Zeg toerist, kijk ook eens naar…
Rolkoffers, Airbnb-gekte, krapte op de fietspaden. Amsterdam heeft het gehad met de grote hoeveelheid bezoekers. Nu uit cijfers van het NBTC blijkt dat het aantal toeristen de komende jaren ook nog eens explosief zal toenemen, wordt opnieuw geopperd om andere Nederlandse steden beter te promoten, zodat toeristen zich meer gaan verspreiden. Maar waar ga je naartoe?
Eindhoven: gezelligheid in een hippe broedplaats
Bijzondere architectuur, een hippe stadswijk die niet onder doet voor een metropool als Londen en natuurlijk de Brabantse gezelligheid. De 29-jarige strafrechtadvocate Leonie van der Grinten gaat voorlopig absoluut niet weg uit Eindhoven. „Het is écht een fantastische stad. Niet iedereen weet het misschien, maar Eindhoven heeft zoveel te bieden.”
Van der Grinten noemt onder meer Strijp-S, de opkomende stadswijk waar ze zo van onder de indruk is dat ze er haar eigen advocatenkantoor heeft gevestigd. Als haar werkdag voorbij is, bevindt Van der Grinten zich in een bruisende mengelmoes van opkomende designers, bijzondere boetiekjes en toonaangevende restaurants. „Er is echt niets in Nederland dat vergelijkbaar is met Strijp S. Doordat het een voormalig terrein is van Philips zie je overal dat industriële karakter terug. Dat gecombineerd met speciaalzaakjes, nieuwe lofts en opvallende initiatieven, maakt het heel bijzonder.”
Eindhoven is qua inwoneraantal de vijfde grootste stad van Nederland en groeit hard. De stad kennen we onder meer als de thuishaven van Philips, de Technische Universiteit, Eindhoven Airport en het jaarlijkse evenement, de Dutch Design Week. Met veel moderne architectuur, gecombineerd met opkomende broedplaatsen die de creatieve en technische sector verbinden, is de stad het best te vergelijken met Rotterdam.
„Als het gaat om historische straten is Eindhoven natuurlijk niet zo mooi als Amsterdam, maar met Strijp-S, het museumaanbod en inwoners van alle leeftijden is de stad absoluut een leuk alternatief voor toeristen.” Bovendien kent Eindhoven een cultuur die in de Randstad toch wat verder te zoeken is. Lachend: „Die Brabantse gezelligheid hè? Ik ben echt gek op de mensen hier. Je maakt snel een praatje. Zoals laatst, toen ik op het terras zat en aan een vriend vertelde dat ik honger had. Voor ik het wist kreeg ik een bitterbal van de buurman aangeboden. Ja, dat zijn toch mooie dingen.”
Harderwijk: Ideaal voor de Bourgondiër
Hij is er geboren, getogen en weet nu al dat hij ook nooit meer weggaat: De 31-jarige Martijn Pijnenburg is verknocht aan Harderwijk, de stad in de provincie Gelderland die de meesten misschien kennen van het Dolfinarium. Maar dat is volgens Pijnenburg al lang niet meer het boegbeeld van zijn stad.
Wat wel? Nou, lekker eten en drinken, bijvoorbeeld. „De horeca is hier echt fantastisch. Onze binnenstad telt meerdere bekroonde eetgelegenheden, waaronder twee restaurants met Michelin-sterren op loopafstand van elkaar. Maar het is niet zo dat je alleen maar duur kunt eten, er zijn genoeg gezellige kleine eettentjes.”
Pijnenburg kijkt nog elke dag zijn ogen uit als hij door de historische binnenstad loopt. Harderwijk is een Hanzestad en heeft daardoor, net als bijvoorbeeld Zwolle en Arnhem, een rijke geschiedenis.
Maar er is lang niet alleen ‘oude meuk’. Toeristen kunnen bijvoorbeeld struinen over de net aangelegde boulevard, waar terrasjes uitzicht bieden op de nieuwe binnenhaven.
En er is meer nieuw in Harderwijk, zoals het dit jaar geopende Marius van Dokkum museum, naar aanleiding van een zeer succesvolle tentoonstelling van de kunstschilder, in 2015. Een museum dat Pijnenburg, vanwege de toegankelijke en soms maatschappijkritische kunst, ook aan leeftijdsgenoten zou aanraden. „Wat het ook bijzonder maakt is dat het museum gewijd is aan een nog levende kunstschilder.”
Met de Veluwe, de zandverstuiving en mogelijkheden tot waterrecreatie op fietsafstand, ziet Pijnenburg zijn woonplaats als een ideale plek voor toeristen die verrast willen worden door de bijzondere combinatie van stad en natuur. En wie denkt dat Harderwijk misschien wat slaperig is, heeft het mis.
„Er wonen hier juist veel jongeren. Steeds vaker zie ik dat ze bewust de keuze maken om terug te keren na hun studie of zelfs helemaal niet te verhuizen.”
‘t Gooi: Van historische vesting tot foodhal
‘Kom vooral naar ’t Gooi!’ De 31-jarige Chantal Schram breekt graag een lans voor de regio waar ze vandaan komt, en na een periode in Amsterdam ook weer naar is teruggekeerd.
„Ik miste de natuur. Niet iedereen weet hoe mooi het hier is. Je kunt uren wandelen door het Goois Natuurreservaat, dat echt kilometers beslaat.”
Schram ziet alleen maar mogelijkheden voor toeristen in haar woonregio. „Er is hier genoeg entertainment. Hilversum heeft bijvoorbeeld net een nieuw stadscentrum gekregen. Het overdekte winkelcentrum ziet er modern en gelikt uit, dat heeft iets weg van een Amerikaanse ‘mall’. Ook is er een foodhal in het klein: MOUT. Een heel tof concept waarin je gewoon op het terras kan zitten en je eten bij verschillende stands kunt bestellen. Je hoeft dus niet te lopen, maar krijgt wel verschillende soorten gerechten op je bord.”
Maar het is vooral de combinatie van cultuur en stad waardoor Schram denkt dat toeristen zich hier prima kunnen vermaken. „Naarden is een echte vestingstad. Dat kun je zelfs zien op Google Maps, waar de stervorm van de stad nog zichtbaar is. En als je daar loopt, dan voelt het alsof je terug bent in de tijd. Daar kun je je verliezen in een historisch en cultureel verhaal.”
Zelf woont Schram in Bussum, maar de omliggende steden bezoekt ze vaak genoeg, vanwege de relatief korte afstanden in ’t Gooi. Vanwege de centrale ligging zou het bovendien een goede uitvalsbasis voor toeristen kunnen zijn. Amsterdam en Utrecht liggen immers om de hoek.
Schram kan zich nog weleens ergeren aan het beeld dat Nederlanders hebben van ’t Gooi. „Er wordt toch vaak gedacht dat hier alleen maar rijke mensen wonen of BN’ers. Misschien door tv-programma’s als Echte Gooische Meisjes en natuurlijk is dat wel ergens op gebaseerd, maar het gaat maar om een kleine groep. Het gros van de inwoners is helemaal niet zo. Het beeld dat mensen van deze regio hebben is in ieder geval niet mijn beeld.”