Pesten: ‘Kinderen kunnen het niet alleen oplossen’
De Week Tegen Pesten opende maandag met een positief bericht: het aantal kinderen dat wordt gepest, is opnieuw afgenomen. Op basisscholen is de daling iets minder groot dan twee jaar geleden (in procentpunten) en op de middelbare scholen is de afname gelijk gebleven. Toch waarschuwt minister Arie Slob van Onderwijs dat aandacht voor pesten nog steeds hard nodig is. Op basisschool Ayundo in Assendelft weten ze daar alles van: „Tussen plagen en pesten zit een groot verschil.”
Aandacht blijft nodig
De minister opende de Week tegen Pesten maandag met nieuwe cijfers die een positief beeld lijken te geven van de situatie rondom pesten in het Nederlands onderwijs. In 2014 gaf 14 procent van de leerlingen in groep 7 en 8 aan gepest te worden. In 2016 was dat nog maar 11 procent en inmiddels gaat het om 10 procent. Het lijken mooie cijfers, maar daarmee is niet gezegd dat het pesten zich vanzelf oplost. In het basis- en voortgezet onderwijs zijn scholen volop bezig met anti-pestprogramma’s en coördinators om het pesten tegen te gaan.
Zo ook openbare Dalton-basisschool Ayundo: „Sinds vorig jaar doen we mee aan het anti-pestprogramma Prima. Vorig jaar was dat nog een pilot, maar het ging zo goed dat we er nu mee doorgaan”, vertelt Doenja Noya, zorgcoördinator aan de basisschool. „Vanaf groep 6 vullen de kinderen twee keer per jaar de ‘pestmeter’ in. Ze schrijven dan op hoe ze zich op school voelen, wat pesten voor ze betekent en of ze zich gepest voelen.” Noya legt uit dat bepaald gedrag voor het ene kind als plagen kan voelen, terwijl een ander kind het gevoel heeft dat het gepest wordt. „Tussen plagen en pesten zit een verschil, dat voelt voor kinderen soms heel anders.” Naast de pestmeter krijgen de kinderen in ongeveer zeven lessen over pesten en hoe ze met elkaar om horen te gaan.
De grijze muisjes signaleren
Prima is niet het enige anti-pestprogramma dat de basisschool hanteert. Vanaf dit schooljaar zijn ze gestart met Kwink, een programma dat zich richt op de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Hierin wordt er ook extra aandacht besteed aan het voorkomen van pesten. „Iedere dag letten we er weer goed op hoe de kinderen binnen komen. Je probeert de ‘grijze muisjes’ te signaleren en maakt in de pauze een praatje met de kinderen die alleen lopen.” Noya vertelt dat als er iets is voorgevallen in de grote pauze, dat wordt besproken in de klas. „Als het pesten dan niet stopt, worden er afspraken opgesteld met de kinderen om het pesten tegen te gaan. In het contract staat waar we naar toe willen, wat het gepeste kind wil en wat er gebeurt als je je er niet aan houdt. Dan kan het zijn dat ‘de pester’ voor een halve dag naar een andere klas moet om daar even goed na te denken.”
Soms hebben kinderen extra ondersteuning nodig. Dan schakelt de school extra hulp in van de scholengroep Zaan Primair. „Er wordt dan samen met een schoolondersteuner of andere expert een supportgroep om het gepeste kind heen gevormd. Deze supportgroep bestaat uit andere kinderen die het gepeste kind coachen en begeleiden."
Op middelbare scholen is het pesten daadwerkelijk verder afgenomen. In 2014 werd nog 11 procent van de leerlingen gepest, twee jaar geleden was dat acht procent. Inmiddels gaat het om vijf procent van de kinderen die één keer per maand of vaker wordt gepest. Maar volgens Noya kan het pesten nooit helemaal verdwijnen. „Pesten kan natuurlijk altijd gebeuren, ook buiten school. Pesten is één woord, maar er zit veel meer omheen wat je, ook als volwassene, niet wil. Het buitensluiten van kinderen hoort er ook bij.” Ze vertelt dat het belangrijk is dat volwassenen goed zicht op hun kinderen en het pesten hebben. „Kinderen kunnen het niet alleen oplossen.”
Verbetering
Toch is er zeker wat verbeterd de afgelopen jaren. „Vroeger was het zo: trek het je niet aan, wordt maar wat sterker. Maar daar los je natuurlijk niets mee op. Ik denk dat er nu meer kennis is. We signaleren het eerder en we leren kinderen met het pesten om te gaan. Kinderen durven eerder te praten als er wat gebeurt.”
Maandag is de Week Tegen Pesten begonnen, waarin er extra veel aandacht wordt besteed aan pesten in het onderwijs. Het thema van dit jaar is ‘Laat je zien!’, waarmee wordt gedoeld op de leraar. Volgens de organisatie van de actieweek vinden kinderen het moeilijk om hulp te vragen aan hun leraar.