Hoe ver reikt de macht van een burgemeester?
Met haar uitspraken dat er geen boerkaverbod in Amsterdam komt, heeft burgemeester Femke Halsema de gemoederen hoog op te laten lopen. Vrijdagavond sprak ze zich tijdens een bijeenkomst over het Slotervaart ziekenhuis uit over het verbod: „Amsterdam gaat aan dit verbod geen gevolg geven.” Utrecht en Rotterdam hebben inmiddels laten weten dat voorbeeld te volgen en er ook geen prioriteit aan te geven.
Maar kan Halsema dat wel stellen als burgemeester? Hoe ver gaat de macht van een burgemeester? Met haar statement gaat ze namelijk recht in tegen de Kamer: zowel de Eerste als de Tweede Kamer hebben namelijk voor een beperkt boerkaverbod gestemd. Daarmee mag er in een deel van de publieke ruimte (het openbaar vervoer, ziekenhuizen, overheidsgebouwen en de onderwijsgebouwen) geen boerka meer gedragen worden. Voor de openbare ruimte geldt geen verbod.
‘Dit wordt opgeblazen’
Volgens minister Kasja Ollongren (Binnenlandse Zaken) zijn de uitspraken prematuur. Ze is namelijk nog volop in gesprek met allerlei partijen over de invoering van de wet.
Halsema legt uit dat de wet voor iedereen geldt, maar ze geen prioriteit zal geven aan de handhaving daarvan. De mening verschilt of ze zulke uitspraken wel kan doen. Hoogleraar Algemene Rechtswetenschap Jan Brouwer vindt van niet. „Nee dit kan je natuurlijk niet zeggen en zeker niet als burgemeester. Die burgemeesters denken tegenwoordig dat ze over alles gaan, maar een burgemeester heeft hier in mijn optiek niets over te zeggen.”
Brouwer verwijst naar het Openbaar Ministerie, dat over de politie en strafvervolging gaat. „Ik weet niet waar Halsema dit vandaan haalt, maar zij gaat hier niet over. Een burgemeester gaat niet over strafvervolging, dat is in dit geval aan het Openbaar Ministerie. Ik heb het idee dat dit nu gewoon heel erg opgeblazen wordt, terwijl er in feite niets aan de hand is.” Brouwer is van mening dat uitspraken van Halsema niets veranderen aan de wet of de uitvoering ervan.
Vrijheid van meningsuiting
Honorair Hoogleraar bestuurskunde Arno Korsten is een andere mening toebedeeld. „Je kunt van alles zeggen, het is vrijheid van meningsuiting. Ook voor bestuurders.”
Ook daar is Brouwer het niet mee eens. „Natuurlijk heb je als overheidsdienaar vrijheid van meningsuiting, maar dat is tot op een zeker niveau. Je moet als burgemeester wel het goede voorbeeld geven. En bovendien kun je als burgemeester zeker niet selectief in de wetgeving kijken wat je wel of niet toepast.”
Machtig
Los daarvan vindt Korsten het goed dat Halsema met haar uitingen de zaak op scherp zet. „De reuring die hierbij komt kijken vind ik goed. Het is altijd goed als gevoelens en meningen naar voren komen, dan kan erover gepraat worden.”
Of Halsema ook daadwerkelijk iets niet kan gaan handhaven, weet hij niet. „Je kunt als burger ook niet zeggen dat je het niet eens bent met een parkeerverbod en dat niet zal handhaven. Als burgemeester kan dat in principe ook niet.”
Want als de wet er komt, zal hij gehandhaafd moeten worden. „Maar dat is alleen officieel gezien, wat er feitelijk gebeurt is een tweede. Het kan natuurlijk best dat er niet echt opgetreden wordt wanneer iemand met een boerka in de tram zit”, legt Korsten uit. „Daar zal men alleen niet hardop over praten.” Hij ziet het boerkaverbod als symboolwetgeving. „Er wordt vooral uitgesproken hoe het hoort.”
Korsten weet wel dat de burgemeester niet de macht heeft om met de kont tegen de krib gooien. „Een burgemeester kan niet opeens een wet aan de kant duwen, zo machtig zijn ze niet.”