Protesten: ‘Moet er iets gebeuren, gebruik geweld’
In september was het nog raak: tientallen studenten stonden op de Dam, terwijl ze leuzen als ‘studenten zijn geen melkkoeien’ riepen. Op 24 november moet het volgende studentenprotest plaatsvinden, tegen het ‘schuldenstelsel’. Maar werkt zo’n protest nog wel?
Signaal
Het voornaamste doel van de protestmars is het „van tafel krijgen van het schuldenstelsel.” Het gaat om het leenstelsel dat drie jaar geleden werd ingevoerd. Initiatiefnemer Lisa de Leeuw, actief bij de jongerenafdeling van de SP ROOD: „We willen met zoveel mogelijk mensen de straat op, om een signaal af te geven.” ROOD waarschuwde al voor dit stelsel voordat het ingevoerd werd, maar „het is nu nog erger dan we in eerste instantie dachten”.
De Leeuw ziet dat de toegankelijkheid van het onderwijs achteruit gaat: „Jongeren uit gezinnen met minder geld of met een migratieachtergrond gaan niet meer studeren. Jongeren willen snel hun studie afronden, staan onder ongelofelijke druk en hebben een enorme studieschuld.” Het is volgens haar een groot probleem, waar iets aan gedaan moet worden.
Boos
En dus een protest. De Leeuw hoopt op een groot draagvlak, met niet alleen studenten maar ook docenten en ouders die meelopen. „Het gaat ons allemaal aan. Ik hoop dat iedereen die wil dat de jongeren van nu een toekomst hebben zonder enorme studieschuld mee zal lopen.” De Leeuw vindt dit het juiste moment: „Jongeren zijn boos, het leeft.”
Ze ziet een protest eigenlijk als de enige manier om het doel te bepalen; de afschaffing van het ‘schuldenstelsel’. „Ik denk dat dat mogelijk is, zeker als we met genoeg mensen zijn. Dan heb je de macht.” Of dat 24 november al gaat lukken is nog de vraag, maar het is in ieder geval een eerste stap. „Als we met veel mensen opstaan en zeggen dat we het niet meer pikken, moeten ‘ze’ wel luisteren.”
Aandacht
Of dit protest een succes wordt, moet nog blijken. Hoogleraar Bert Klandermans, gespecialiseerd in protest, ziet het huidige stelsel nog niet zo snel verdwijnen, maar heeft zeker wel het idee dat dit een nuttig protest kan zijn. „Protesten draaien sowieso vaak om aandacht: wanneer de media er aandacht aan geven en mensen zich gaan realiseren dat er een probleem is, is het protest eigenlijk al geslaagd.” Wanneer er aandacht in de media is, wordt het volgende doel belangrijk: politieke aandacht. „Zij hakken immers de knopen door.”
Geweld
Als gesproken moet worden over zinvolle of niet zinvolle protesten, heeft Klandermans het idee dat dit protest toch minder zinvol is: „Ze zullen hiermee ongetwijfeld het journaal halen, maar daarmee is de studiefinanciering nog niet veranderd.” Eigenlijk heeft hij een omstreden advies: “Als je wil dat er iets gebeurt, moet je geweld gebruiken.” Een protest of een mars is namelijk niet bijzonder meer. „Men ligt niet meer wakker van een demonstratie.”
Nu zijn er meerdere vormen van geweld: geweld tegen personen en geweld tegen gebouwen, door bijvoorbeeld bezetting. „Met die eerste vorm krijg je gegarandeerd aandacht, maar niet op een positieve manier. Dan zal het namelijk meer om de daad dan de reden gaan”, aldus Klandermans. „Als je een gebouw bezet, zorg je voor een patstelling. Dan moet er wel iemand gaan praten met de studenten.”
Het is volgens hem een moeilijk evenwicht, maar „als je niks doet gebeurt er helemaal niets”. Daarom kun je volgens hem beter wel deelnemen aan een protest. Want de meest recente bezetting van het Maagdenhuis (2015) heeft volgens Klandermans wel degelijk effect gehad. „Zo zijn er meerdere gesprekken geweest tussen de Universiteitsraad en de organisatoren van het protest. Of die laatste ook echt tevreden zijn met de uitkomst is een ander verhaal, maar is wel degelijk iets met hun klachten gedaan.”