Anne Kersten Nieuws 10 sep 2018, 13:59

Leestijd: 3 minuten

‘Vroeger ging ik iedere dag tot het naadje’

Dat een drankje er bij de meeste studenten wel ingaat, is een understatement. Maar al dat alcoholgebruik is niet zonder risico’s. Studenten hebben namelijk grote kans op alcoholproblemen, zeker als ze de drankgewoonten van hun studententijd blijven handhaven na hun studentenleven. De risicostudent moet daarom eerder herkend worden, zeggen onderzoekers van de hogeschool Windesheim en de Universiteit van Amsterdam.

Tot het naadje

Dat de drankgewoonten van de gemiddelde student, na het studeren niet vol te houden zijn, is voor Michiel uit Utrecht wel duidelijk. Nu drinkt hij gemiddeld één of twee keer per week, maar vroeger was dat wel anders. „Toen ging ik eigenlijk iedere dag van de week wel op pad”, vertelt hij. Michiel is nog bezig met het afronden van zijn master, maar pakt het tegenwoordig anders aan dan vier jaar geleden. „Ik schiet nu soms nog wel eens door, maar het is niet meer zo als toen. Als ik in die periode ging drinken, ging ik ook iedere keer tot het naadje.”

De keren dat hij straalbezopen thuis kwam zijn niet meer op een hand te tellen. „Dat gebeurde redelijk vaak, zeker in mijn bestuursjaar. Ik heb dan ook intens lang over mijn studie gedaan.”

Risicodrinker

Het onderzoek is een samenwerking van Hogeschool Windesheim en de Universiteit van Amsterdam. Er deden 5500 studenten aan mee, meer dan driekwart bleek een risicodrinker. Dat houdt in dat hun alcoholgebruik invloed kan hebben op zowel hun gezondheid als hun studieprestaties. Als dat ze vast blijven houden, kan dat gevolgen hebben voor de rest van hun leven.

Toch is het Trimbos-instituut niet verbaasd over het percentage risicodrinkers. Ferry Goossens, projectleider Uitgaan, Alcohol en Drugs, legt uit dat niet iedere risicodrinker ook daadwerkelijk een alcoholverslaving krijgt. „Er valt al snel een grote groep onder de noemer probleemdrinkers, maar dat zijn niet allemaal mensen die straalbezopen in de goot liggen.” Je kunt lang risicodrinker blijven zonder verslaving, maar er is wel een grotere kans op latere verslaving. „Wanneer het gewoon wordt om in de middag te drinken, dan kan daar de kiem liggen voor een latere alcoholverslaving."

Het verschil tussen studenten die veel drinken en mensen met een alcoholverslaving, ligt volgens Goossens in de cultuur die bij de leeftijd past. „Op latere leeftijd heb je allerlei verantwoordelijkheden die niet gepaard gaan met veel drinken, terwijl het als student geaccepteerd is om veel te drinken en een kater te hebben.”

Minder hard gaan

Voor Michiel kwam er op gegeven moment verandering in zijn levensstijl. „Ik merkte dat de mensen om me heen doorgingen met hun leven. Ze gingen verhuizen, gingen werken, en toen merkte ik dat ik zelf ook automatisch wat minder hard ging.” Hij realiseerde zich dat zijn master twee jaar duurde en hij er toen al vier jaar over deed. „Ik kreeg door dat ik niet goed bezig was.”

„Vooral op het voetbalveld had ik door wat al die alcohol met me deed. Als ik op vrijdagavond had zitten zuipen, was ik zaterdag niets waard op het veld.” Toch heeft hij geen spijt van die periode. „Ik heb goede vrienden gemaakt en het gezellig gehad. Het had achteraf gezien misschien wat minder intens gekund, niet elke dag.”

Studentikoze leven

Ook Anne uit Utrecht geniet volop van het studentenleven, maar minderen hoeft voor hem nog niet. „Ik denk dat ik naar studentenmaatstaven een onder gemiddelde drinker ben, ik drink gemiddeld acht tot negen biertjes op een avondje stappen.” Anne is van mening dat de gemiddelde student meer drinkt dan de gemiddelde Nederlander. „Als ik naar de normale standaard kijk, drink ik denk ik boven gemiddeld veel.” Toch is dat geen reden om te minderen. „Het drinken wordt gestimuleerd door het studentikoze leven, het hoort erbij.”