Minister acht terugkeer stint mogelijk
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) acht het mogelijk dat een vorm van de stint weer gaat rondrijden. Dit liet zij vandaag weten aan de Tweede Kamer. De bewindsvrouw benadrukte dat het nieuwe model wel veilig moet zijn. „De twijfels moeten zijn weggenomen.”
De elektrische bolderkar mag sinds 1 oktober niet meer op de weg na een ongeval in Oss waarbij vier kinderen het leven verloren. TNO doet nu onderzoek naar de veiligheid van het voertuig. Dat onderzoek moet rond de jaarwisseling klaar zijn. Er rijden rond de 3500 stints rond, vooral in de kinderopvang.
Vervangend vervoer
Door de schorsing van de elektrische bolderkar zijn veel kinderdagverblijven in problemen gekomen. Zij moeten vervangend vervoer regelen. Op 15 november gaat het ministerie met de branche van de kinderdagverblijven overleggen om te bezien of er hulp kan worden geboden.
De stint kon jarenlang zonder toezicht rondrijden. Dat zal veranderen. Van Nieuwenhuizen wil de toelating en toezicht op dit soort voertuigen die vallen onder de categorie bijzondere bromfietsen opnieuw onder de loep nemen. Ze heeft daarvoor al opdracht gegeven. Mogelijk komen er tijdelijk nieuwe regels.
Onvolledige informatie
De minister haalde de stint van de weg toen uit eerste onderzoek bleek dat er potentiële veiligheidsrisico’s waren en de veranderingen aan het voertuig waren uitgevoerd die niet aan het ministerie waren gemeld. De fabrikant heeft onlangs nieuwe informatie over aanpassing van de stint doorgegeven. Die informatie kan mogelijk helpen bij het versnellen van het TNO-onderzoek.
Een deel van de oppositie vindt dat de Kamer onvolledig is geïnformeerd. De minister herhaalde dat ze de Kamer achteraf gezien beter had kunnen informeren over een proces-verbaal van een stint-probleem van een kinderdagverblijf in Amsterdam, maar herhaalde dat de kwestie geen „cruciale rol" speelde in haar besluit om de stint te schorsen.