Euthanasie bij dementie mag toch wel, zegt commissie
Een nieuw geval van euthanasie bij een wilsonbekwame patiënt kan wel door de beugel, oordeelt de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. Mits artsen het zorgvuldig aanpakken, mogen ze toch euthanasie verlenen. Daarbij mogen ze ook een slaapmiddel gebruiken. Dat meldt Trouw.
Trouw schrijft over de zaak die de commissie eerder dit jaar behandelde. Toen verleende een huisarts euthanasie aan een alzheimerpatiënte die in een verpleeghuis woonde en niet meer in staat was te communiceren. Vooraf kreeg de vrouw een slaapmiddel toegediend. De arts euthanaseerde de vrouw op basis van haar wilsverklaring, die de patiënte regelmatig geactualiseerd had en mondeling bekrachtigde zolang ze daar toe in staat was. Maar de vrouw van in de zestig had niet letterlijk aangegeven dat nu de tijd was voor die daadwerkelijke euthanasie. Voor haar familie en de arts was echter wel heel duidelijk dat zij ondraaglijk leed.
‘Koffie-euthanasie’
In juli werd een huisarts nog berispt voor euthanasie bij een 74-jarige demente vrouw. De vrouw had een euthanasieverklaring, waarin stond dat ze zelf het moment van haar dood wilde bepalen. Toen ze steeds verwarder werd had ze bedenkingen bij die verklaring.
Uiteindelijk voerde haar arts in 2016 de euthanasie uit, zonder dat de vrouw daarover was ingelicht. Ze kreeg een slaapmiddel in haar koffie voor de arts het dodelijke middel toediende.
Verhit debat
Artsen interpreteren de euthanasiewet altijd verschillend en er vindt dan ook meer dan eens een verhit debat plaats over euthanasie, vooral als het gaat om dementiepatiënten. Volgens de ene groep is het voldoende als een patiënt zichtbaar ondraaglijk lijdt en een duidelijk opgeschreven wilsverklaring heeft. Anderen willen echt een bevestiging van de doodswens ‘in woord of gebaar’. Ook over de vraag of je wel of geen slaapmiddel mag gebruiken om te zorgen dat de patiënt rustig blijft, wordt veel gediscussieerd.
De zogeheten ‘koffie-euthanasie’ was vorig jaar een fikse brandstof voor de discussie. De toetsingscommissie stelde dat het onzorgvuldig was, en verweet de arts dat ze door het slaapmiddel toe te dienen de vrouw de mogelijkheid ontnam om zich te verzetten tegen de euthanasie. De wilsverklaring van de vrouw was onvoldoende duidelijk en de arts werd berispt.
Wilsverklaring
Waarom mag de ene euthanasiezaak wel en de andere niet? Volgens Jacob Kohnstamm, voorzitter van de toetsingscommissies, zijn de twee zaken ‘totaal verschillend’. In de nieuwe zaak was de wilsverklaring volgens hem wél helder. Bovendien handelde de huisarts, die de patiënte al lang kende, ‘onwaarschijnlijk zorgvuldig’. Dat geldt ook voor het gebruik van het slaapmiddel, dat ervoor moest zorgen dat de patiënte zichzelf niet verwondde bij het inbrengen van het infuus.