiligheid van de constructie en aanpassingen aan het model waren volgens haar de doorslaggevende redenen om de stint tijdelijk niet meer op de openbare weg toe te laten.
Problemen gemeld
De bewindsvrouw betreurt het dat ze de Kamer niet uitgebreider heeft geïnformeerd over een proces-verbaal van een kinderdagverblijf in Amsterdam. Daarin werden eind september problemen met de stint gemeld, maar de meldster wilde het proces-verbaal later intrekken. Uiteindelijk kwam er een aanvulling op het proces-verbaal.
Niet belangrijk genoeg
„Achteraf gezien hadden we de Kamer eerder moeten informeren", zei Van Nieuwenhuizen. Maar omdat de melding ook geen doorslaggevende rol speelde bij het schorsen van de stint, vond ze het niet belangrijk genoeg om te melden. „Het was een omissie en dat betreur ik."
De PVV, SP en GroenLinks menen dat de Kamer onjuist is geïnformeerd door het ministerie. Op verzoek van GroenLinks en SP komt Van Nieuwenhuizen met een precieze tijdslijn over de kwestie van het proces-verbaal. „Heel uitgebreid graag", zei Cem Laçin van de SP.