Overheid wist van kans op uitbraak meningokokken
De Nederlandse overheid wist al langer dat er een kans was dat de dodelijke ziekte meningokokken zou uitbreken in Nederland. Al in de herfst van 2016 werd zij gewaarschuwd door fabrikanten dat er vaccins moesten worden aangeschaft tegen de ziekte, maar pas in september 2017 kwam de overheid in actie. Eén van de fabrikanten vertelt tegen de Volkskrant dat er meer vaccins waren geweest als de overheid sneller zou hebben gereageerd.
Zelfde situatie als in Engeland
De krant heeft een e-mail in bezit waarin een medicijnfabrikant al in september 2016 wees op de stijging van het aantal ziektegevallen door meningokokken-type W. Eerder was de ziekte al in Engeland uitgebroken en waren daar meerdere doden gevallen. Volgens de fabrikant is in Nederland op dat moment dezelfde agressieve stam van de meningokokkenbacterie aanwezig als in Engeland.
Twee maanden later waarschuwde ook een deskundige van het RIVM voor de risico’s van meningokokken. Ook zij vergeleek Nederland met de situatie in Engeland. De medicijnfabrikant raadde de overheid aan na te denken over vaccinaties die ze eventueel op relatief korte termijn nodig zouden hebben, maar op dat moment gebeurde niets. Pas in de zomer van 2017 besloot de overheid in te grijpen.
Dodelijke ziekte
Inmiddels is het RIVM begonnen met een vaccinatieprogramma voor jongeren. Sinds mei worden Nederlandse baby’s van 14 maanden ingeënt tegen vier typen meningokokken. In oktober zullen ook de 14-jarigen worden ingeënt. De overheid kampt nu met een tekort aan vaccins, waardoor tieners tussen de 14 en 18 volgend jaar pas een uitnodiging krijgen.
De meningokok-bacterie is levensgevaarlijk. Eén op de zes patiënten komt om het leven. Bij jongeren tussen de 14 en 24 jaar is dat zelfs één op de drie en juist deze groep moet nu nog een jaar op het vaccin wachten. Dit jaar vielen al achttien doden door de ziekte. In 2017 waren dat er elf.