Leefbaarheid in arme buurten gaat gestaag achteruit
De leefbaarheid van buurten met veel sociale huurwoningen gaat gestaag achteruit. Steeds meer mensen met problemen wonen dicht op elkaar, bewoners voelen zich er minder gezond en de overlast neemt er toe. Dat blijkt uit onderzoek van bureau RIGO in opdracht van Aedes, de vereniging van woningcorporaties branchevereniging van woningcorporaties, waar De Volkskrant en RTL Nieuws over schrijven.
De problemen spelen volgens de onderzoekers vooral in buurten met tweederde of meer sociale huurwoningen. Ongeveer 1,5 miljoen Nederlanders leven in buurten waar tweederde van de huizen bestaat uit sociale huurwoningen.
Geen andere keus
Gezinnen trekken weg, de draagkracht verdwijnt uit de wijk en de problemen stapelen zich op, zegt Aedes-voorzitter Marnix Norder tegen De Volkskrant. „Het ergste vind ik dat duizenden mensen geen andere keuze hebben dan te wonen in het putje van de samenleving.”
De goedkoopste sociale huurwoningen worden in toenemende mate verhuurd aan ‘kwetsbare bewoners’: bijvoorbeeld mensen met psychiatrische problemen, statushouders, alleenstaande ouders en mensen met verstandelijke beperkingen.
Lastig spreiden
Volgens het onderzoeksbureau zijn de belangrijkste oorzaken dat sociale huurwoningen bijna alleen nog beschikbaar zjin voor mensen met (zeer) lage inkomens. Daarnaast zijn sociale huurwoningen in betere buurten vaak duurder. Dat maakt het lastiger om probleemgevallen te spreiden.